Zaaien

Dat Mrs. T. worstelt met het geloof dat weten de meeste trouwe lezers wel. Van huisuit is Mrs. T. Katholiek, tot een bepaalde leeftijd (geen idee meer welke) was het verplicht elke zondagochtend naar de kerk. Mrs. T. vond dat kerkgedoe maar niets en dat liet ze merken ook. Op een gegeven moment hoefde Mrs. T. daarom niet meer met haar ouders mee naar de kerk. Mrs. T.’s moeder zegt nu wel ‘ns dat ze misschien toch wel te snel hebben toegegeven.

Daar is Mrs. T. het niet mee eens. Volgens haar laat geloof zich niet dwingen en zal (openstaan voor) geloof vooral ín iemand zelf moeten zitten. Dat het dan gekoesterd en gecultiveerd moet worden, dat is een tweede. Grote Zus is inmiddels een jaar misdienaar en dat vindt ze erg leuk. Af en toe gaat Grote Zus ook zonder dat ze de mis moet dienen naar de kerk, maar dat gebeurt niet heel vaak. Grote Zus leest soms in de kinderbijbel, in het prachtige boek ‘Over engelen, goden en helden‘, stelt ons regelmatig leuke (en soms ook moeilijke) vragen over God én zegt voor het slapengaan altijd een gebedje op (hoewel ze aan heeft gekondigd dat ze daarmee gaat stoppen als ze negen is en dat is dus vanaf morgen). Wat Mrs. T. wilde zeggen is dat ze denkt dat het met Grote Zus gewoon wel goed zit, ze mag op haar eigen manier en tempo ontdekken of ze het geloof de moeite waard vindt.

Mr. T. gelooft wel maar hij toont dat niet door uitermate trouw kerkbezoek. Mr. T. gelooft in zijn hoofd zeg maar. Mr. T. is wel actief in de doopvoorbereidingswerkgroep van de parochie. Een werkgroep die ouders die hun kindje laten dopen uitnodigt om een avondje te praten over wat de doop inhoudt, wat er tijdens de ceremonie gebeurd en waarin ook gesproken wordt over de reden waarom men het kindje laat dopen.

Mrs. T. vindt het (ondanks -of misschien juist dankzij- haar eigen ‘zoektocht’) belangrijk dat zij en Mr. T. de meiden iets van een basis meegeven wat het Katholieke geloof betreft. Dat ze de goede dingen van het geloof ontdekken, het vertrouwen dat het kan geven, de mooie verhalen, de rust. Dat ze de communie doen omdat ze bij God willen horen en niet alleen omdat ze dan veel cadeautjes krijgen. En met het leggen van die basis kan je volgens Mrs. T. niet vroeg genoeg beginnen.

Sinds kort worden er hier in het dorp (een paar keer per jaar) zogenaamde peuter- en kleutervieringen gehouden. Dan wordt aan de hand van een mooi verhaal vertelt over Jezus en de dingen die hij deed. Er is wat muziek en wat te kijken en het duurt zeker niet te lang want de kleintjes kunnen nog niet zo heel lang geconcentreerd luisteren. En daar gaat Mrs. T. vanavond samen met Kleine Zus naar toe.

De vorige keer ging Kleine Zus samen met haar oma. Toen kreeg Kleine Zus een klein zaadje dat oma in een potje met aarde deed. Dat potje stond een aantal weken hier op de vensterbank en Kleine Zus keek het plantje zo ongeveer uit het zand naar boven. Ze was er zo trots op, op háár plantje! Toen het plantje een behoorlijke lengte kreeg verhuisde het naar buiten, waar het trouw verzorgd werd door Kleine Zus. Na een aantal weken kwamen er knoppen in en uiteindelijk bloemen. Het zaadje bleek een blauwe haagwinde te zijn met prachtige bloemen die na een dag bloeien afvallen. De haagwinde bloeit nu al zeker 8 weken en Kleine Zus is er maar wat trots op, op haar plantje dat ze ‘gekregu heef in de kerruk’! Wie zaait die oogst, zegt men. Zou het wat dit betreft ook gelden?

Mrs. T. stelde de vraag al eerder, maar vooruit nog maar een keer. Ben jij gelovig? En zo ja, hoe ga je om met het geloof en jouw kinderen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *