Wakkerwijsfee (deel 3)

Het slot van de trilogie is gemaakt. Grote Zus heeft zichzelf overtroffen en zeven bladzijdes volgepotlood over de wakkerwijsfee. Wil je deel 1 of deel 2 nog een keer lezen? Klik en klik.

 

Gelukt! Ha!

Deel 3!!!

nog even wachten! pf wat duurt het lang!

het meisje ligt uitgeput in haar bed.

het duurt nog even zegt de mama van het meisje tegen de papa.

en dan gebeurt het …

langzaam gaan de ogen van het meisje open …

w…waar ben ik? vraagt het meisje zacht.

je bent thuis zegt haar papa

de wakkerwijsfee hat dat getovert een f..f..fee!

stamelde het meisje.

ja een fee. en nu naar school!

wat is school? vroeg het meisje. oo daar leer je

rekkenen en taal en nog veel meer zij de papa.

dan ga ik maar! tot straks papa en mama, zij het meisje.

op school!!!

daar zat ze aan een tafeltje. de jufrouw vroeg

aan het meisje, hoeveel is 88 + 70 = 158! zij het meisje.

korekd! zij de jufrouw echt helemaal goed! jij mag

naar groep acht!!!

jij bent de beste leeraar van de school!!

de juf ging samen met het meisje naar groep 8!

kijk eens! meester klaas we hebben bezoek!

oo ja? oo kijk juf lisa! en een kindje. wat

scheelt er? juf lisa.

dit kindje kent de sommen van groep acht al! dus is er

nog een plekje vrij?

ja kom maar. dag zij het meisje tegen juf lisa.

en dan ineens trinnn!

de bel gaat allemaal een fijn weekend zij meester klaas.

tot het volgende boek!!!

het meisje sliep nog steeds tot de dag van school …

Medische molen

Mrs. T. draait inmiddels haar rondjes in de medische molen. Een tijdje geleden schreef Mrs. T. over het feit dat ze zich niet al te best voelde. Lichamelijk was vooral de pijn op haar borst en haar voelbare hartslag iets wat haar ernstige zorgen baarde en als je eenmaal in dat ‘zorgen-maak-cirkeltje’ zit dan is het niet zo eenvoudig om er weer uit te komen.

Enfin, de huisarts zag weinig andere mogelijkheden meer om Mrs. T. gerust te stellen dan haar door te sturen naar de cardioloog en daar is Mrs. T. eind januari dus geweest. Na een globaal onderzoek vond de cardioloog het raadzaam de hele onderzoeksriedel te doorlopen. Mrs. T. schrok daar best van, maar gezien het feit dat hartziektes in de familie zitten, vond de cardioloog dit noodzakelijk. Dat betekent dat er inmiddels een bloedonderzoek en een fietstest (eitje!) gedaan zijn, röntgenfoto’s en een echo gemaakt zijn en dat Mrs. T. op dit moment 24 uur lang een apparaatje draagt waarop haar hartslag geregistreerd wordt (vanmiddag wordt het apparaatje verwijderd, gelukkig want de plakkers beginnen danig te irriteren). Eind februari volgt de uitslag.

Tevens is Mrs. T. bij de psycholoog geweest om over haar leven te praten. Tjonge, jonge, zult u denken. Nou, dat dacht Mrs. T. dus ook. Is dat nou allemaal wel nodig? Maar Mrs. T. is van het principe ‘wie A zegt, moet ook B zeggen’. Het is niet leuk, het is confronterend, maar Mrs. T. moet er doorheen, want zoals ze de afgelopen tijd heeft gepiekerd en getobd, dat is helemaal niets.

Het feit dat haar klachten serieus genomen worden doet Mrs. T. goed, het praten over haar leven ook. Het is sowieso best ‘ns fijn om met een wildvreemde (die er dan ook nog verstand van schijnt te hebben) te praten over jouw leven, jouw geluk, jouw angsten. Mrs. T. staat bekend als een sterke vrouw en Mrs. T. weigert ook om zich ‘iets aan te laten praten’, maar een nuchtere kijk op hetgeen je is overkomen is verhelderend. Er is nogal wat gebeurd in haar leven, maar Mrs. T. heeft het idee dat ze dat allemaal gewoon goed verwerkt heeft. De psycholoog bevestigt tot op heden die indruk ook wel, echter zegt hij: alles wat je meemaakt laat zichtbare of onzichtbare ‘littekens’ achter en een boel van die littekens bij elkaar kan zich uiten in de lichamelijke klachten die Mrs. T. heeft.

Verder gaat het eigenlijk best heel goed. In ieder geval gaat het heel, heel, heel veel beter dan in december en begin januari. In hoeverre de voetreflex daarmee van doen heeft, dat weet Mrs. T. niet, maar die voetmassages (en nee, dat kietelt dus echt niet) bevallen haar erg goed.

Nummer 13866

Een nummertje trekken, een nummertje maken, een nummertje zijn, tegenwoordig bepalen nummers ons leven. Zonder sofi-nummer bestaat een mens bijvoorbeeld niet. Sloeg men in het stenen tijdperk de aanstaande bruid met een knots de schedel in, nu vragen wij een meisje om haar nummer. Jörgen Raymann, tijdens de wiskundelessen regelmatig op zijn nummer gezet, beantwoordt in dit programma belangrijke vragen als: ‘Wat is de zin van het leven?’ en ‘Wat is de wortel uit 7?’. Een avondje numerologie à la Raymann.

Zo wordt de theatershow van Jörgen Raymann aangekondigd en deze aankondiging trok Mrs. T. best wel. Samen met vriend W ging Mrs. T. daarom afgelopen maandag naar deze voorstelling. In de hoop aangenaam vermaakt te worden.

Dat viel helaas (wat) tegen wat W en Mrs. T. betreft. De show zat best goed in elkaar en Jörgen speelt zijn rol heel erg goed. Maar het soort humor en de overdaad aan sexueel getinte grappen waren niet echt aan Mrs. T. (en ook niet aan W) besteed.

We waren eensgezind in onze conclusie: leuk voor één keer, maar daar blijft het dan ook bij.

Beter een goede buur?

In de achtertuin van het huis waar Mrs. T. opgroeide was een muur. En in die muur zat een poort. Als je door die poort liep dan kwam je in de tuin van opa en oma. Mrs. T.’s ouders woonden aan de ene kant van een twee-onder-één-kapper, haar opa en oma aan de andere. Toen opa en oma naar het bejaardentehuis vertrokken bleef de jongste broer van Mrs. T.’s moeder in het huis wonen met zijn nieuwe vrouw (en later zijn kinderen).

De poort bleef uiteraard in gebruik. Hij werd (en wordt) vele malen per dag gebruikt om op en neer te lopen. Er wordt over en weer koffie gedronken en voor heel veel belangrijke (en nog veel meer minder belangrijke) boodschappen wordt op en neer gewandeld.

Grote Zus en Kleine Zus weten de weg naar de buren inmiddels ook goed te vinden. Vooral ook het kleine fonteintje bij oom en tante in de tuin met een kaboutertje met kruiwagen en heel veel kiezeltjes is machtig interessant. Naast de familieband kan Mrs. T. dus spreken over een heel hechte band met de buren.

Dat heeft Mrs. T. niet met haar huidige buren. En dat mist ze ook niet hoor. We (vooral Mr. T. trouwens, want Mrs. T. is niet zo van het praten over koetjes en kalfjes met mensen die ze nauwelijks kent) praten af en toe met ze als we ze buiten tegenkomen. Ze kwamen op kraamvisite bij de geboortes van de meiden en we stoppen met kerst trouw bij elkaar goede wensen in de brievenbus.

En, en dat is het belangrijkste, we kunnen op elkaar een beroep doen als het echt nodig is. Dat geldt voor alle buren die Mrs. T. heeft, ze telt ze even voor het gemak: zelfde inrit, andere helft 2-onder-1 kap, overburen (2x). Een buurtvereniging kent onze straat ook niet (vroeger wel), maar daar heeft Mrs. T. helemaal geen behoefte aan. Het is zonder zo’n vereniging al meer dan druk genoeg met van alles en nog wat.

En jij, heb je (veel?) buren dichtbij? Veraf? En wat voor band heb je dan met ze?