Ik las weer drie boeken, maar wees gerust, het waren drie redelijk dunne exemplaren.
Als eerste was daar ‘Butcher’s Crossing‘ en ik moet zeggen dat dat boek mij meer bekoorde dan Stoner dat ik onlangs las. Waar gaat dit boek over?
Amerika, 1870. De jonge Will Andrews stopt met zijn opleiding aan Harvard en trekt westwaarts op zoek naar avontuur, naar het echte Amerika. Als hij na een lange reis aankomt in het van god en iedereen verlaten dorp Butchers Crossing in Kansas neemt Andrews een ingrijpend besluit: hij gaat mee op wat een van de laatste grote jachten op de bizon zal zijn, een dier dat vrijwel uitgeroeid is door de handel in huiden. De ervaren jager Miller leidt de expeditie naar een kudde van duizenden bizons in een verstopte vallei. Terwijl Miller als een bezetene in de weer is om elke nog levende bizon te doden, worden de mannen in het nauw gedreven door de snel invallende winter en leert Andrews meer van zijn land dan hij ooit had kunnen voorzien. Elk aspect van Andrews beproeving, van de langdurige paardrijritten over de verlaten prairie en het verbeten slachten van de vele bizons tot de harde overlevingsstrijd in de ruige natuur, is beschreven in de onwaarschijnlijk mooie, sobere en heldere stijl van John Williams.
Ik vond het een erg mooi boek. Inderdaad weer sober en je kunt je amper, en tegelijkertijd eigenlijk heel goed, voorstellen hoe dat leven geweest moet zijn. Andrews die zichzelf zoekt, de waanzin van de bizonjacht, de omstandigheden tijdens de overwintering, het debacle als ze terugkeren.
* * *
Sommige vrouwen hebben alles. Ze hebben een leuke baan als actrice, zien er goed uit, hebben ook nog eens verkering met een lekker ding èn het lukt hen wèl om een boek te schrijven. Anna Drijver schreef een heel behoorlijk boek met ‘Je blijft‘. Waar gaat dit boek over?
Dora bekijkt het leven alsof het een film is die ze zelf regisseert en waar alles goed afloopt. Ze houdt van de Nederlandse taal en van gedichten, is dol op haar vrienden en verliefd op het Picassobeeld in het Vondelpark. Ze houdt van pannenkoekenetentjes, van de grote bek van haar vriendin Anniek en van onverwachte vakanties naar Legoland. Na een lange nacht vol eindeloze gesprekken fietst ze in een opwelling met haar vrienden naar het zwembad en belandt met Daaf in een douche. Ze zoenen en alles verandert. Daaf is niet de knapste, niet de stoerste maar Daaf en Dora passen als Duplo in elkaar. Ze zijn onafscheidelijk. Ze nemen samen een bijbaantje als tekstschrijver waardoor ze op begrafenissen terechtkomen van mensen zonder nabestaanden. Daaf en Dora fietsen week in week uit naar uitvaartdiensten van compleet vreemden, om deze onbekende mensen toch een laatste eer te bewijzen en een mooi afscheid te geven. Op de fiets naar huis maken ze plannen voor de toekomst. Op een dag staat ze achter een katheder zoals ze zo vaak heeft gedaan, maar alles is anders. De zaal zit vol bekenden en in de kist naast haar ligt Daaf. In de weken die volgen verliest Dora de grip op alles wat ze zo zorgvuldig met Daaf had opgebouwd. Vluchten is de enige optie, maar hoe moet je verdwijnen als het geluk onder de grond is begraven? Waar kun je heen als je nergens wilt zijn?
Ik vond dit een bijzonder boekje. Hoe rouwen mensen? Geen mens zal dat hetzelfde doen en de manier waarop Dora het verlies van Daaf een plekje probeert te geven (of beter, hoe dat haar eigenlijk niet lukt) is erg mooi beschreven door Drijver. Het feit dat Dora als jong kind haar vader verloor en dat nooit echt verwerkt heeft maakt dat ze het verlies van Daaf nog moeilijker kan accepteren.
* * *
Het derde boekje is ‘Blik op het duister‘ van Andrea Maria Schenkel. Waar gaat dit verhaal over?
De eerste zomer na de oorlog heb ik doorgebracht bij familie op het platteland. In die weken leek dat dorp me een eiland van rust en vrede. Een van de laatste ongehavende plekken na de grote storm die we zojuist hadden overleefd. Jaren later, het leven was weer normaal geworden en die zomer was alleen nog maar een gelukkige herinnering, las ik in de krant iets over juist dat dorp. Mijn dorp was een ‘moorddorp’ geworden en de daad liet me niet meer met rust. Ik ben met gemengde gevoelens naar het dorp gereisd.
Het boek speelt in een Duits dorpje waar een volledige familie uitgemoord wordt. Schenkel laat verschillende mensen vertellen over het gezin en dat maakt het een bijzonder verhaal. Zo komen onder andere de pastoor, de burgemeester, de onderwijzer, de postbode, de zus van de vermoorde dienstmeid, de buren, een monteur en een kruideniersvrouw aan het woord en zij vertellen wat ze gehoord, gezien, gevoeld en ervaren hebben. Tussen deze ‘interviews’ door worden gebeden getoond. Het geloof speelt een erg belangrijke rol in het dorp, maar daardoor worden ook verschrikkelijke dingen verhuld.
Naar welk boek zou jouw voorkeur uitgaan?