Goed voornemen?

“24,4 Mensen op elke 1.000 inwoners van Nederland stonden vorig jaar ingeschreven bij Sanquin Bloedvoorziening. In totaal 406.127 donors verzorgden 883.346 donaties”. Dat staat te lezen in Bloedverwant, het blad dat donors elke zoveel tijd thuiskrijgen.

24,4 Op iedere 1.000 inwoners van Nederland. Gossie, ik vind dat weinig. Zou ik de enige zijn die dat vindt?

Trouwe lezers weten dat ik bloeddonor ben. Al jaren. Omdat ik dat belangrijk vindt. Voor mensen in nood. Maar ook voor mezelf. Want iedere keer dat je bloed geeft wordt er een algemene gezondheidscheck uitgevoerd op jouzelf. En dat is fijn. Vind ik.

Uiteraard weet ik van de ophef die er was over de salarissen van de top van Sanquin. Daar heb ik een mening over. Maar dat laat onverlet dat ik vind dat mensen in nood geholpen moeten kunnen worden. Dus ik blijf geven. Want ik vind niet dat stoppen met bloed geven de oplossing is. Zo er al een oplossing is.

Help levens redden staat er op de site van Sanquin: Bloed geven is een eenvoudige manier om het leven van een ander te redden. Van een kankerpatiënt, van een verkeersslachtoffer of een kersverse moeder. Sanquin is altijd op zoek naar nieuwe bloeddonors. Help ook mee levens redden en meld je aan.

Wellicht een goed voornemen voor 2012? Doen!

Reflectie

Het eind van het jaar is een mooi moment om terug te kijken. Een mooi moment ook om vooruit te kijken. Hoe (ver)gaat het mij, hoe (ver)gaat het ons? Wat maakten we mee, welke mooie momenten, welke verdrietige momenten?

Ik kan alleen maar zeggen dat 2011 een goed jaar was voor mij en voor de mensen die mij lief zijn. Daar ben ik heel, heel erg dankbaar voor. Het gaat goed met Grote Zus, het gaat goed met Kleine Zus. Mr. T. en ik zijn blij met elkaar, met wat we hebben en delen.

Het gaat goed met mijn ouders (al schrok ik behoorlijk toen mijn vader ineens bij de cardioloog op bezoek moest) en ook met mijn schoonouders gaat het -naar omstandigheden- redelijk. Mijn schoonmoeder levert meer en meer in maar het feit dat ze er nog steeds is, is bovenal wonderlijk.

Het klinkt misschien wat vreemd, maar Mr. T. en ik zijn ieder jaar met Oud & Nieuw opnieuw verbaasd dat we nog steeds niemand hebben hoeven te begraven. Zijn ouders zijn immers echt mensen van de dag.

Het leven is echter totaal willekeurig als het om de dood gaat: op 24 december stierf, totaal onverwacht, de echtgenoot van onze bakker. Hij is 43 jaar geworden.  Jonge mensen die sterven, ik zal er nooit aan wennen, ik logde er nog niet zo lang geleden over. Gisteren las ik op een blog van iemand die ik al lang volg het verschrikkelijke nieuws dat haar twee kindjes veel te vroeg geboren zijn en dat allebei de meisjes zijn overleden. Wat ongelooflijk verdrietig. Wat moet je dan zeggen? Wat kun je dan zeggen?

Het gaat goed met de meeste mensen om me heen: met vrienden, kennissen en familie. Er zijn helaas wel een aantal mensen uit de familie flink aan het tobben met de gezondheid. Een oom van me ligt momenteel in het ziekenhuis en vecht tegen een akelig syndroom, een andere oom streed dit jaar tegen kanker (en lijkt het gevecht te gaan winnen) maar kreeg daarbij nog een zeer vervelende hernia ‘cadeau’. Hij wordt aan het begin van het nieuwe jaar geopereerd.

