WE 300: adieu

Ik kijk achterom en zie drie mensen staan. Mijn vrouw, haar hoofd gebogen, haar houding als van iemand die verslagen is. Mijn god, wat houd ik van haar. Mijn maatje, in goede en slechte tijden, in ziekte en gezondheid. Hoge toppen en een enkel diep dal hebben we gekend. Achtentwintig jaar zijn we samen.

Daar staat Sjors, mijn zoon. Zo groot is hij al, 19 jaar. Geen puber meer, zijn magere jongensgestalte bijna verworden tot een echt mannenlijf. Wat hebben we een ruzie gemaakt toen hij zijn grenzen ontdekte en zijn vrijheid bevocht. Terwijl dat helemaal niet nodig was, Fenneke en ik waren heel gemakkelijk. Laatst hebben we er nog hartelijk om moeten lachen, om alle ruzies en toestanden. Hij zei dat hij hoopte dat hij zich later, als hij vader zou zijn van een puber, zou herinneren dat het allemaal wel goed zou komen.

Froukje is ook gekomen, mijn dochter, mijn innig geliefde dochter. 14 Jaar inmiddels en vooral bezig met jongens en muziek. Onze zo gewenste en prachtige dochter. Er rollen tranen over haar wangen. Nu ik beter kijk, zelfs Sjors huilt, Fenneke kijkt naar de grond, haar schouders schokken.

Wat is er aan de hand? Ik begrijp het niet; ik voel me heerlijk vrij, vrij in mijn hoofd, vrij van alles. Ik wil hen roepen, hen zeggen dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. Alles komt goed, het is voor het eerst in mijn leven dat ik zeker weet dat alles goed komt. Ik kijk vooruit en zie een stralend wit licht voor me. Het nodigt uit, het wenkt me. Er komt een ongelooflijk vredig gevoel over me, ik wéét gewoon dat het goed is, dat daar, achter dat witte licht, vrede is en dat we elkaar daar weer tegen zullen komen. Vaarwel lieverds, tot ooit.


Zo, de tweede WE-300 met als onderwerp ‘Overgang’. Voor de regels en andere deelnemers: klikkerdeklik!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *