Verslaving

Mrs. T. durft het gerust te bekennen: ze is verslaafd. Verslaafd aan het webloggen. Eerlijk gezegd had Mrs. T. niet verwacht dat ze het zo verschrikkelijk leuk zou vinden om te doen.

Bedenken waar ze over wil schrijven, bedenken wat een leuke poll zou kunnen zijn, bedenken welke foto’s ze kan plaatsen. En al doende leert ze ook nog van alles. Logjes maakt Mrs. T. vaak een aantal tegelijk zodat er altijd een voorraadje op ‘klad’ staat. In tijden van grote drukte is het dan gemakkelijk en snel een nieuw logje plaatsen. Het streven is om elke dag een logje te plaatsen. Dat is tot nu toe prima gelukt (behalve tijdens de vakantie).

Inmiddels is Mrs. T. al weer een half jaar aan het loggen. Haar eerste logje plaatste ze op 27 maart 2006. Vooralsnog denkt ze nog geen moment aan stoppen: plenty inspiratie. En als de inspiratie daalt, dan gaat ze wellicht over tot het minder frequent plaatsen van stukjes.

Vulde Mrs. T. haar avonden voorheen vaak met tv kijken, lezen of wat frummelen, nu zit ze een groot deel van de avond (of overdag als Kleine Zus in bed ligt) achter de pc. Mrs. T. heeft inmiddels een vaste routine in het bezoeken van verschillende weblogs (die ze gewoon in haar favorieten heeft gezet). Ook dat vindt ze erg leuk om te doen. Zoveel levens, zoveel werelden, zoveel verhalen: leuk, spannend, aangrijpend, verdrietig, grappig. Wat een uitvinding, dat WWW.

Richting Mr. T. geeft ze ruiterlijk toe dat ze verslaafd is. Mr. T. heeft er gelukkig geen problemen mee.

En jij: hoe ervaar jij jouw web-log-gedrag? Ook verslaafd of valt het nog wel mee?

 

Wie bepaalt de norm?

Mrs. T. is betrokken bij de wereld om haar heen. Zij probeert op haar manier in dat kleine wereldje goed te zijn voor anderen. Een goede dochter, moeder, partner, vriendin. Ze probeert haar meiden op de voeden tot goede mensen. Maar wat zijn dat, goede mensen?

Op grotere schaal heeft Mrs. T. het idee dat zij niet echt iets wezenlijks bijdraagt. Dat frustreert regelmatig enorm. Als Mrs. T. ziet of leest wat een puinhoop er van de wereld gemaakt wordt, dan jeuken haar handen. En alles (bewust of onbewust) veroorzaakt door mensen. Maar zijn die mensen dan zo anders? Dat kan er eigenlijk bij Mrs. T. niet in. Iedereen wil toch zeker het goede? Alleen wat dat goede is, dat vult ieder voor zich in. Dat is een kwestie van andere waarden en normen blijkbaar.

Zou een terrorist in wezen echt zo heel anders zijn dan de vrouw die hier dit stukje typt? Hij of zij wil toch ook gewoon dat eventuele kinderen gelukkig, gezond en veilig opgroeien? Dat de wereld mooi is en blijft? Zou de Protestante Ier nou echt vinden dat hij veel beter is dan z’n Katholieke buur? Wie bepaalt die norm dan?

Wat voor invloed heeft geloof, cultuur, opvoeding, welvaart op de goede of slechte mens die iemand wordt? Wanneer ben je een slecht mens? Er zijn meer dan genoeg (historische) figuren waarvan wij -hier in Europa- nu zeggen dat dat door- en doorslechte mensen waren. Maar waren ze dat ook als jong volwassene? Stonden zij ook zo bekend in hun eigen land? En gingen deze mensen ‘s avonds naar bed met het idee ‘wat ben ik toch heerlijk verschrikkelijk slecht?’.

