Stenen van de rivier

En weer las Mrs. T. een fantastisch boek. Nu weet ze heus wel dat ze vaker enthousiast is over de boeken die ze leest, maar dit boek ‘Stenen van de rivier‘ is een echte mustread! Echt, echt, echt waar!!! Het boek deed Mrs. T. huilen, zo mooi, zo aangrijpend.

Op de achterflap:

In de zomer van 1915 wordt in een kleinburgerlijk stadje aan de rijn Trudi Montag, een dwerg, geboren. Doordat zij gevangen zit in een lichaam dat ze verafschuwt, voelt ze zich een buitenstaander, iemand die geen deel heeft aan de maatschappij. In die maatschappij, intussen, voltrekt zich een ramp: Duitsland staat aan het begin van een grote catastrofe.

Het leven van Trudi wordt gevolgd vanaf haar geboorte tot een aantal jaren na de Tweede Wereldoorlog. En dat leven is een aangrijpend, pijnlijk, mooi, gelukkig, heftig leven. Trudi maakt heel, heel, heel veel dingen mee in haar leventje. Het stadje waarin zij leeft maakt in diezelfde periode ook heel, heel, heel veel dingen mee. De schrijfster volgt zowel Trudi als de inwoners van het stadje en verweeft beide verhaallijnen perfect in elkaar.

Het boek gaat onder andere over de grote eenzaamheid die Trudi kent omdat ze haar lichaam niet kan en wil accepteren, over ontmoetingen die plaatsvinden, over gebeurtenissen, over de oorlog, wat de oorlog doet met het Duitse volk. Het boek gaat over de liefde die Trudi leert kennen. Trudi is de rode draad in het boek, maar er worden van heel veel meer personages korte of langere stukken verteld. Het boek gaat over helden, meelopers, slachtoffers en daders van het Nazi-regime.

Als kind dacht Trudi Montag dat iedereen wist wat er vanbinnen in anderen geberude. Dat was voordat ze had begrepen dat anders-zijn iemand macht gaf. En dat anders-zijn lijden met zich meebracht, en de zonde van opstandigheid tegen een onbekwame God. Maar vóór die tijd – jaren en jaren voordien – had ze gebeden dat ze mocht groeien.

Elke avond was ze in slaap gevallen met op haar lippen het gebed dat haar lichaam zich, tijdens haar slaap, zou rekken, dat het de lengte mocht krijgen van dat van andere meisjes van haar leeftijd in Burgdorf – niet eens een lichaam als van lange meisjes als Eva Rosen, die op school korte tijd haar beste vriendin zou worden -, maar een lichaam met armen en benen van normale lengte en met een klein, welgevormd hoofd. Om God een handje te helpen ging Trudi in deuropeningen hangen aan haar vingers tot ze gevoelloos werden, en dan was ze ervan overtuigd dat ze kon voelen hoe haar botten langer werden; ‘s avonds bond ze vaak haar moeders zijden sjaals om haar hoofd – de ene rond haar voorhoofd, de andere onder haar kin geknoopt – om te voorkomen dat haar hoofd nog verder uitzette.

Wat had ze gebeden. En elke ochtend, als haar armen nog steeds gedrongen waren, en haar benen de vloer niet wilden raken als ze uit bed kwam, zei ze tegen zichzelf dat ze niet hard genoeg gebeden had, of dat het nog niet het juiste moment was, en dus was ze blijven bidden, verlangen en geloven dat alles waarvoor je zó hard bad, toch vast en zeker vervuld zou worden, als je maar geduld had. (de eerste bladzijde van het boek)

Dit boek deed Mrs. T. huilen. Stenen van de rivier is een prachtig boek.

Beschermd: Modeshow

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

Vindt u dit normaal?

Vindt u dit normaal?

Het bericht dat afgelopen weekend in Uden ambulancepersoneel is aangevallen door een stelletje (excusez le mot) randdebielen liet Mrs. T. voor de zoveelste keer denken: ‘waar gaat het toch heen met ons land?’. Dat is beroerd, want Mrs. T. vindt dat we in een hartstikke mooi en welvarend land leven waarin het goed wonen is.

Wat is dat toch? Waarom worden de mensen in ons land steeds agressiever? Hoe komt dat? Omdat we het té goed hebben misschien? Omdat we menen overal maar recht op te hebben, omdat we een ander niets meer gunnen? Omdat normen en waarden iets voor (again excusez le mot) mietjes is? Omdat we elkaar maar opjutten en opjutten en …?

Dat kan Mrs. T. zich allemaal niet voorstellen. Echt niet. Nog niet! Dat wíl ze zich ook niet voorstellen! Want ergens denkt Mrs. T. nog steeds dat alle mensen in wezen goed zijn. Alleen, waarom zie je dat dan steeds minder?

Is het de macht van de media? Die dit soort nieuws met veel bombarie brengt en bij voorkeur ook nog opblaast en tot in den treure uitdiept?

Is het gewoon echt zo dat we onszelf verloren zijn? Dat we geen benul meer hebben van wat sociaal acceptabel gedrag is? Waar gaat het dan fout? Voeden we onze kinderen verkeerd op? Hanteren we te weinig regels, te weinig straf misschien en zijn er te weinig consequenties bij verkeerd gedrag? Is het kuddegedrag, erbij willen horen, stoer willen doen?

Wat is het dan???? En hoe gaat dit aflopen????

Mrs. T. verzamelde een deel van haar ‘maatschappelijke’ logjes ooit in dit logje. Dus mocht je interesse hebben: klikkerdeklik!

Op deze website staat informatie over de nieuwe campagne ‘Vindt u dit normaal?’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties. Een campagne tegen de agressie en intimidaties die mensen in publieke functies over zich heen (kunnen) krijgen. Het is toch van de zotte dat zo’n campagne nodig is! Dit soort zaken moet toch uit te bannen zijn. Toch? Maar hoe …

Laat jij hier nou ‘ns weten wat jij van dit alles vindt, want Mrs. T., die weet het inmiddels echt niet meer hoor. 🙁 

Beschermd: Puzzelen

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

W.o.W.: houvast

Ik ben het volledig kwijt. Alle houvast die ik in mijn leven heb is verdwenen. Teruggeworpen ben ik. Teruggeworpen in mijn eigen kleine wereldje, afhankelijk van anderen. Van mijn ouders, vrienden, familie. Ze komen graag zeggen ze, maar ik vind het verschrikkelijk. Ik haat het om afhankelijk te zijn van anderen.

Voordat Rosa haar ongeluk kreeg konden we samen de wereld aan. Zij en ik, we waren een team dat perfect op elkaar afgestemd was. Alles ondernamen we, niets was ons te dol.

We zijn zelfs op vakantie in Spanje geweest. Dat was nog ‘ns een avontuur. Wat hebben we ervan genoten, van onze vrijheid, van het weer, het strand. Rosa was gek op de zee, wat heeft ze gezwommen, ze kon er geen genoeg van krijgen. Ze vond het heerlijk om haar natte lijf tegen me aan te vleien en ik streelde haar daarna langdurig. Daar genoot ze van.

De busreis viel helemaal niet tegen. Rosa kon niet zo heel erg goed tegen lange autoritten, maar deze reis verliep wonderwel goed. Gelukkig waren er voldoende pauzes zodat ze even een frisse neus kon halen.

Ach, mijn lieve, lieve meisje. Rosa, Rosa, wat een ellende toch. Ik weet dat het helemaal goed met je gaat komen. Maar ik mis je zo. Ik mis de dingen die je voor me deed, de manier waarop je me met zoveel dingen hielp. Je was mijn ogen en ik voel me nu echt blind. Gelukkig kan ik je vrijdag eindelijk ophalen uit de dierenkliniek.


Voor de opdacht van deze week klikkerdeklik. Voor de spelregels van Write on Wednesday: klikkerdeklik.

Typeles

Op dit moment typen we hier met dit toetsenbord. Grote Zus zit sinds deze week op typeles, dus het is (vooral) voor Mr. T. even behelpen.