Onze familie is best heel hecht, maar het betreft niet mensen uit ons eigen gezin en dan raakt het me op de een of andere manier toch niet heel erg. Gelukkig maar denk ik dan. Want als ik al het leed van anderen op mijn schouders moet dragen dan weet ik zeker dat ik door mijn knieën zak. Als het om familie gaat, dan ben ik meestal meer bezig met het effect dat gebeurtenissen op mijn ouders kunnen hebben. Want van hen hóud ik. Oprecht. Is dit te volgen vraag ik me nu af …

Ik kan niet anders zeggen dan dat het ons heel goed gaat. En, zoals ik ook al twitterde op Eerste Kerstdag, ik vind dat niet alleen heel erg fijn, maar tegelijkertijd ook best een beetje akelig. Want … wanneer zijn wij aan de beurt als het om akelige dingen gaat? Natuurlijk, de mens lijdt het meest van het lijden dat hij vreest. Ik ken deze quote, ik ken hem erg goed en ik leer er de laatste jaren steeds beter mee om te gaan. Maar soms, soms vind ik dat gewoon heel erg moeilijk.

Mijn leven is niet over rozen gegaan. Ik heb behoorlijk wat verdrietige en heftige dingen meegemaakt. Maar op de een of andere manier bagatelliseer ik dat heel snel als ik zulke berichten als van deze kerst hoor/lees.

Mensenlief, wat was 2011 voor ons een mooi jaar en dat is iets om zeer dankbaar voor te zijn.

Weer thuis als de bladeren vallen?

Lieve Mary,

Ik weet niet goed hoe deze brief te schrijven. Ik wil je niet ongerust maken, ook wil ik je niet opzadelen met gevoelens van onmacht en frustratie. Maar toch, lieve Mary, als je ‘ns wist hoe het hier is. Als je ‘ns wist wat wij moeten doorstaan. Ik lig hier in mijn vieze, doornatte spullen, mijn lijf doet pijn, het is koud, ik hoest, ik ben doodmoe. Het moreel is laag, we zijn kapot en de officieren zijn er niet veel beter aan toe. Er is geen viezere oorlog dan een oorlog die in de loopgraven wordt uitgevochten, er zullen hier nooit winnaars uit voortkomen. Nooit. Deze oorlog kost te veel. Van beide kanten.

Ken je John Freemantle nog, van de kermis in Winchester? Hij is gisteren gesneuveld. Trevor McKenzie is vanochtend in vijandig vuur zwaar gewond geraakt. Niemand weet of hij zal overleven, maar hij zal in ieder geval nooit meer kunnen lopen. De angst dat mij zoiets zal overkomen en dat jij dan de rest van je leven met mij opgezadeld bent beheerst mijn gedachten. Dan nog liever dood.

Over een week is het kerstmis. Er gaan geruchten dat er op kerstavond een staakt het vuren afgekondigd zal worden. Ik moet het nog zien. Maar wat zou het welkom zijn. Een paar uur zonder angst, een paar uur zonder herrie, even rust.

Mary, ik denk aan je, elk wakend moment. Continu. Je foto draag ik op mijn hart. Jij bent de enige reden dat ik het volhoud. Mijn lief, mijn gemoed is zwaar, zo ook deze brief. Mijn sombere woorden zullen je treffen, maar ik moest ze kwijt. Sorry mijn lief, maar ik moest ze kwijt.

Lieve Mary, heb een fijne kerst. Denk aan mij.

Met al mijn liefde, Jona


___________________________________________________________________

Schrijf in  300 woorden een verhaal over Kerstmis was de opdracht van de WE-300. De andere bijdragen ook lezen? Klikkerdeklik!

Geen koetjes en kalfjes

In de Kampioen (of all magazines) stond laatst een leuk lijstje. Tenminste dat vind ik. En omdat ik dol ben op lijstjes, plaats ik een aantal vragen uit dat lijstje hier ook. Doe je mee?

