Laatst las ik ‘Het pauperparadijs, een familiegeschiedenis‘ van Suzanna Jansen.
Op de achterflap:
Amsterdam-Noord tijdens de crisisjaren: Roza Dingemans, moeder van een door schulden en alcoholisme getroffen gezin, probeert haar waardigheid te bewaren. Ze ontleent trots aan het gerucht over een voorname afkomst. Maar is dat werkelijkheid of mythe?
Op zoek naar de feiten stuit haar kleindochter, de auteur, op een verborgen geschiedens: de heropvoedingsexperimenten in het Drentse Veenhuizen, waaraan haar voorouders werden blootgesteld. Wat begon als een plan om de onderklasse te verheffen, veranderde al snel in een fuik.
Suzanna Jansen volgt vijf generaties van haar familie. Van bedelaarskolonie Veenhuizen tot wonen-onder-toezicht in de twintigste eeuw. Gaandeweg blijkt hoe de opvoedcampagnes ingrijpen in het leven van Roza Dingemans en haar nazaten.
Ik vond het een erg interessant boek dat een geschiedenis beschrijft van hoe vroeger de sociaal hogere klassen meenden om te moeten gaan met de armen. Als je het boek nu leest dan kan je eigenlijk niet anders dan verontwaardigd zijn over de zelfgenoegzaamheid van die hoge klasse, hoe durfden ze zo met andere mensen om te gaan! Met mensen die het -vaak zonder schuld- hartstikke moeilijk hadden met het leven en het overleven. Maar misschien is dat wat kort door de bocht.
We mogen niet vergeten dat men vroeger nu eenmaal over veel dingen anders dacht dan dat we dat nu doen. Wie ben ik om dat te veroordelen? Nederland is geworden wat het nu is, door een langzame groei op allerlei vlakken: welvaart, sociale vangnetten, industrialisatie, scheiding van staat en kerk: normen en waarden en inzichten veranderen. En dat is volgens mij een volkomen natuurlijke gang van zaken.
Maar ach en wee, wat was je een arme sloeber als je (nog niet eens zo heel lang geleden) de pech had in het verkeerde gezin geboren te worden. Wat is het schrijnend om te lezen over alle babietjes die stierven, over hoe je als hulpbehoevende behandeld werd. Eigenaardig ook hoe sommigen vroeger dachten: men vond dat men niet mocht ingrijpen in de door God beschikte ordening!
De oorspronkelijke ideeën voor de oprichting van Veenhuizen waren niet eens zo heel erg verkeerd. Johannes van den Bosch (oprichter van Veenhuizen) wilde de armoede niet alleen terugdringen, hij wilde haar uitroeien: Zijn plan was even eenvoudig als briljant: er was te veel onbenutte arbeidskracht en er was veel onbenutte, nog onontgonnen grond. Wanneer de armen dat land zouden bebouwen, bewezen ze de samenleving een dienst en konden ze tegelijk in hun eigen levensonderhoud voorzien.
Een kort stukje uit het boek wil ik jullie niet onthouden:
Het eerste congres over het Armwezen in 1854 was daarvan een resultaat. het werd gehouden in Groningen, aan de vooravond van de behandeling van een baanbrekende wet in het parlement. Een select gezelschap van 193 heren boog zich over de vraag: waarom zijn de armen arm? Na twee dagen vergaderen, met onderbrekingen voor lunches en diners, werden ze het bij stemming eens over vier oorzaken. De armen waren arm vanwege:
1. gebrek aan matigheid in sterke drank,
2. onvoorzichtigheid bij het aangaan van huwelijken,
3. gebrek aan spaarzaamheid,
en 4. gebrek aan werk.
…
Het congres zag de oplossing vooral in het aanleren van goede gewoontens: als de armen zouden sparen, minder zouden drinken, en ernstiger zouden nadenken over wie ze huwden, waren ze al gauw beter af. En daarom deden de deskundigen een oproep aan de gegoede burgerij zich meer de bekommeren om het gewone volk. Het was in hun ogen de taak van de betere standen om de onderklasse op te voeden, met hun eigen schaving als voorbeeld.
Roza Dingemans: wat een vrouw. Ik heb bewondering voor haar dat zij, terwijl ze zoveel dingen steeds opnieuw weer tegen had, bleef vechten voor een betere toekomst voor haar kinderen. Dat haar dat gelukt is is fantastisch!
Misschien is het stom om te zeggen, maar ik heb genoten van dit boek. Ik ben gek op geschiedenis en de geschiedenis van Veenhuizen en de armoede in ons land, daar wist ik niet veel van. Ik heb er dus best een heleboel van geleerd. Daarbij leest het boek erg soepel en dat is, zeker gezien de af en toe zeer verdrietige dingen, toch maar mooi meegenomen.
Zie jij jezelf dit boek ooit lezen?