Mrs. T. kan goed typen, dat laat de score van deze typetest dan ook wel zien (alhoewel ze in vergelijking met 2 jaar geleden wel 8 punten lager scoorde en haar nauwkeurigheid met 0,01% naar beneden is gegaan, oh hellup, het typeverval is ingetreden!):

Zelf ook even ontdekken hoe je scoort: klikkerdeklik!

Wat heeft Mrs. T. trouwens met typen? Dit is namelijk al het vierde logje dat ze plaatst met een typetest. Het zal wel een (type)tic zijn!

Piece of cake

Mrs. T. durft het best te bekennen: ze heeft nog nooit in haar leven zelf een cake of een taart gebakken. Ze zal dat als kind best wel ‘ns ooit samen met haar moeder gedaan hebben, maar als heuse volwassen vrouw/moeder nog nooit. Dus.

Zo kocht Mrs. T. al weer een paar maanden geleden supergemakkelijk cakepoeder (heet dat zo?) waar alleen maar water bij hoeft om cakejes te bakken. Dat zou toch moeten lukken nietwaar? Grote Zus had er echter weinig vertrouwen in, nam op een omadag het zakje mee naar oma en bakte samen met oma de cake bruin.

Nou ja zeg, Mrs. T. wilde een herkansing! In de kerstvakantie zijn er in huize Mrs. T. dus echte cakejes gebakken. Lekker ruiken joh! De eerlijkheid gebied te zeggen dat Grote Zus het grootste deel van het werk gedaan heeft. Mrs. T. echter voerde de supervisie en dat ging haar best goed af! We bakten in totaal 10 heerlijke cakejes!!! Mrs. T. is trots!

Ben jij een echte bakprinses en zo ja, welke taart/cake of wat dan ook is jouw succesnummer?

Boekenlegger

Aanschouw Mrs. T.’s boekenlegger. Een boekenlegger die ze dik zes jaar geleden van een ex-collega kreeg. Het boek dat Mrs. T. hier trouwens aan het lezen was, was het ongelooflijk mooie en indrukwekkende ‘Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht‘.

Een boekenlegger die samen met Mrs. T. door de prachtigste boeken reist, een boekenlegger die ze één keer kwijt was en waar ze toen gruwelijk van baalde. Een boekenlegger ook die gelukkig weer teruggevonden werd!

Heb jij ook een ‘echte’ boekenlegger? Of gebruik je een papiertje of een papieren boekenlegger? Of, toch wel een beetje boekenmishandeling, maak jij ezelsoren in de boeken die jij leest?

Big family


Je hoort wel ‘ns vaker over heel grote families, maar 238 nakomelingen???? Allememaggies, da’s een heleboel.

Mrs. T.’s opa en oma van vaders kant hadden 8 kinderen en 22 kleinkinderen. Mrs. T.’s opa en oma van moeders kant hielden het bij 6 kinderen en 13 kleinkinderen. Twee redelijk bescheiden families dus. Toch?

Zelf kregen Mrs. T.’s ouders twee kinderen die ieder weer twee kinderen kregen. Mrs. T.’s directe familie is dus niet zo heel groot, maar dat Mrs. T.’s ouders uiteindelijk toch nog vier kleinkinderen kregen, dát hadden ze volgens Mrs. T. helemaal niet (meer) verwacht. Die laatste drie werden trouwens in krap elf maanden tijd geboren!

Hoe zit dat bij jou? Hoeveel kinderen en kleinkinderen kregen jouw grootouders? En hoeveel nakomelingen hebben jouw ouders? 

Nummer één

Een tijdje geleden las Mrs. T. een leuk logje bij Sanneke. Nou, dat vindt Mrs. T. dan weer zo’n grappig onderwerp, dat wil ze ook op haar weblog plaatsen.

Toen Mrs. T.’s moeder aan het bevallen was van Mrs. T. stond dit op nummer 1 in de top 40: The Beatles met Let it be. Mr. T.s moeder deed haar ding terwijl The Troggs met With a girl like you op nummer 1 stonden.

Zelf pufte Mrs. T. op Eiffel 65 met Blue toen zij Grote Zus baarde (van dat nummer had Mrs. T. nog nooit gehoord en ook na een bezoek aan Youtube werd dat niet beter, gelukkig overigens, dit is niet Mrs. T.’s muziek) en op Kane met Something to say toen Kleine Zus ter wereld kwam.

Welk nummer stond er op nummer één toen jij geboren werd: klikkerdeklik!

De lijst start bij 1965 en loopt tot heden, maar misschien weten de lezers die voor 1965 geboren zijn het toch wel?

The diving bell and the butterfly

Afgelopen maandag ging Mrs. T. naar ‘The diving bell and the butterfly‘. Zwaar onder de indruk verliet ze na afloop de bioscoop.

De film vertelt het waargebeurde verhaal van Jean-Dominique Bauby, de hoofdredacteur van het Franse modeblad Elle. Eind 1995 wordt hij getroffen door een beroerte en lijdt hij aan het zogenaamde, zeldzame locked-in syndroom. Hij is van zijn kruin tot zijn tenen verlamd. Bauby kan alleen zijn linkerooglid nog bewegen.

Lees hier de recensie van Jan Pieter Ekker:

Wie niet beter weet, denkt dat er in het begin van The Diving Bell and the Butterfly iets schort aan de projectie: het beeld is afwisselend vlekkerig en vervormd, overbelicht en wazig, en steeds weer even zwart. Het is een bewuste keuze van de Amerikaanse beeldend kunstenaar annex regisseur Julian Schnabel. De eerste minuten zijn gefilmd vanuit het perspectief van de hoofdrolspeler Jean-Dominique Bauby.

‘U bent in het ziekenhuis. Wees niet bang’, zegt een van de gestalten die zich over hem heen buigen. Een arts stelt vraag na vraag. Het knipperende oog geeft antwoord. Maar niemand reageert. In het verpleeghuis hoort niemand de monologues intérieurs die de kijker wel hoort. ‘Ik kan niet meer praten’, beseft de patiënt.

Het is nog veel erger. Nadat Jean-Dominique Bauby, de hoofdredacteur van het Franse modeblad Elle, eind 1995 is getroffen door een beroerte, lijdt hij aan het zogenaamde, zeldzame locked-in syndroom. Hij is van zijn kruin tot zijn tenen verlamd. Bauby kan alleen zijn linkerooglid nog bewegen; als het beeld zwart wordt, knippert hij met zijn oog. Het kost hem net zoveel moeite als gewichtheffen.

Nadat hij zijn zelfmedelijden en woede over het wrede lot heeft overwonnen, geeft Jean-Do, zoals hij wordt genoemd door vrienden, zijn leven een nieuwe richting: hij begint aan een boek. Een actuele versie van Alexandre Dumas’ De Graaf van Monte Christo moet het worden, met een moderne vrouw in de hoofdrol.

Een bevallige therapeute met engelengeduld ontwikkelt een methode om te communiceren. Zij dicteert een speciaal alfabet dat begint met de letters die het meest voorkomen in het Frans. Als ze de letter opleest die Bauby bedoelt, knippert hij met zijn oog. Zo schrijft Bauby letter voor letter, woord voor woord, zijn relaas Le scaphandre et le papillon (vertaald als ‘Vlinders in een duikerspak’: het zware duikerspak staat symbool voor het lichaam waarin de schrijver zich opgesloten weet. De vlinder staat voor zijn geest, die vrijer is dan ooit tevoren). Bauby stierf tien dagen nadat zijn boek was uitgekomen.

Schnabel, bekend van zijn kunstenaarsportretten Basquiat en Before Night Falls, noemt zijn film (die door A-Film in de Nederlandse bioscopen wordt uitgebracht onder de internationale titel The Diving Bell and the Butterfly ) ‘een zelfhulpboek, een troostmiddel dat misschien kan helpen wanneer mensen worden geconfronteerd met diep menselijk lijden’. Het klinkt klef, maar dat is het niet.

The Diving Bell and the Butterfly is een aangrijpend pleidooi voor de verbeelding én een bijtend relaas over isolatie; ontroerend maar niet sentimenteel, wrang maar niet wreed. Alles klopt, alles is verzorgd. Van de bijzonder vormgegeven begin- en eindtitels (handgeschreven, breekbare letters op röntgenfoto’s) tot de spaarzaam gebruikte, sfeerrijke muziek van Nino Rota, Tom Waits en U2. Van het expressionistische camerawerk van Janusz Kaminski (die Oscars won voor Saving Private Ryan en Schindler’s List) tot de ingetogen rol van de Franse topacteur Mathieu Amalric.

The Diving Bell and the Butterfly – op het festival van Cannes bekroond met de regieprijs en een technische prijs voor het camerawerk – is een bloedstollend mooi, hartverscheurend meesterwerk.

Het camerawerk, de manier waarop het verhaal van Jean-Dominique verteld wordt, zijn dromen, zijn frustraties, maar ook zijn humor, de muziek, de beelden, de vervagende beelden, werkelijk álles aan deze film is indrukwekkend.

De film is inderdaad ontroerend maar nooit sentimenteel, wrang maar echt niet wreed. De film is PRACHTIG!

Laatst ging Mrs. T. naar Bride Flight, een film van een heel andere orde en ook erg mooi. Van die film bestelde ze het boek en dat boek was nog mooier dan de film.

Van The diving bell and the butterfly heeft Mrs. T. inmiddels ook het boek besteld. Volgens haar is het een boek dat je gelezen moet hebben, omdat het getuigd van een enorme kracht die in mensen zit en ook omdat het laat zien dat juist het genieten van de kleinste dingen in het leven ware levenskunst is.

W.o.W.: IJs

Samen met een paar goede vrienden en vriendinnen hebben we ons geïnstalleerd. We zijn er helemaal klaar voor. Het is lekker weer, de zon schijnt, de hemel is stralend blauw. De sfeer is goed.

Langzaam zien we de meute passeren. We zien jonge mensen, oude mensen, dikke mensen, dunne mensen. Feestelijk uitgedoste mensen, mensen die zich welhaast voort lijken te slepen, die zichtbaar pijn hebben. Zouden het blaren zijn of een andere blessure? Ik herken hun pijn.

Graag zou ik zelf meegelopen hebben, ik had er flink voor getraind. Een botvliesontsteking in mijn voet maakte echter een eind aan die droom. Wat heb ik daarvan gebaald, zelfs een beetje om gehuild. Mijn vriend doet wel mee en hij vindt het fantastisch, zwaar maar fantastisch. Hij heeft zelfs blaren tussen zijn tenen, ik ben een ervaren taper inmiddels.

Een kleine honderd meter verderop zorgt een hoempapaband voor een lekkere deun. Iets dichter bij waar we staan, hangt een spandoek ‘Freek, wil je met me trouwen?’ staat er op. Zou Freek al gepasseerd zijn? We hebben hem in ieder geval niet gezien. Wat zal hij antwoorden?

Daar is hij! Zijn tred is soepel, een grijns op zijn gezicht, zijn haren nat van het zweet. ‘Ik ga niet zitten’, zegt hij, ‘dan kom ik niet meer op gang’. Na wat drinken en een dikke zoen vertrekt hij. Tegelijkertijd passeert het zoveelste peleton soldaten. ‘Ice cold beer, ssss’ roepen ze, steeds opnieuw. Op die cadans lopen zij hun laatste kilometers uit. De gladiolen wachten!


Bij de opdacht van deze week moest Mrs. T. meteen denken aan de Vierdaagse van Nijmegen. Mr. T. liep deze tocht in 1995 en 1997. De sfeer tijdens de vierdaagse is fantastisch, het is één groot feest. Af en toe ‘spookt’ het nog door Mrs. T.’s hoofd, die leuze van die groepen soldaten: ‘Ice cold beer … ssss! Ice cold beer … sss!’. En die ‘sss’ leek dan op het geluid van bier dat ingeschonken werd. Wat een sfeertje!

Voor de opdacht van deze week klikkerdeklik. Voor de spelregels van Write on Wednesday: klikkerdeklik.