Wat heeft opvoeding te maken met hoe mensen in het leven staan? Heel veel volgens Mrs. T.. De basis wordt gelegd in de opvoeding en andere invloeden zouden juist door die manier van opvoeden verklaard of ‘getemperd’ moeten worden. Mrs. T. kijkt regelmatig het Jeugdjournaal. Als ze dan ziet hoe kinderen opgevoed worden, dan maken heel veel mensen totaal andere keuzes dan zij. Maar zijn dat slechte keuzes? Als je in Palestijns gebied opgroeit en jou wordt alleen maar verteld hoe slecht en wreed Joden zijn, dan geloof je dat uiteindelijk. Dan ga je daarnaar leven. Maar ben je dan een slecht mens?  Wie bepaalt die norm?

Of als jouw ouders vinden dat oom agent niet serieus genomen hoeft te worden. Als jouw ouders het normaal vinden om je te vervoeren in een auto zonder gordels aan te doen. Als jouw ouders het normaal vinden om rokend en vloekend over straat te gaan, meteen aanschelden als iets ze niet zint of losse handjes hebben. Dan kopieer je dat gedrag toch? Maar ben je dan een slecht mens? Wie bepaalt die norm dan?

Mrs. T. verbaast zich regelmatig. Bijvoorbeeld over mensen die in een woonwagenkamp wonen, die geen belasting betalen, die geen gelijk krijgen en daarom maar een snelweg blokkeren. Of over mensen met grote bierbuiken, overhemden die niet meer dicht kunnen, plakplaatjes op armen en …, peuk in de hand en maar tekeer gaan tegen alles en iedereen. We (ook Mrs. T.!) noemen het asociaal. Maar wie bepaalt die norm dan weer? En vinden die asociale mensen dat zelf dan ook? Lijkt Mrs. T. van niet.

Noem het naïef, maar Mrs. T. gelooft toch dat in feite ieder mens goed is. Als we nu zouden kunnen bereiken dat er een universele definitie van dat goed zou zijn, hoe zou de wereld er dan uit zien?

Het goede doel

Samen met Grote Zus ging Mrs. T. deze week langs de deuren. Wij gingen collecteren voor de Nierstichting.

Als jonge tiener collecteerde Mrs. T. voor de Kankerbestrijding. Op een gegeven moment is ze daarmee gestopt. Sinds vorig jaar heeft Mrs. T. het collecteren weer opgepakt. En Grote Zus, die gaat dit jaar weer mee! Grote Zus vindt het leuk om -samen met mama- bij mensen langs te gaan.

Achterom moeten we, aanbellen is hier in het dorp al niet gebruikelijk. En wat de route die wij hebben (in het buitengebied) betreft is aanbellen vaak verspilde moeite. Sommige huizen/boerderijen hebben niet eens een voordeur (of deze is niet meer in gebruik) of bel.

Achterom gaan wij dus. Grote Zus klopt netjes -de collectebus in de hand- en zonder op een reactie te wachten gaan wij vreemde huizen binnen (want zo gaat dat hier, gewoon naar binnen gaan, niet afwachten, Mrs. T. heeft daar zelf toch nog steeds wat moeite mee). ‘Heeft u misschien een bijdrage voor de Nierstichting?’, vraagt Grote Zus (soms haperend, soms vlot, hoe verder op de route hoe vlotter natuurlijk).

Zou het echt helpen? Zo’n kleine meid erbij? Feit is dat iedereen waar wij langsgaan wat geld in de bus doet. En Grote Zus, die krijgt zelfs af en toe een snoepje!

Het is hartstikke gezellig, zo samen onze route doen. Grote Zus hoeft niet mee van Mrs. T., Grote Zus wil graag mee. En daar is Mrs. T. blij mee, dat ze leert wat collecteren is. Maar vooral ook wat de achterliggende gedachte is. Over zieke mensen, over onderzoek dat geld kost, over moeite die vrijwilligers belangeloos voor anderen doen, over dat niet alles vanzelfsprekend is. Het spreekwoord ‘Jong geleerd is oud gedaan’ is wat Mrs. T. betreft hier volkomen op zijn plaats.

Beschermd: Ouders

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gezin | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

39 jaar

Vandaag zijn Mrs. T.’s vader en moeder 39 jaar getrouwd. Paps en mams weten niet dat hun dochter een weblog bijhoudt, maar uiteraard ook vanaf deze plek: van harte gefeliciteerd.

Dank jullie wel voor het liefdevolle, vertrouwde, warme thuis dat jullie voor ons zijn. En wij wensen jullie nog heel veel gelukkige en gezonde jaren samen!

Kus van Kleine Zus, Grote Zus, Mr. T. en Mrs. T.!

Loslaten

Gisteren vroeg Grote Zus na school of ze bij het speeltuintje mocht gaan spelen. Het speeltuintje is een kleine 400 meter van ons huis. Grote Zus moet dan twee straten oversteken. Mrs. T. moet dan loslaten.

Moeilijk is dat. Niet omdat Mrs. T. Grote Zus niet vertrouwd. Grote Zus kan het best. Inmiddels kan ze ook goed klokkijken, dus kan Mrs. T. aangeven hoe laat Grote Zus thuis moet zijn.

Het is meer het idee, dat ze niet dicht bij Mrs. T. is. Dat ze, als ze bijvoorbeeld valt, geen ‘beter-kus-mama’ * in de buurt heeft. Dat ze dus die twee straten over moet steken. Dat zij wel goed uit zal kijken (hoopt Mrs. T.), maar andere weggebruikers?

Maar het hoort erbij. Stapje voor stapje gaat Grote Zus de wijde wereld in. Dat begint met zelf naar oma fietsen, zelf naar een vriendinnetje en nu dus, alleen naar het speeltuintje. Het vertrouwen in Grote Zus is er. En Grote Zus is eraan toe. Nu Mrs. T. nog.

* Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het ‘beter kussen’ de laatste tijd minder goed werkt dan een paar jaar geleden. Waar dat toch aan ligt?

De dag dat de wereld anders werd

11 September 2001 zal in Mrs. T.’s geheugen gegrift blijven staan als de dag dat de wereld anders werd. Zij keek in shock toe hoe zich in Amerika een enorme tragedie ontvouwde. De tv stond continu aan en, hoe verschrikkelijk ook, de verschrikkelijke beelden werden opgezogen door Mrs. T.. Mrs. T. voelde angst, verdriet, woede en wanhoop.

Nog heel goed herinnert zij zich vooral ook de angst om de wereld waarin Grote Zus (toen net twee) zou moeten opgroeien. Mrs. T. heeft een tijdlang gedacht dat er dan toch echt een grote oorlog (de derde?) uit zou breken. Misschien is dat ook wel gebeurd, alleen behoort Europa nu niet tot het daadwerkelijke strijdtoneel.

Op dit moment circuleren allerlei verschillende theorieën over wat er nu precies vooraf is gegaan aan de aanslagen. Weten dat het een terroristische aanslag is geweest is in feite al onverdraagbaar. Moeten aanhoren dat de aanslagen een door de Amerikaanse regering zelf bekokstoofde actie is geweest is voor Mrs. T. absoluut onverteerbaar. Als dat echt zo zou zijn, dan gooit Mrs. T. nu haar laatste restje vertrouwen in de mensheid weg. Dat mag niet zo zijn. Dat kan niet zo zijn.

Onze aardbol is prachtig en enorm. Daar moeten we zuinig mee omgaan. Mensenlevens zijn kostbaar, de natuur, de ruimte, licht, liefde. We moeten dit koesteren. Volgens Mrs. T. zijn er heel veel mensen die dat doen. In de basis doen dat volgens haar alle mensen. De manier waarop we er invulling aan geven is echter vaak al reden genoeg om elkaar te haten. Tolerantie is een vergeten begrip.

Hebben we iets geleerd van 11 september 2001? Mrs. T. heeft geen idee. En dan nog, als we er iets van geleerd hebben. Kunnen wij dan, op ons (huis-, tuin- en keuken-)niveau, iets veranderen?