  1. Wat is je leukste vakantie tot nu toe?
  2. Welk doel wil je in 2012 bereiken?
  3. Waar zou je het liefst willen wonen?
  4. Wat doe je het liefst tijdens de vakantie?
  5. Wat is je favoriete familietraditie?
  6. Hoe verschilt jouw familie van andere families en hoe denk jij daarover?
  7. Wat is het eerste wat je doet als je thuiskomt na een vakantie?
  8. Wat zou je een vriend uit het buitenland laten zien van Nederland?
  9. Wat mis je het meest als je op vakantie bent?
  10. Wie zou je meenemen op een avontuurlijke reis?

Om de antwoorden gemakkelijker te kunnen lezen, selecteer de vragen, control c en control v in het reactieveld.

Spiegeltje, spiegeltje

Ach nee, dit kan toch zeker niet waar zijn? Besteden we echt gemiddeld zoveel minuten aan ons lijf/uiterlijk?

22 Minuten douchen? Ik douche denk ik 5 minuten, waarvan 1 minuut met water van 17°C. Tja, ieder zijn rariteiten nietwaar? Al is het inderdaad wat langer als er weer geschoren moet worden, want dat doe ik ook onder de douche.

Als ik naar de tijd die Mr. T. voor de spiegel doorbrengt kijk, dan haalt hij dat gemiddelde enorm omlaag. Dat betekent dus ook dat er nog Engelse? mannen zijn die (veel) meer dan 81 minuten bezig zijn. I’m in shock! Er is dus eigenlijk maar één conclusie: mannen zijn gruwelijke ijdeltuiten!

Vertel: hoe lang sta jij dagelijks gemiddeld voor de spiegel / douche je en dat soort dingen?

Oneerlijk

Mr. T. heeft een vriend. Een vriend die not my kind of guy is zeg maar. Ik heb gewoon heel weinig met die man. Maar het is een vriend van Mr. T. en die man (laat ik hem verder Sjef noemen) maakt op dit moment een zwarte periode door.

Sjef ontmoette een jaar of 9 geleden een vrouw (laat ik haar takkewijf Kim noemen). Sjef en Kim werden verliefd, Kim vertrok bij haar toenmalige man en Sjef en Kim werden een stel. Kim had al twee kinderen en uiteindelijk zijn Sjef en Kim getrouwd. Sjef en Kim kregen twee kindjes (nu 4 en 5). Had ik al niets met Sjef, met Kim had ik nog minder. Maar hé, er waren twee mensen gelukkig! Wat wil je nog meer?

De eerste jaren van Sjef en Kim waren (voor zover ik dat kan beoordelen) heerlijk saai (en saai is goed, daar zijn we het toch overeens niet?). Met het opgroeien van de twee oudste kinderen volgden er verontrustende berichten over die twee kinderen (Jeugdzorg, bureau Halt en zo) en duidelijk was dat zowel Kim als Sjef de zorg voor de twee oudsten niet echt aankonden. Dat beloofde wat als de kleintjes groter zouden groeien.

Een dik half jaar kwam het bericht dat Kim verliefd (l’histoire se répète) was geworden op een ander en dat ze bij Sjef weg zou gaan. Gruwelijk vervelend, voor alle partijen. Een huwelijk naar de knoppen, vier kinderen de dupe.

Nu weet ik natuurlijk helemaal niet hoe hun huwelijk was, hoe ze met elkaar omgingen en dat soort dingen. En zoals ik al schrijf, ik héb gewoon niets met beiden, maar op dit moment ben ik eigenlijk toch wel pislink op Kim.

Zij begint een affaire, zij gedraagt zich in de beginperiode dat ze nog samen in een huis wonen als een doorgedraaide tiener (veel uitgaan, totaal geen verantwoordelijkheidsgevoel richting haar kinderen, nachten wegblijven zodat Sjef ‘s ochtends niet naar zijn werk kan en dat soort ‘grappen’), zij eist vervolgens het vertrek van Sjef (die tijdelijk ergens gehuurd gaat zitten), zij woont tot afgelopen week in het huis wat hij lang geleden kocht, zij vertrekt uiteindelijk uit dat huis, zij eist de kinderen op, zij verhuist naar een woonplaats een dikke 25 kilometer verderop (waar ze intrekt bij haar nieuwe lief die ook al twee kinderen heeft!), zij haalt (zonder overleg) haar twee jongste kinderen van school en doet ze op een school in haar nieuwe woonplaats, zij, zij, zij. Zij heeft alle rechten.

