Kerstestafette

En zo deed Mrs. T. mee aan de Kerstafette van het Schrijvers-collectief. De spelregels waren als volgt:

Het duurt nog even voor het Kerst is, maar om ervoor te zorgen dat wij allemaal tijdig in de juiste stemming geraken, is het Schrijverscollectief al jinglebellend gekomen tot het idee van .. een kerst-estafette!

Wat houdt dat precies in? In stukjes van maximaal 150 woorden, maken we met elkaar het prachtigste, ontroerendste, bijzonderste, meest humoristische, spraakmakendste kerstverhaal ooit geschreven. Wie eraan wil meedoen, kan zich vóór 5 december opgeven via het mailformulier van het Collectief. Wij maken dan een planning, en iedereen krijgt een datum toegewezen.Ten overvloede: je borduurt dus voort op de verhaaltjes van degene(n) vóór je.

Er moet natuurlijk vaart in zitten. Je hebt dan ook maar 2 dagen de tijd om je bijdrage in te leveren. De stukjes zullen worden geplaatst tussen Sinterklaas en Kerst. (Mrs. T. leverde uiteindelijk deel 8.)

Deel 1 door Jowi:

‘Een kribbe.’ Greetje buigt zich naar voren. Haar zwangere buik zit in de weg en er is ook al nauwelijks licht. Maar dat halve ei van hout dat Roer met zijn lamp beschijnt, móet wel een kribbe zijn.

‘Ach welnee,’ zegt Roer, geïrriteerd dat zijn vrouw zo massief voor zijn neus staat. ‘Dat hadden we heus eerder gezien.’ In dat ene zinnetje zit al zijn frustratie. Een nieuw, gigantisch huis  dat ze samen gingen opknappen, dát was de bedoeling. Maar Greetje werd meteen zwanger en sindsdien staat Roer er alleen voor. Al een half jaar slaat hij met hamers op zijn duim. Steeds luider vloekend.

Het bomvolle schuurtje hebben ze tot nu toe links laten liggen, totdat Greetje er vanavond per se naartoe wou, ‘gezellig op onderzoek uit’.

Roer schijnt zijn zaklamp lusteloos wat om zich heen, zonder op Greetjes protesten te letten. Dan stokt zijn adem.

Deel 2 door Neustradamus

Vijf uur eerder.

Als de 37-jarige docente Taalbeheersing Josca Wiltz even over tienen de vertraagde intercity naar Arnhem instapt, gaat zij er nog van uit dat zij die avond bij haar ouders in Oosterbeek zal aanschuiven voor het kerstdiner:  konijn met cranberrysaus. Altijd konijn met cranberrysaus. Van Greetje en Roer uit Klein Dochteren heeft ze dan  nog nooit gehoord.

Even buiten Utrecht zoekt de trein de A12 op. ‘Auto’s’ merkt de oude vrouw tegenover haar op. Haar reisgenote, een ongeveer even oude vrouw met meekleurbril, murmelt iets terwijl haar mond een Werther’s Echte onder controle probeert te krijgen. Oude mensen zijn kleuters, denkt Josca. Ze praten over boodschappen, de buren en het weer en roepen ‘auto’s’ als ze auto’s zien. En luisteren doen ze allang niet meer, bittert ze verder en ze denkt aan haar vader.

Ze bukt om haar spa blauw en ‘Hoe en Wat in het Grieks’ (Kosmos, 2003) uit haar tas te halen, maar wordt hard teruggeworpen in haar stoel. Tien seconden later staat de trein stil. Het is zeventien over tien op de ochtend van Eerste Kerstdag, ergens tussen Driebergen en Maarn.

Deel 3 door Trui

Greetje slaakt een kreet en begint dan zenuwachtig te giechelen. Roer laat een hartgrondig “Gadverdamme!” horen en richt de lamp op haar gezicht.
“Wat sta je daar nou dom te lachen?!” snauwt hij.

