Wij zijn ons moeder niet verloren
Daarvoor gaf zij ons te veel
Wat zij ons zei, blijven wij horen
Van wat wij zijn, is zij een deel
Wij komen haar overal nog tegen
In wat we doen en wat we zijn
Zij was en blijft voor ons een zegen
Er is een glimlach bij de pijn.
Wij zijn ons oma niet verloren
Al voelen wij vandaag ook pijn
Van haar kregen wij vaak te horen
Voor iets moeilijks moet je bij oma zijn
Veel hebben wij van haar gekregen
Veel hebben we van haar geleerd
Ook voor ons blijft zij een zegen
Bij oma deed je niets verkeerd.
Wij zijn ons moeder niet verloren
Al rust haar lichaam nu voorgoed
Ze leeft toch door, blijft bij ons horen
Ook nu geeft zij ons kracht en moed
Ze heeft zo dapper doorgestreden
Ze ging haar weg door angst en pijn
En steeds opnieuw zal ze weer leven
Als haar kinderen tesamen zijn
Wij zijn ons oma niet verloren
Ook al is kaarten er niet meer bij
Zij zal altijd bij ons blijven horen
Waren we er met z’n allen, dan was ze blij
Ze had interesse in alles wat we deden
Een luisterend oor, een goede raad
Ze is nu bij opa en heeft nu vrede
We zullen haar missen, onze steun en toeverlaat
(van het bidprentje van oma)
Oma
27 januari 1915 – 22 februari 1994