Sjef verhuisde gisteren terug naar zijn oude woning (die overigens te koop staat want hij dacht dat het huwelijk voor eeuwig was en trouwde vervolgens in gemeenschap van goederen met haar) en trof een enorme puinhoop aan. Hoe ik dat weet? Nou, Mr. T. ging hem gisterenmiddag mee helpen verhuizen en Mr. T. was verontwaardigd over de troep -letterlijk en figuurlijk- waarin Sjef momenteel zit. Kim verzuimde ook nog even 4 maanden hypotheek af te lossen (Sjef zat elders met een flinke huur te kijken) en betaalde ook geen gas, water en elektriciteit.

Sjef ziet zijn kinderen nu een weekend in de twee weken en is daar diep ongelukkig mee.

Ik ben hier zeer verontwaardigd over. Hoe kan het toch zo zijn dat dit kan gebeuren? Volgens mij heeft de advocaat van Sjef ook wel een paar behoorlijke steken laten vallen, maar hoe kan het nou zomaar gebeuren? Dat een vrouw kan doen wat ze wil en dat een man vervolgens met de ellende zit? Nogmaals, ik weet er het fijne niet van (en dat wil ik ook helemaal niet weten), maar hier begrijp ik geen bal van.

 

De kleine Britt & Knielen op een bed violen

Herinneren jullie deze nog? Vast wel, want zo lang is het nog niet geleden natuurlijk. Inmiddels heb ik twee (autobiografische) boeken van de stapel gelezen.

De kleine Britt van Els Hupkes. Op de achterflap:

In het holst van de nacht, in april 1988, worden Dickie Kahl en zijn famile in een dorp in Noord-Holland van hun bed gelicht. Dickie is de enige die weet waarom die angstaanjagende groep in het zwart geklede mannen ineens in hun slaapkamer staat. Bij de rest van de familie slaat de overval in als een bom. Het bericht dat daarop volgt is zo mogelijk nog erger: Dickie, de man van Zusje en de vader van Lotje, Finn en Louise, blijkt de langgezochte ontvoerder en moordenaar van de zakenman Coens.

In de jaren na Dickies veroordeling proberen alle gezinsleden te leven met de nieuwe werkelijkheid. Voor de kinderen is dat het allermoeilijkst – aan de bloedband met hun vader valt nu eenmaal niets te veranderen. Zusje Winkelman, Dickies vrouw, heeft nog een keuze. Zij zou van hem kunnen scheiden, maar besluit, zonder goed te praten wat hij heeft gedaan, bij hem te blijven.

Els Hupkes (1942) is schrijver en beeldend kunstenaar. Ze heeft drie kinderen. De kleine Britt is haar eerste roman.

Dit boek is geschreven door Els Hupkes, de vrouw van van de ontvoerder van Gerrit Jan Heijn. Eigenlijk weet ik niet zo heel erg goed wat ik van het boek moet vinden.

Het is bij vlagen erg warrig, doet zelfs af en toe wat psychedelisch aan en ik begrijp ook niet zo heel goed waarom de schrijfster bepaalde dingen met ons deelt. Vraag me ook sterk af wat haar kinderen daarvan vinden want een zoon en een dochter worden toch behoorlijk apart (en dan druk ik me voorzichtig uit) neergezet. Ook de familie komt er niet altijd even goed vanaf. Natuurlijk is het heel heftig wat deze mensen meemaken en in feite zijn zij net zo goed slachtoffer van de daden van hun man/vader als de familie Heijn, maar nee, ik snap het niet zo goed dat er zoveel details vrijgegeven worden.

Verder leest het boek hartstikke gemakkelijk, dat dan weer wel en daarom heb ik het uiteindelijk ook gewoon uitgelezen.

Wat heel wat moeilijker leest is, dat raad je beslist al, ‘Knielen op een bed violen‘ van Jan Siebelink. Tenminste, ik hoorde altijd van heel veel mensen dat dat boek bijna niet om door te komen is. Nou ik heb nieuws voor je: ik vond het reuze meevallen.

Op de binnenflap:

“Ik ben altijd bang geweest om het complete verhaal te vertellen: het geleidelijke maar onstuitbare afglijden van een zachtaardig maar in zijn jeugd verwond man – vluchtend in het zwartste calvinisme – en het verdriet dat hij in zijn naaste omgeving veroorzaakt. Het is ook het verhaal van een grote liefde. Een man en een vrouw: de een wil overleven in het hiernamaals, de ander in het nu.” (uit een brief van de auteur aan zijn uitgever)

Er zitten af en toe heel rare kronkelzinnen in het boek, maar ik vond dat niet storend. Af en toe zitten er ook rare tijdsprongetjes in het boek. Ook dat vond ik echter niet storend. Ik vond het thema van het boek erg indrukwekkend. Ik begrijp helemaal niets van religieus fanatisme maar ik vond het confronterend om te lezen hoe een man zo verschrikkelijk meegezogen kan worden in zijn oprechte geloof dat dát de enige juiste geloof(sweg) is. Dat die man vervolgens alles uit het oog verliest. Dat is heftig. Al lukt het zijn gezin toch hem op een gegeven moment -min of meer- terug te krijgen. Tot het einde, want dat einde is wel zo onmenselijk hard. Ik zat gewoon plaatsvervangend verontwaardigd te zijn. Zo mag een leven niet eindigen. Zo moeten mensen geen afscheid moeten nemen van geliefden. Oh wat is dit schrijnend …

De ontwikkeling van de relatie tussen Hans en Margje vind ik overigens erg bijzonder. Margje is een sterke vrouw, zeker voor die tijd. Zij houdt op een heel pure manier stand en durft daden te stellen. De laatste drie zinnen van het boek vind ik getuigen van een bijzonder puur vertrouwen. Erg mooi.

Goed, twee autobiografische boeken dus. Als ik moet kiezen tussen deze twee dan gaat mijn voorkeur toch duidelijk uit naar het boek van Siebelink.

Wat zou jouw keuze zijn?

Als ik

Als ik een maand was, dan was ik …
Als ik een dag was, dan was ik …
Als ik een tijdstip was, dan was ik …
Als ik een planeet was, dan was ik …
Als ik een zeedier was, dan was ik een …
Als ik een richting was, dan was ik …
Als ik een meubelstuk was, dan was ik een …
Als ik een vloeistof was, dan was ik …
Als ik een boom was, dan was ik een …
Als ik een gereedschap was, dan was ik een …
Als ik een bloem was, dan was ik een …
Als ik een weersoort dan was, was ik …
Als ik een muziekinstrument was, dan was ik een …
Als ik een gezichtsuitdrukking was, dan was ik …
Als ik een kleur was, dan was ik …
Als ik een emotie was, dan was ik …
Als ik een soort fruit was, dan was ik een …
Als ik een geluid was, dan was ik …
Als ik een element was, dan was ik …
Als ik eten was, dan was ik …
Als ik een auto was, dan was ik een …
Als ik een plek was, dan was ik in …
Als ik een stof was, dan was ik …
Als ik een smaak was, dan was ik …
Als ik een voorwerp was, dan was ik …
Als ik een lichaamsdeel was, dan was ik …
Als ik een liedje was, dan was ik …
Als ik een schoen was, dan was ik …
_____________________________________________________________________

Een flink invullijstje dit keer, maar wel een leuke. Ooit ergens gelezen. Ik weet helaas niet meer waar.

Om de antwoorden gemakkelijker te kunnen lezen, selecteer de vragen, control c en control v in het reactieveld.