Van Nederlandsche bodem

Ik las laatst twee totaal verschillende boeken van twee Nederlandse schrijfsters.

Het eerste was ‘Gelukkig gestoord‘ van Iris Boter. Ik had nog nooit van Iris Boter gehoord, totdat er een tijdje geleden een zekere Iris op mijn blog reageerde. Op haar naam klikkend (want natuurlijk ga ik bij nieuwe reageerders altijd even voor een tegenbezoekje) kwam ik hier terecht en las ik een logje waarin Iris aangeeft dat haar manuscript was afgewezen maar zag ik een aantal logjes daaronder een stukje over haar nieuwste boek. Een chicklit zelfs, een genre waar ik lang geleden ooit een kort logje waagde.

Op de achterflap:

Als haar relatie na acht jaar op de klippen loopt, stort de ambitieuze Katja zich op haar werk xc3xa9n in de armen van haar collega-arts Anton. Hij is eveneens intelligent en ambiteus, een prima kandidaat, toch?

Maar Anton is niet de enige die zijn oog op Katja heeft laten vallen. Er is namelijk nog iemand: Oscar, de schoonmaker! Wat maakt die warrige krullenbol toch in haar los? Katja snapt helemaal niks van zichzelf, ze viel toch op ambitieuze mannen?! Ze wordt er gestoord van. Doesjka, haar artistieke en altijd weird uitgedoste vriendin begrijpt het wel: Oscar is spiritueel en gevoelig. Zij zou het wel weten. Katja besluit haar hart te volgen.

Maar dan ontdekt ze de vreselijke waarheid.

Gelukkig gestoord is een prima boek, leest soepel weg en er zit prima vaart in. Ik vind ook de koppeling met het werk van Katja en hoe zij daardoor bepaalde zaken benaderd verfrissend. Aan de ene kant vind ik Katja best een onsympathiek mens omdat ze zulke rare opvattingen heeft over wat wel of niet geslaagd zijn in het leven betreft. Aan de andere kant is dat ook wel weer aandoenlijk. Verder valt het met die vreselijke waarheid wel mee en gelukkig loopt alles goed af. Maar dat hoort natuurlijk ook bij dit soort boeken.

Het andere boek dat ik las was ‘Vingers van marsepein‘ van Rascha Peper.

Op de achterflap:

Amsterdam, 1704. De tienjarige wees Bregtje wordt opgenomen in het huishouden van haar oom Frederik Ruysch, een van de bekendste anatomen van zijn tijd. Ruysch heeft een unieke techniek ontwikkeld om menselijk weefsel te prepareren, een geheim dat anderen hem proberen te ontfutselen. Bregtje komt in aanraking met de concurrentie van haar oom en raakt verzeild in een geraffineerd spel van misleiding en wraak, dat haar leven ingrijpend verandert.

Drie eeuwen later woont aan dezelfde gracht, recht tegenover het huis van Bregtje, de tienjarige Benjamin. Tijdens een reis met zijn vader naar Sint-Petersburg komt hij oog in oog te staan met Ruysch’ preparaten. De diepe indruk die deze op hem maken xc3xa9n een heldhaftige daad geven zijn leven een nieuwe wending. Hoeveel tijd er ook tussen de levens van de twee kinderen ligt, ze raken elkaar in hun gedachten over leven en dood, verlies en volwassen worden.

Het eerste hoofdstuk van dit boek deed me even het voorhoofd fronsen. Wat een hak-op-de-takkerige-schrijfstijl, maar al snel lukt het de schrijfster me in verhaal te trekken.

Zowel Bregtje als Benjamin zijn 10 jaar en ik vind dat de auteur er buitengewoon goed in is geslaagd de gedachtengangen van de kinderen weer te geven (gossie denk ik af en toe: zou Grote Zus ook zo denken en (niet te hopen), heeft Grote Zus ook al een aantal dingen meegemaakt zoals Benjamin? Dan heb ik het over sexueel getinte experimentjes). Zowel de 18-de eeuwse Bregtje als de hedendaagse Benjamin hebben in hun korte leven al heel wat moeten verduren en het is interessant en mooi om te lezen hoe zij zich staande houden in de wereld die ze kennen.

Er gebeuren niet heel schokkende dingen in dit boek, maar tegelijkertijd is het een boek dat er zeker in slaagde mij te boeien. Dat kwam deels door de schrijfstijl, deels ook door de historische feiten (jullie weten, ik hartje historische boeken. Al moet ik zeggen dat ik sommige beschrijvingen van de preparaten van Frederik Ruysch dan weer behoorlijk heftig vond.

Naar welk boek zou jouw voorkeur uitgaan?

Een keukenmeidenroman

Bij Jet zag ik een tijd geleden de titel van een boek en ik werd daar behoorlijk door getriggerd: wat een aparte titel, wat zou dat dan voor een boek zijn?

Mijn bezoekje aan bol.com deed me meteen besluiten het boek te bestellen en ik las het in no time uit.

Op de binnenflap:
Het is 1962 en de 23-jarige Eugenia, door iedereen Skeeter genoemd, besluit een carrière als schrijfster na te jagen. Naar een onderwerp hoeft ze niet ver te zoeken, als op een dag haar vriendin Hilly vertelt over haar missie in alle huizen van blanke gezinnen een apart toilet te installeren voor de zwarte hulp. Hoe meer Hilly gebrand is op deze vorm van segregatie, hoe meer Skeeter twijfelt aan de ‘gewone’ manier van doen. Ze begint de verhalen te verzamelen van zwarte vrouwen die als hulp in de huishouding werken.

De eerste die haar verhaal aan Skeeter durft te vertellen is Aibileen. Ze heeft als hulp al zeventien blanke kinderen opgevoed, maar als haar eigen zoon Treelore verongelukt op zijn werk, kijken de blanke bazen de andere kant uit. Aibileen haalt ook haar vriendin Minny over om Skeeter in vertrouwen te nemen. Minny is al vaker ontslagen dan ze kan tellen, omdat ze haar werkgevers altijd van repliek dient.

Het boek dat de drie vrouwen schrijven wordt een ontroerend relaas, met schokkende maar ook warme verhalen, met scherpte, humor en hoop. Hoop voor de zwarte gemeenschap, maar ook hoop voor Skeeter, Aibileen en Minny dat hun dromen niet zo onbereikbaar zijn als ze vreesden.

Op de achterkant staan een heleboel ultrakorte reacties waarom je het boek echt moet gaan lezen. Een van die reacties is wat mij betreft 100% waar: ‘Lezend als luchtig proza, maar zwaar van thematiek en vol betekenis’.

Deze zin geeft erg goed weer wat ik van het boek vond. Het leest heel soepel (al vond ik het in het begin wel lastig om alles ‘misses’ en ‘hulpen’ uit elkaar te houden) maar beschrijft ook tenenkrommende toestanden, rascisme en segregatie.

Gelukkig zit er ook de nodige humor in het boek, zo is de relatie die Skeeter met haar moeder heeft af en toe erg grappig (maar stiekem ook af en toe heel triest).

Een Keukenmeidenroman is beslist de moeite waard!

Schrikken

Laatst ging ik uit eten met een collega. Haar vriendenkring bestaat uit mensen die gemiddeld zo’n 5 tot 10 jaar ouder zijn dan mijn vriendenkring (ook al is de oudste van mijn vriendenkring ook al een heel eindje richting 50 realiseer ik me terwijl ik dit neertyp). Ze vertelde: ‘En dan ga je zo een weekendje weg met z’n allen en dan gaat het over de kwalen die sommigen hebben. De een is al gedotterd, de ander moet binnenkort naar de cardioloog, er zijn al meiden in de overgang en nog meer van dat soort ellende’.

Ik dacht toen nog, hopelijk blijven dit soort dingen ons nog lang bespaard. How wrong could I be? Afgelopen zondag heeft een vriend van ons een hartaanval gehad. Er zijn twee stents geplaatst en na een aantal dagen ziekenhuis is hij gisteren al weer thuis gekomen. Na een rustperiode zal hij langzaamaan weer conditie op gaan bouwen bij de fysio. Gelukkig komt alles dus waarschijnlijk helemaal goed, maar het is wel heftig hoor als het zo dichtbij komt.

Oh, ik vind dit soort berichten altijd zo akelig. Dat het leven zo onvoorspelbaar kan zijn. Dat het zo maar ineens over kan zijn. Ik wil daar niet teveel aan denken en dat lukt me sinds een tijd ook best heel goed. Maar soms wordt je weer geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het leven en dat doet allerlei alarmbellen in mij afgaan.

Onze vriend heeft geluk gehad, hij heeft de signalen van zijn lijf goed opgepakt en is meteen naar de huisarts gegaan. Door dit gedoe allemaal doet mijn lijf ook weer pijner dan anders. En dat wil ik niet, want het gaat over het algemeen juist zo goed. Wat ben ik toch een ongelooflijk stresskip geworden! En dat terwijl ik eigenlijk helemaal niet zo ben, nooit geweest ook, zo stressserig.

Wat is dat toch? Is het het besef van je eigen sterfelijkheid, het feit dat je jonge kinderen hebt? Het feit dat het leven zo verschrikkelijk leuk is, dat je gewoon niets wilt missen? Dat je er gewoon nog heel lang wilt zijn omdat je voor je geliefden wilt zorgen? Is het niet gruwelijk arrogant om te denken dat je niet gemist kan worden?

Sommige mensen zijn er van overtuigd dat er na de dood alleen naar fijne dingen zijn. Weet je waar ik juist heel erg bang voor ben (en niet lachen hoor, want dit zijn echt diepe zieleroerselen die ik hier deel): dat ik, als ik ooit dood ben, de mensen die ik achter het moeten laten juist zo gruwelijk mis. Dat ik dood lig te wezen en alles zie wat mijn geliefden doen, maar dat ik er niet bij bén. Dat ik hen niet kan knuffelen, niet met hen kan praten, hen niet kan helpen of troosten, niet met hen kan lachen, hun leven niet be- en meeleef, geen deel meer daarvan uitmaak. Dát lijkt me verschrikkelijk. Dat ik dood ben en me dat realiseer en daar dus ontzettend veel verdriet van heb. (Ik scheef niet voor niets ooit dit logje in de hoop dat het misschien zo zal zijn.)

Mmm, dit is een enigszins wazig logje geworden. Maar hé, het is mijn blog en daarop mag ik van me afschrijven wat ik wil en hoe ik wil. Zelfs dit soort rare gedachtenkronkels.

Een positief punt dat dit alles met zich meebrengt is dat Mr. T. er nu eindelijk serieus aan denkt om te stoppen met roken (het rookgedrag van onze vriend was volgens de artsen oorzaak nummer 1 van zijn hartaanval). Ik hoop zo verschrikkelijk dat het Mr. T. gaat lukken.

Bloggen verrijkt het leven

Kijk, dat bloggen hartstikke leuk en verslavend is, dat weet ik als geen ander. Ik vind het heerlijk om de verhalen van anderen te lezen, mee te leven, een geintje te maken, me te verbazen, mezelf te herkennen en te leren van wat andere schrijven. Ook het feit dat hier zo veel mensen komen kijken vind ik erg leuk en ik heb het gevoel dat ik het ook in real life met de meesten goed zou kunnen vinden. Cisca schreef het ooit zo mooi: bloggen verrijkt het leven. Dat bloggen dan ook nog letterlijk (of moet ik hier nu figuurlijk gebruiken, gats ik weet dat nooit) het leven verrijkt valt hieronder te lezen.

Een tijdje geleden liet Ellen op haar blog weten dat ze een tegoedbon van een kinderkledingwinkel had liggen. Haar kinderen zijn inmiddels te oud voor het assortiment van die winkel en dus maakte ze twee van haar lezers blij: we mochten een bestelling doorgeven.

Afgelopen woensdag arriveerden de pakjes. De meiden waren helemaal blij en de kleding staat allemaal superleuk. En alles past nog ook. Stoer hoor, kleding helemaal uit Zwitersland!

Lieve Ellen, hartelijk dank voor dit mooie gebaar en namens de meiden een heel dikke knuffel.

Wat ook al zo leuk is: een tijdje geleden liet Jeanet weten dat ze gratis toegangskaartjes voor Plopsaland Coo had. Nou moet ik zeggen dat ik bij het woord ‘Plopsa’ een beetje de rillingen krijg, maar wat gegoogle maakte duidelijk dat Plopsaland Coo niet meer of minder is dan het pretparkje bij de watervallen van Coo.

En laten wij nou toch naar Maastricht op vakantie gaan. En laten wij dan toch al het idee hebben gehad om in ieder geval een dagje naar de Ardennen te gaan. Tel één bij één bij elkaar op en wat krijg je dan? Die gratis toegangs-kaartjes liggen nu hier in huize Triltaal klaar om ons in augustus een mooie dag te bezorgen. Jeanet, bedankt!!!

Oh ja, wat ook al zo leuk is, ik ga twee collegabloggers ontmoeten! Op 31 juli aanstaande zullen Wondelgijn, diezelfde Ellen van hierboven en ik elkaar ontmoeten. Hoe stoer is dat??? Ellen komt er zelfs speciaal voor uit Zwitersland (of is dat wat overdreven?). We gaan eten bij een superpopulair (Wondelgijn heeft zo haar connecties, want normaliter moet je maanden van tevoren reserveren bij het restaurant waar we heen gaan) tapasrestaurant en ik heb er verschrikkelijk veel zin in.

Wat ook nog op de agenda staat? Een heuse high tea met een grote groep bloggende dames. Na de supergeslaagde meeting van vorig jaar doen we het dit jaar nog ‘ns dunnetjes over (en dan zonder de kids en de mannen). Het wordt vast heel erg gezellig die 12de september en een dank je wel voor Cat is op z’n plaats want zij regelde dat maar mooi allemaal.

Ja, er is maar een conclusie mogelijk: bloggen verrijkt het leven.

Romantiek ten top

Ons romantische weekendje was geweldig! Wat we allemaal deden: we wandelden in Kampen, ontdekten het ‘kamperen’ in Holten (want een dergelijke luxe ingerichte tent, kun je eigenlijk geen kamperen noemen natuurlijk), aten heerlijk (lunches, diners, ontbijtjes, taart, snoepjes en ijs), deden een potje scrabble (ik won!), deden een potje midgetgolf (ik won!), gingen twee keer samen in bad (hoe romantisch is dat?), aten in de regen een sinaasappel, fietsen heel veel kilometers (in Holten en in Nijmegen), ontwikkelden daardoor enige zadelpijn, gedachten dappere mensen, lazen boeken, puzzelden wat, sliepen heerlijk (supergoed bed en dát in een tent!), hadden het op zaterdagavond nog best koud, bezochten een prachtige theetuin, hadden fijne gesprekken, misten de meiden (maar niet overdreven veel), bezochten nog even het culturele festival in onze woonplaats, verbrandden lelijk in de zon, genoten en kwamen uiteindelijk weer veilig thuis.

Onze meiden genoten ook. Zij werden verzorgd door opa, oma, oom en tante. Als klap op de vuurpijl gingen ze op zondag ook nog naar Toverland! Hoe groot kan een verrassing zijn?

‘Het allermooiste van op vakantie gaan is het thuiskomen’, zegt mijn moeder altijd. En zo is het maar net, we zijn weer allemaal lekker daar waar we horen te zijn. Een heleboel ervaringen en mooie herinneringen rijker.

Alleen beetje boel jammer dat ik jullie gisteren niet al deelgenoot kon maken van mijn superweekend (al geloof ik dat jullie mij niet echt gemist hebben?) omdat er een inlogtoestandprobleem was met web streepje log (waar blijkbaar alleen Ziggo-klanten last van hadden). Maar goed, dat probleem is inmiddels gefixed, hopelijk voor eeuwig!

Romantic Luxury Tent

Mr. T. en ik gaan dit weekend gruwelijk romantisch zitten wezen in onze romantic luxury tent. Want dat hoort blijkbaar in zo’n tent: romantisch zitten te zijn. Ik weet niet of ik zo goed ben in romantiek, maar dat zal blijken. 😉

Heerlijk zo’n cadeau. Wat is trouwen toch leuk! En weten jullie wel dat wij morgen al drie hele maanden getrouwd zijn! Stoer!!!

De meiden gaan een nachtje naar mijn broer en zijn vriendin en ze gaan een nachtje bij opa en oma logeren. Als klap op de vuurpijl gaan zij op zondag ook nog een superleuk uitje maken, maar dat is nog een geheimpje!

Oh ja, vriendelijk verzoek aan jullie allemaal om niet te veel logjes te plaatsen dit weekend, want dan heb ik het zondagavond meteen weer zo druk met bloggen als ik terugkom en dat is zo verschrikkelijk niet-romantisch!

Tussendoortjesgedoe

Kijk, dat er door ouders best heel vaak ongezonde of veel te grote tussen-doortjes meegegeven worden aan hun bloedjes van kinderen, dat herken ik, want dat zie ik als ik de meiden naar school breng.

Ik weet ook dat het af en toe verdraaide lastig is om je eigen kinderen steeds maar weer opnieuw uit te moeten leggen dat wij dat niet doen, omdat wij dat niet verstandig/goed vinden. Dat wij kiezen voor rijstwafels, een stuk ontbijtkoek (ok, dan wel in de happervariant), fruit of drinken (ranja of water in een beker of -ok, ik beken- af en toe een pakje).

Dat de school daarom beleid ontwikkelt om duidelijke regels omtrent de tussen-doortjes en traktaties te kunnen hanteren, dat vind ik best heel logisch.

Dat het niet nodig is om een kind (en dan vooral kleuters) een vol pakje sultana’s mee te geven als tussendoortje, vind ik begrijpelijk. Dat al die geweldige koeken (die vaak per twee verpakt zijn) nou niet bepaald gezond zijn, dat begrijp ik ook. Dat de school niet zit te wachten op dagelijks een boel afval omdat de kinders allemaal pakjes drinken meekrijgen, ook dat vind ik legitiem.

Dat een school vervolgens echter bepaalt dat maandag tot en met donderdag groente-/fruitdagen zijn en dat er alleen op vrijdag een eigen tussendoortje naar keuze (met daarbij dan ook weer strikte richtlijnen) meegegeven mag worden, dát gaat mijn pet echter volledig te boven. Voor dat tussendoortje worden de volgende richtlijnen gegeven: een mini eierkoek of een mini krentenbol, één evergreen, sultana of volkorenbiscuitje in plaats van het hele pakje, geen producten die plakkerig zijn voor het gebit, een bruine boterham.

De meiden krijgen hier sowieso altijd verantwoorde tussendoortjes (op een enkele uitzondering na, laten we zeggen één keer per kwartaal of zo, af en toe moet het toch ook feest zijn nietwaar?) mee. Beide dames zijn wild van rijstwafels en die gaan dan ook vrij regelmatig mee naar school. Dát mag dus straks niet meer. Correctie, dat mag wel, maar alléén op vrijdag! Dáá1r baal ik van!!! Daar baal ik heel erg van!!!

Nogmaals, ik begrijp dat de regels aangescherpt moe(s)ten worden, maar dit vind ik echt niet tof. Ik vind het niet normaal dat de school bepaalt dat ik op maandag tot en met donderdag alleen maar groente of fruit mee mag geven aan de meiden. Het klinkt misschien ook wel een beetje zielig, maar ik heb nu zelfs een beetje het gevoel dat wij ‘gestraft’ worden terwijl we het wat de tussendoortjes betreft juist altijd zo verantwoord deden.

Waarom niet gewoon een lijst gemaakt met toegestane tussendoortjes en de ouders vervolgens laten bepalen wat ze wanneer aan hun bloedjes meegeven?

Wat vind jij? Reageer ik overdreven of kan jij je vinden in het feit dat de school bepaalt dat maandag tot en met donderdag groente-/fruitdagen zijn?

Hoge Hakken Les

Ik ben wel van de hoge hakken. Hakken van een centimer of 6 tot 8, zo draag ik ze graag. Dan lijk ik met mijn 164 centimeter schoon aan de haak tenminste nog een beetje ‘groot’. In maart kreeg ik van de podotherapeutmevrouw zooltjes voor in mijn schoenen. Ik had namelijk last van pijn. Aan mijn voeten. Veel pijn zelfs. Dat was niet leuk. En ik moest nog gaan trouwen (ik vind het zo leuk om regelmatig een linkje naar mijn trouwdag te kunnen plaatsen!) ook en dansen en feesten. Help dus. Podotherapeutmevrouw to the rescue en zij maakte ze: de Zooltjes. Die hun werk meer dan goed deden. Want de pijn ging weg (en ik kon de hele trouwdag op mijn hoge hakken lopen (en dansen en feesten) zonder een centje pijn) en blijft weg (afkloppen)!!!

Helaas passen die zooltjes niet in de meeste van mijn ‘hoge hakken schoenen/laarzen’, dus ik ga naar het werk vaak ‘verantwoorde-zool-loos’ (of ik stop die zooltjes in mijn zwarte laarzen met circa 3 centimeter hak, want daar passen ze wel in, maar ja, laarzen aan met 30°C (of zelfs maar 22°C) is ook zo wat. Dus.) Hopelijk blijft de pijn voortaan  weg en kan ik gewoon op mijn hoge hakken blijven lopen.

Vertel, zou jij iets hebben aan een ‘hoge hakken cursus’ of loop je zo op hoge hakken weg?