Greetje probeert een serieus gezicht te trekken, maar faalt op alle fronten.
“Sorry schat, ik moest opeens aan Flappie denken. Je weet wel, van Joep van….. laat maar zitten.”
De lamp zwaait weer terug naar het voorwerp, dat hen liet schrikken: een oude vogelkooi, met daarin een half vergaan en verschrompeld konijn.
“Hihi” giechelt Greetje weer, “was het een vliegend konijn of een …” Ze zwijgt bij het zien van de vernietigende blik van Roer.

Roer duwt Greetje de lamp in haar hand en gromt: “schijn effe bij”. Hij trekt de kooi tussen de rotzooi vandaan, loopt er mee naar buiten en laat hem prompt uit zijn handen vallen als hij Greetje hoort roepen.
Ze schijnt met de lamp op een smerige, oude koffer. Ze buigt naar voren en houdt de lamp bijna bovenop het label aan het handvat.
“Markus Wiltz” leest ze.

Deel 4 door Henriëtte

Josca plukte de Werther’s Echte van haar rok, die door de ruk vanachter de bejaarde prothese in haar schoot was geworpen. Er ontstond grote commotie toen de conducteur iedereen verzocht uit te stappen.

”We hebben een gebroken bovenleiding. De bussen zullen vanuit Utrecht binnen anderhalf uur aanrijden om u naar het station in Arnhem te brengen.
Ik wens u een fijne Kerstdagen mensen”.

Daar stond ze dan. Verlangend keek ze naar de snelweg waar de auto’s voorbij raasden richting konijn met cranberrysaus en nam een kordaat besluit. Ze trok haar kraag op en resoluut zocht ze haar weg richting snelweg, net doende alsof ze haar medereizigers niet hoorde die haar terugriepen.
Op de vluchtstrook installeerde zij zich met een verleidelijke pose.

Met een wild gebaar van haar hoofd gooide ze haar lange haren naar achteren, trok de band van haar rok iets op en stak haar plakkerige duim in de lucht.

Deel 5 door Plien

Markus Wiltz???? Ronddwarrelend stof kriebelt haar neus, de muffe ontbindingsluchten zijn misselijkmakend. Als ze hard moet niezen, voelt ze vocht langs haar benen sijpelen. “Roer!!!!!!!!!!!!“ Meteen daarna kotst ze stukken kerstkrans in chocoladedrab over haar hand op de koffer.

“Au! Kutkooi!” Hij geeft het ding een rotschop en strompelt terug naar binnen, op het licht af. Hij rukt de lamp uit haar handen. “Tjezus Greet, gadver! Waarom moest je ook zonodig een kind krijgen! Hou die rotzooi bij je, ja!” Even staat ze paf, dan draait ze zich om en rent in paniek het schuurtje uit. Haar handen beschermend onder haar buik.

Zijn rechterdijbeen trilt, aarzelend trekt hij de gsm uit zijn zak. Greetje kan wachten, gewoon last van aanstelleritus. De display licht op. Jack Wiltz.
“Dag Jack.”
“Hee jongen, waar blijven jullie?”
“Uh, ja sorry. Greetje is niet…”
“Je hebt het haar toch wel verteld? Van Josca bedoel ik?”

Deel 6 door Saskia

Geen ziel leek zich te bekommeren om de eenzame vrouw in fraaie pose. De wind huilde langs de berm en prikkelde haar ogen. Koude vlagen drongen honend door haar mantel. Josca verwenste alle bestuurders, omdat ze haar negeerden. Zelfs obsceen gebaren en spottend wuiven liet men na.

“Waar is toch het ware kerstgevoel gebleven?” verzuchtte ze. Ze nam plaats op de vangrail en sloot haar ogen. Alle geluid verstomde. Het ijzige metaal werd de fluweelzachte zitting van een stoel aan de lange kersenhouten tafel. Voor haar zat Markus. Zijn ogen helder, zijn stem kalm.
Op zijn gelaat de flikkering van de kaars tussen hen in. Ze herinnerde zich alles zeer levendig. Hun laatste kerst samen. Markus is niet meer. Reeds drie jaar… Toet-toet! Josca schrok op. Er was iemand gestopt.

”Halleluja,, prevelde ze, geprezen zij de Heer.” Ze lichtte haar bagage en strompelde op haar Manolo Blahniks richting het witte voertuig.

Deel 7 door Mark

Piepende banden. Een klap. Josca´s hoofd spat uiteen op de voorruit. Dan is het stil. Doodstil. De chauffeur schreeuwt een wanhopig ” Jezus Maria!!” de Stille nacht in. Klein Dochteren rouwt.

Greetje schrikt op. “Jezus zal hij heten,” zegt ze rustig. Roer kijkt haar vragend aan. Ik hoorde een stem. En het waren niet de vliezen die braken, het was een ongelukje. “Jezusnogaantoe,”stamelt Roer .” Nee, gewoon Jezus, corrigeert Greetje.

Jack Wiltz komt binnen. Voor een herder is hij niet groot. “Heeft Roer je verteld over Josca?” valt hij met de deur in het stalletje. “Ik huwelijk mijn zoon niet uit. Josca is een naam die ongeluk brengt,” zegt Greetje. “Ja, dat heb je met een vrouw die in de toekomst kan kijken,” zegt Roer verontschuldigend. Jack schopt gefrustreerd tegen de koffer van Markus Wiltz.
Die springt open en Roer haalt er een zakje uit. Er zit een briefje bij. “Ooit zullen ze befaamd worden, maar ze plakken nu nog te veel. Adieu Markus.” Greetje proeft een bruine brok uit het zakje en “ziet” dat ze helpen tegen tepelkloven.

Dan horen ze rumoer. Ze haastten zich naar buiten. Herders wijzen naar de hemel waar honderden kometen kris-kras hun lichtende strepen trekken. “Nachtschrijvers, nachtschrijvers” roepen de herders opgewonden. Iedereen kijkt naar Greetje. Zij is de enige die ze kan lezen.

Deel 8 door Mrs. T.

Greetje echter heeft andere zorgen. Inmiddels sijpelt er toch vruchtwater haar kousen in en vreemde krampen waren door haar onderlijf. Om de haar vol verwachting aankijkende menigte enigszins tegemoet te komen grimast ze ‘de sterren verkondigen de komst van een waarlijk groot mens’.

Roer ziet dat Greetje het zwaar te verduren heeft en samen met Jack brengt hij haar naar binnen. Op de canapé vlijt zij zich neder. Het is verbazingwekkend hoe zorgzaam Roer plotsklaps is. Was hij zojuist bozig en ongeduldig, nu is zijn toewijding voor haar alleen. Roer zorgt ervoor dat Greetje comfortabel ligt en dekt haar warm toe. Hij zegt haar Jack uit te laten en dan terug te komen.

Als hij wat later binnenkomt, is hij confuus van de informatie die hij van Jack kreeg. Eén ding gooit hij er meteen uit: Jack’s zus Josca is verongelukt, haar dochtertje Maria Magdalena van 2½ is nu wees.

Deel 9 en 10 door Stoere en Ilse samen

Greetje trekt een gezicht alsof ze plotseling drie klonen van Roer moet baren. ‘Verdomme, Roer. Ik moet persen!” Ze slaat met haar vuist op de werkbank. “Kijk snel hoe het ervoor staat!”
Roer staat perplex. Is dit zijn Greetje? ‘ Rustig maar, ik zal je helpen zoals Jozef dat deed bij Maria, hé? ” Hij puft onhandig mee en omvat haar buik.
“Nee!” gilt ze. “Rot op met je gezellige kerstverhalen! En laat me los! Ik heb tien centimeter ontsluiting, man! Ik moet persen! Nu!” Ze schreeuwt het uit: “Oh Jack, help me toch!”. Ze lekt een straal vruchtwater over Roer’s suede schoenen.
“Nou nou, dit baart mij zorgen”, zegt Roer terwijl hij een vies gezicht trekt. ”Wel verdomme, wat lult ze nou over die Jack ineens?” denkt hij grimmig. Hij haalt zijn sigaretten uit zijn jaszak en steekt er een op. Nadenkend staart hij voor zich uit.
Vanaf haar kraambed beziet Greetje hem. ‘Ah God, zoals hij daar nu staat. Dat heeft eigenlijk wel iets impressionistisch’. Even voelt ze iets van liefde maar dan schreeuwt ze weer: ‘Jack, oh Jack help me!’. Arme Roer, het begint hem te dagen. Hij dooft zijn peuk en vertrekt naar het café.

Buiten komt hij Jack met Maria Magdalena in zijn armen tegen. Zij kijken hem onderzoekend aan.
“Geen land met haar te bezeilen”, zegt Roer terwijl hij wijst naar de richting waar hij net vandaan komt. Om zijn woorden kracht bij te zetten, haalt hij zijn schouders op en schudt zijn hoofd. Jack rent op Greetje’s gegil af.

Greetje’s ogen lichten op als ze hen binnen ziet komen. Jack, hij weet van wanten en bet Greetje’s voorhoofd. “Je doet het heel goed”, zegt hij liefdevol. “Ik zie het hoofdje al”.
En dan slaakt Greetje haar oerkreet en bevalt van Jezus. Jack knipt de navelstreng door en overhandigt zijn zoon aan Maria Magdalena. Die legt hem voorzichtig in de kribbe, haar ronde kinderogen zo vol van liefde voor dit kind.

Ondertussen kijkt Roer om zich heen in het café. Zijn oog blijft hangen op een prachtwijf, slank en lenig als een Leopard. Haar eindeloos lange benen gehuld in zwarte kniehoge laarzen. Haar parmantig achterwerk omvat door een zwart leren billentikkertje. Ze voelt zijn ogen prikken en zwaait haar glanzendzwarte haar loom naar achteren.
Hij stapt op haar af en bestelt zijn bier. “Mijn vrouw begrijpt me niet”, valt hij met de deur in huis. Hij neemt snel een slok en gluurt. Ze heeft bruine ogen en een heerlijk pruimenmondje. ‘Lucille, aangenaam’, zegt zij zwoel en hangt over de bar als een lellebel in hart en nieren. “Ze ligt te bevallen’ , stamelt Roer en grijnst onhandig. “Maar daar zit je als man toch helemaal niet op te wachten, op zo’n bevalling”, zegt ze als ze zijn haar uit zijn gezicht strijkt.”Niet bepaald”, zegt Roer. “Wat denk je ervan”, zegt hij dan. “Zullen wij samen.. wij tweeën.. jij en ik?” Lucille giet haar rosé achterover, ze heeft wel zin in deze Vreemdganger. Samen vertrekken zij in de donkere nacht.

In de schuur geeft Maria Magdalena Jezus kleine kusjes.”Dat is je neefje”, zegt Greetje warm. Jack zoekt ondertussen naarstig in die kist vol met spullen naar een luier. Dan vindt hij een vergeelde brief. He, Greetje, moet je zien!’ Nieuwsgierig vouwt  hij de papieren open.” Yes, dit is het!” roept hij, zo blij als een kind. ” Markus’ recept voor Werthers Echte! Greetje, we zijn rijk! We hoeven nooit meer te werken! ”

Jezus begint van schrik te huilen. “Goh”, zegt Jack weer bij zinnen. “Waar is Roer eigenlijk gebleven, komt hij nog terug?”
“Tsja”, zegt Greetje. “Weet ik veel. Jij hebt hem waarschijnlijk nog buiten gezien. Ik heb niks meer van hem gehoord. Ik zal eens kijken of ik kan zien waar hij is”. Ze ze sluit haar ogen, maar kijkt bedenkelijk. Haar voorspellende gaven zijn verdwenen. “Ach, het was zeker kraamvrouwenkoorts,” denkt ze berustend.

Buiten is het koud. Aan de heldere hemel straalt een ster. In de warme schuur zitten Greetje, Jack en Maria Magdalena om de kribbe heen. Ze kijken naar dat kleine kindeke dat zachtjes pruttelend slaapt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *