Grootmoeder

Een grootmoeder is een mevrouw die zelf geen kinderen heeft, maar wel veel houdt van andermans kinderen. Grootmoeders hoeven niets te doen, alleen maar grootmoeder zijn.

Ze zijn oud en moeten dus geen wilde spelletjes doen of hard lopen. Ze hoeven alleen maar met ons naar de markt te gaan, naar het elektrische hobbelpaard en dan een hoop kwartjes mee te nemen. Of met ons te gaan wandelen en ons dan van alles aan te wijzen, zoals mooie blaadjes en rupsen. En ze mogen nooit zeggen: ‘Schiet nou eens op!’.

Grootmoeders zijn meestal dik, maar niet te dik om je schoenen vast te maken. Ze hebben een bril op en raar ondergoed aan. Ze kunnen hun tanden en hun tandvlees uit hun mond halen.

Grootmoeders hoeven niet knap te zijn, als ze maar kunnen zeggen hoe het komt dat God niet getrouwd is en waarom honden niet van poezen houden. Grootmoeders praten gewoon, niet zo gek als sommige mensen die op bezoek komen.

Als ze ons voorlezen, slaan ze niks over en ze vinden het ook niet erg om een verhaal twee keer voor te lezen. Iedereen moet proberen een grootmoeder te krijgen, vooral als je geen televisie hebt, want grootmoeders zijn de enige mensen die altijd tijd voor je hebben.

Bovenstaande tekst kreeg Mrs. T. onlangs van haar moeder. Geen idee waar hij vandaan komt en in welke tijd hij geschreven is. Wel stond erbij dat dit de woorden zijn van een negenjarige.

Mrs. T. vindt de tekst grappig en ze herkent er ook wel dingen (ondergoed, tanden, voorlezen) in. Geldt dat voor jou ook?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *