Beschermd: Elf

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

Alles is verlicht

Zo’n twee jaar geleden las ik ‘Extreem luid & ongelooflijk dichtbij‘ van Jonathan Safran Foer. Dat boek vond ik waarlijk prachtig en mag wat mij betreft een klassieker worden.

Ik kocht ‘Alles is verlicht‘ als dwarsligger. Bij bol.com staat de volgende beschrijving over het boek:

In de zomer na zijn afstuderen reist een schrijver (Jonathan Safran Foer) naar het oostelijk deel van Europa. Slechts gewapend met een vergeelde foto gaat hij op zoek naar Augstine, de vrouw die al dan niet een schakel is met zijn grootvader die hij nooit heeft gekend – de vrouw die zijn grootvader, zo is hem verteld, uit de handen van de nazi’s heeft gered.

Vergezeld door de onvergetelijke Alex, zijn jonge Oekraïnse gids en tolk die behept is met een komisch spraakverwarrend accent, maakt Jonathan een donquichotachtige zoektocht door een verwoest landschap, terug naar een onverwacht verleden.

Verweven door dit verhaal is de roman die de schrijver aan het schrijven is: een betoverende legende over zijn grootvaders dorp, een sjtel, in de Oekraïne, een lappendeken van verbijsterende overeenkomsten die de generaties door de tijd heen verbindt.

Gepassioneerd, vol verbeeldingskracht en gekenmerkt door een onuitwisbare humaniteit; Alles is verlicht ontgint de zwarte gaten in de geschiedenis en is uiteindelijk een verhaal over het zoeken naar mensen en plaatsen die niet langer bestaan, naar verborgen waarheden die iedere familie overschaduwen en over de broze, maar noodzakelijke verhalen die verleden en de toekomst met elkaar verbinden.

Wat vind ik nu eigenlijk van dit boek? Ik vind het veel minder indrukwekkend dan Extreem luid & ongelooflijk dichtbij. En dat is best raar want er staan prachtige stukken tekst in Alles is verlicht. Misschien is het toch weer dat eeuwige ik-ben-niet-zo-goed-met-literatuur-gevoel dat ik bij dit boek heb. Sommige stukken tekst zijn zo nauwelijks te volgen (tenminste ik kan ze nauwelijks volgen) of zo gruwelijk overdreven vreemd of bewust shockerend. Ik kan daar niets mee, ik begrijp het niet.

Aan de andere kant, sommige alinea’s zijn prachtig, indrukwekkend, keihard of bitterzoet. Ook de layout van het boek maakt dat je helemaal ín de sfeer duikt. Angst of verdriet wordt in lange, lange, zinnen duidelijk gemaakt. Hoofdletters en leestekens verdwijnen, het lijkt alsof je opgenomen wordt in de cadans van het boek. Dat maakt het toch weer heel apart.

Het onderstaande stukje geeft wat mij betreft heel goed de soms wat wazige-maar-toch-heel-intiem/mooie-sfeer van het boek weer. Een personage in het boek krijgt de zorg over een babietje. Hij neemt het kindje mee naar huis:

Ze kreeg een bedje van gepropt krantenpapier, in een diepe braadslee die hij in de oven zette zodat ze niet gestoord werd door het geklater van de kleine waterval buiten. Hij liet de ovenklep omlaag en zat vaak urenlang naar haar te kijken, alsof hij het rijzen van een brood volgde. Hij zag haar borstje op en neer gaan, zag hoe ze haar vingers tot vuistjes balde en weer ontspande, zag hoe ze soms zonder waarneembare reden haar oogjes samenkneep. Zou ze ergens van dromen? Vroeg hij zich af. En zo ja, waar zou een baby van kunnen dromen? Van het leven voor dit leven, waarschijnlijk. Zoals ik al weleens droom van het leven, na dit leven. Als hij haar uit de oven haalde om haar te voeden of zomaar vast te houden, was haar lichaampje getatoeëerd met krantenkoppen.

Of dit stukje waarin een voorvader van Safran en zijn bruid gaan wonen in een huis naast een waterval (ook de waterval in het stukje hierboven). Een waterval die een oorverdovend geluid produceert dat maakt dat het niet bepaald tof is om in dat huis te wonen.

En ik zal je vertellen, ook al was het altijd hartstikke klam binnen, en was de voortuin altijd één grote modderzooi door het opspattende water, en moesten de muren elk half jaar opnieuw gepleisterd worden, en kwam er het hele jaar door een sneeuw van verfbladders van de plafonds, het bleek toch waar te zijn wat ze zeggen van mensen die bij een waterval wonen.

Wat zeggen ze dan? Vroeg mijn grootvader.

Dat mensen die bij een waterval wonen het water niet horen.

Zeggen ze dat?

Dat zeggen ze, ja, en het klopt ook. Kijk, je betbetovergrootmoeder had wel gelijk, hoor, in het begin. Toen was het vreselijk. Wat een herrie! Je kon maar een paar uur aan een stuk binnen zijn. In de eerste twee weken deden we ‘s nachts amper een oog dicht en maakten we zoveel mogelijk ruzie om dat water maar te overstemmen. Ruzie maken was de enige manier om elkaar aan onze liefde te herinneren, om onszelf te bewijzen dat we elkaar niet onverschillig lieten.

Maar in de weken erna werd het al wat beter, konden we elke nacht al een paar uur slapen en werden de maaltijden niet al te erg meer verpest. Je betbetovergrootmoeder vervloekte het water nog steeds, maar minder vaak, en met minder woede. Het water was nog steeds een vijand, maar niet meer zo’n monster. En haar aanvallen op mij werden ook milder. Het is jouw schuld, zei ze alleen nog maar. Jij wilde hier komen wonen.

En het leven ging verder, wat het leven nou eenmaal doet, en de tijd verstreek, wat de tijd nou eenmaal doet, en dik twee maanden later zaten we op een ochtend samen aan tafel, wat we al niet al te vaak meer deden, en ik vroeg: hoor je dat? Ik zette mijn koffie neer en stond op. Hoor je dat, Brod?

Wat moet ik horen? vroeg ze.

Precies! riep ik uit. En ik rende naar buiten en balde mijn vuist naar de waterval. Precies! We gingen in het water staan dansen, gooiden er handenvol van in de lucht, en we hoorden niks. We vielen elkaar in de armen en schreeuwden overwinnningskreten naar het water. Wie heeft er nou gewonnen, hè? Wie heeft er gewonnen, waterval? Wij! Wij!

En zo is het om bij een waterval te wonen, Safran. Net zoals iedere weduwe op een ochtend wakker zal worden, na jaren van constant verdriet misschien wel, en dan opeens moet vaststellen dat ze de hele nacht heeft doorgeslapen en dat ze trek heeft in een ontbijt en niet meer voortdurend de geest van haar overleden man hoort rondspoken, alleen nog maar af en toe. Elke ouder die een kind verliest zal ooit een manier vinden om weer te kunnen lachen. Het snerpende trekt eruit. De rand wordt minder scherp. De pijn wordt minder. En zo is elke liefde uit verlies gesneden. De mijne was het. De jouwe is het. Die van je achterachterkleinkinderen zal het zijn. Maar we leren te leven met die liefde.

Er zitten veel van dit soort pareltjes in het boek. Maar ook, zoals ik hierboven al schreef, een aantal onbegrijpelijke stukken.

Zou dit boek iets voor jou zijn?

Money, money, money

Toen ik járen geleden (in 1990) het huis uitging om te gaan samenwonen met mijn toenmalige vriend (inmiddels al jéren (vanaf 1993) exoverigens) kreeg ik van mijn ouders een mooi geldbedrag mee. Dat geld was natuurlijk hartstikke welkom want ik had geen rooie cent (ik werkte net een dik jaar, het eerste jaar na school liep ik stage, en een heel riant inkomen was het natuurlijk ook niet) en dat gold ook voor m’n vriend.

Toen Mr. T. en ik in 1999 de trotse ouders werden van Grote Zus besloten wij dan ook om, net als mijn ouders destijds voor mij hadden gedaan, een spaarrekening voor het babietje te openen. Op die rekening wordt maandelijks geld gestort, dus inmiddels heeft Grote zus al best een mooi bedrag op haar rekening staan.

Het geld staat in ieder geval vast tot haar achttiende en kan te zijner tijd besteed worden aan een studie of om haar (net zoals ik destijds) op weg te helpen met bijvoorbeeld de inrichting van een huisje.

Uiteraard sparen we voor Kleine Zus ook eenzelfde bedrag. We zijn er ons overigens terdege van bewust dat we ons in de positie bevinden dat we voor de meiden kúnnen sparen. Wat overigens niet wil zeggen dat wij erg riante salarissen hebben hoor. 😉

Grote Zus krijgt inmiddels steeds vaker geld voor haar verjaardag. Het is soms best heel vervelend voor Grote Zus, maar papa en mama vinden het dan belangrijk dat ze van dat gekregen geld ook nog wat spaart. Ook krijgt oudste zakgeld. Nog steeds € 1,= per week (wat volgens het Nibud te weinig is voor haar leeftijd en daarom heb ik zojuist met Mr. T. afgesproken dat ze na haar verjaardag € 2,50 per week zal gaan krijgen) en nog steeds vergeten wij het regelmatig te geven en vergeet Grote Zus op haar beurt het te vragen. Gelukkig wordt Grote Zus wat dat betreft wat minder vergeetachtig. 😉

Haar zakgeld mag ze dus deels opmaken (en dan koopt ze van haar eigen geld ook nog regelmatig een cadeautje voor haar zusje). Verder verdient Grote Zus wat geld met misdienen. Ze heeft dus best al wel wat inkomsten. Het is wel erg grappig dat ze bijna altijd wilde plannen heeft als we gaan ‘shoppen’ maar dat ze nooit met een lege portemonnee thuis komt. En dat vind ik best een fijn idee. Hopelijk blijft dat zo.

Hoe gaan (gingen) jullie met geldzaken om wat de kinderen betreft. Wordt er voor hen gespaard? Krijgen ze zakgeld en zo ja, hoeveel (en hoe oud zijn ze)? Mag al het geld opgemaakt worden of moeten de kids ook een deel sparen?

Een rommeldagje

Onze laatste vakantieweek is ingegaan en vandaag was echt zo’n rommeldagje.

Kleine Zus ging naar zwemles met Mr. T.. Verder vond het madammeke dat het gewoon een ‘omadag’ was, dus ze wilde graag naar oma toe. Grote Zus vond het ook wel leuk om een tijdje naar oma te gaan. Zij kwam echter rond half drie weer naar ons. Ik denk dat ze het toch een beetje zielig voor ons vond dat wij met ons tweetjes ‘alleen’ thuis waren.

Vanmorgen draaide ik mijn rondjes op de hometrainer, draaide de wasmasjien wat wasjes, las ik een buitengewoon spannend boek uit en lunchten Mr. T. en ik samen.

Vervolgens hield ik me bezig met gewichtige zaken. Zo ruimde ik kasten op, vond dat de fotocamera wel een keer schoongemaakt kon worden en deed ik dus net of ik daar veel verstand van had, keek ik meewarig naar het weer buiten, kletste wat met Mr. T. en keek een heleboel oude foto’s met oudste.

Oh ja, wat ik ook nog deed. Ik maakte een selectie van af te drukken foto’s. Het werden er 738!!! Oeps, da’s slikken, maar eigenlijk niet meer of minder dan anders. En die ga ik de komende tijd allemaal scheuren en inplakken zodat het er zo uit komt te zien. De computer begon vanmiddag om 14.00 uur met het uploaden van de bestelling en nu (21.38 uur) geeft ie aan dat hij 522 van de 738 foto’s heeft upgeload. Dat duurt dus nog wel even een tijdje. For the record: onze internetverbinding is voor normaal gebruik prima hoor, alleen met een boel uploadgedoe wordt hij enigszins slakkerig!

Dat foto’s kijken deed ik met Grote Zus. Erg gezellig samen op zolder want het opruimen van de kasten leidde tot spullen die naar zolder moesten verhuizen. En tja, dan val je al snel in de vorige-levens-fotoboeken. Zo bekeek oudste de trouwreportage van Mr. T. en zijn ex. Ja, die hebben we hier nog steeds op de zolder liggen. Geen idee waarom, maar telkens als we besluiten het boek weg te doen, dan doen we het toch maar niet. Grote Zus vond dat papa op een bepaalde foto er uit zag alsof hij dacht ‘Wat ben ik hier toch aan het doen?’. 😉

Grote Zus  bekeek ook een heleboel foto’s van mij van vroeger (ook mijn oude trouwfoto’s overigens, al hadden wij niet zo’n kekke reportage). Foto’s van +20 kilo (of nog meer, want ik heb geen weegschaal), lange haren en puistjes. Ai, wat zag ik er uit. Grappig dat grote Zus dan de volgende opmerking maakt: ‘Oma ziet er nu veel mooier uit dan op die oude foto’s, en jij ook, en papa ook, en iedereen eigenlijk wel’. Om vervolgens te zeggen: ‘Dus als ik straks als ik 16 ben mezelf heel hip vind en ik kijk als ik 40 ben naar foto’s van toen ik 16 was, dan vind ik me dan toen ik 16 was niet meer hip!’ Da’s een heel beste conclusie meiske.

Normaliter kookt oma op omadag en kunnen Mr. T. en ik ook gewoon mee aanschuiven. Vandaag draaiden we dat maar ‘ns om. Ik kookte voor hen en we hebben hier gezellig en lekker gegeten (op het menu: kippensoep, provençaalse ovenschotel met een salade en sorbetijs/pudding na). Grote Zus speelde restaurant. Zo leuk dat ze dat met 10 jaar nog gewoon allemaal doet. Restaurant spelen betekent een menu maken, een naam verzinnen voor het restaurant, de tafel netjes dekken (voor deze keer de eettafel en niet de keukentafel). Er was echte wijn voor de grote mensen en Coolbest (die ik momenteel aan het buzzen ben) voor de meiden.

Na het eten kregen we diverse optredens van de dames, zo grappig om te zien en keken we de foto’s van Maastricht. Ook grappig om te zien is dat dat meisje dat even te voren nog restaurantje speelde zich nu druk maakt om afzakkende verkleedkleren! Om 19.30 uur was het bedtijd voor Kleine Zus en een uurtje later was Grote Zus aan de beurt. Ik vind dat ook in de vakantie er best af en toe op tijd naar bed gegaan mag worden.

Morgen hebben we het plan om naar spinnen en slangen te gaan kijken. En bij mooi weer gaan we daarna ook nog een eind wandelen op de Loonse en Drunense Duinen.

Wat zijn jouw plannen voor 18 augustus 2010?

Slaapplaatsen

Afgelopen nacht sliepen drie van ons viertjes op een andere plek dan normaal. Hoe dat allemaal zo kwam? Nou, dat zal ik jullie nu verklappen. 😉

Oudste was een nachtje in ‘s-Hertogenbosch want daar woont de icht van Grote en Kleine Zus. Nicht was al 15 voordat Grote Zus geboren werd. Nicht was helemaal door het dolle want ‘eindelijk nichtje, hoe cool is dat!’. Je begrijpt, er zijn meer neven in de familie. Nicht is dus (geheel terecht volgens mij, maar wellicht ben ik wat bevooroordeeld) hartstikke gek op oudste en jongste. Af en toe mogen Grote en Kleine Zus bij nicht, haar man en hun dochtertje logeren. Gisteren was oudste weer aan de beurt.

Bij nicht logeren betekent allerlei leuke dingen doen. Dit keer bracht Mr. T. oudste weg en begon de logeerpartij met lunchen bij Bakker Bart. Daarna werd er geshopt. Grote Zus is bijna jarig en ze mocht van nicht iets leuks uitkiezen voor haar verjaardag. Uiteraard (duh) heeft nicht veel meer verstand van wat hip en mooi is dan mama. Wel grappig dat Grote Zus dan vervolgens met exact hetzelfde shirt thuiskomt als hetgeen ik afgelopen donderdag aan haar liet zien toen we in Maastricht waren. Toen werd het gewogen en te licht bevonden. 😉

Wat ze verder nog deden? Ze gingen eten bij het pannenkoekenrestaurant, keken ‘s avonds een film, gingen vanochtend naar de speeltuin en vanmiddag werd Grote Zus opgemaakt met echte make-up (‘Mam, de mascara is niet waterproof. Als ik later zelf make-up heb, dan ga ik wel waterproof kopen hoor. Dat lijkt me toch handiger’. Geen idee van wie ze het heeft, niet van mij in ieder geval. Al moet ik bekennen dat ik me vroeger dus wel opmaakte. Man, wat zag ik er uit met mijn knalblauwe ogen) en werden haar haren in de krul gezet. Nicht is immers ook nog kapster! Om een uur op vier kwam Grote Zus buitengewoon tevreden thuis.

Kleine Zus ging logeren bij opa en oma. Omdat opa in de afgelopen dagen de volledige bovenverdieping heeft geschilderd en als laatste de trap had gedaan, kon Kleine Zus echter niet naar haar ‘eigen’ slaapkamertje boven (mijn ouders slapen beneden). Hoe moest dat dan opgelost worden? Nou, geen probleem, opa en oma hebben immers een heuse camper!

De kleine dame zag het helemaal zitten: in de camper slapen! Maar natuurlijk is dat ook best nog spannend. Toen het  uiteindelijk bedtijd was (weer veel te laat, waar zijn alle regels toch gebleven in vakantietijd?) kroop ze netjes in de camper. Toen oma echter na een minuut of 10 ging kijken hoe het ging, vertelde ze oma dat ze toch eigenlijk veel liever niet alleen in de camper wilde slapen. Hetgeen betekende dat oma al om 22.00 uur naar bed ging. Ze hebben het samen hartstikke gezellig gehad, hebben lekker geslapen en uiteindelijk werden ze pas rond 08.30 uur wakker.

De reden dat beide meiden elders sliepen was dat Mr. T. en ik een feest hadden. Vriendin E werd gisteren 40 en dat moest gevierd worden. E vierde haar feestje in de kroeg in U, toch al gauw een kilometertje of 11 vanaf hier. Samen op feest en geen van beiden de Bob willen zijn, dat wordt fietsen! Da’s toch gewoon echt net als vroeger, want toen gingen we ook vaak op de fiets naar feestjes.

Het feest van E kwam wat moeizaam op gang, maar toen het eenmaal op gang was, was het ook echt goed op gang! Ik heb heul veul gedanst, ik hartje dansen! Ik heb veel gekletst en heb het wat de wijn betreft prima onder controle gehouden allemaal. Ik wel! Mr. T., tja, die had toch wel weer heul veul biertjes op. En ik kan daar niet zo goed tegen. Wel dat hij plezier heeft en zo natuurlijk wel, maar ik houd er niet van om met ‘unne zatte mens te bed te moete’. Want Mr. T., die gaat liggen en die slaapt. Zo oneerlijk is dat! Dat slapen gaat gepaard met heul veul snurken, ik heb daar al vaker over gelogd. Als hij gedronken heeft, dan is dat snurken echter nog een soortje erger. Helegaar niet tof is dat!!!

Toen wij dus vannacht om 03.45 uur thuis kwamen (zo’n leuk feestje was het dus en we deden over de terugweg maar 30 minuten, zo hard hebben we gefietst) vond ik dat Mr. T. best in het bed van Grote of Kleine Zus kon slapen. We hadden immers twee bedden over. Hij koos voor het bed van Grote Zus.

En ja hoor, lig ik zo laat in bed, zie ik het eerst toch nog 04.38 uur worden. Vanaf dat moment kan ik me niets meer herinneren. Stel je nu toch ‘ns voor hoe lang het had geduurd voordat ik sliep als Mr. T. naast me had liggen snurken.

Vandaag was een beetje zo’n dag die in een waas voorbij lijkt te gaan. Ik was eigenlijk gewoon hartstikke fit ondanks de korte nachtrust en de wijntjes, maar uit Mr. T. kwam niet heel veel initiatief. En het is echt waar, hij zit/ligt ergens en hij slaapt. Zo frustrerend! Kleine Zus heeft vanmiddag dik twee uur op de bank liggen slapen en daarom hebben we vanavond maar ‘ns gewoon de normale bedtijden gehanteerd voor de meiden.

61 uur

Ik logde al ooit eerder over de boeken van Lee Child. In de boeken van Child is de stoere Jack Reacher de hoofdpersoon. Sinds dat logje zijn er opnieuw een aantal boeken verschenen met Reacher in de hoofdrol.

Het laatste boek is 61 uur. Op de achterflap:

Jack Reacher komt tijdens een extreem koude winter een paar dagen vast te zitten in Bolton, South Dakota. De lokale politie heeft problemen die het kleine departement boven het hoofd groeien en Reacher biedt aan te helpen. Hoe erg kan het tenslotte zijn in een stadje als Bolton?

Wat Reacher niet kan weten is dat juist dáár over precies 61 uur de grootste internationale drugsdeal aller tijden op spectaculatie wijze uit de hand zal lopen.

De klok tikt. De Mexicaan is onderweg. De Rus heeft iedereen omgekocht. Het Amerikaanse leger zal er alles aan doen om schone handen te houden. En Reacher zit er middenin.

Soms vallen boeken van favoriete schrijvers op een bepaald moment wat tegen. Net alsof de auteur het een beetje kwijt raakt: het schrijven van prachtige boeken. En dat is natuurlijk hartstikke jammer!

Ik had dat met de meest recente boeken van Wilbur Smith (ze werden op een gegeven moment echt te fantasyachtig en ik houd wel van dat genre, maar niet van de hand van Wilbur Smith!), met die van Nicci French (kan iemand er me aan herinneren dat ik hun nieuwste boek echt niet meer koop), Allan Folsom (ook hier graag een herinnering!) en Dean Koontz. Ik had dat ook met een aantal boeken van Child, maar met 61 uur maakt hij weer veel goed.

Het boek leest soepel, de verhaallijn is spannend, Jack Reacher is stoer als vanouds en er wordt weer wat over zijn verleden prijsgegeven.

Het enige gruwelijk grote nadeel van dit boek is dat het een open einde heeft. Een open einde in die zin dat je niet weet wat er met Reacher gebeurd is aan het eind van het boek. Nou zal het heus wel goed met hem aflopen want in het volgende boek is Reacher op weg naar de vrouw die hem in ’61 uur’ mateloos wist te boeien. Dus dat hij ’61 uur’ overleefd heeft is me inmiddels duidelijk. Hoe hij het overleefd heeft, dát wil ik toch erg graag weten. Helaas moet ik tot 25 oktober wachten, want pas dan komt het vervolg uit.

Beschermd: Post

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

Voor wat hoort wat

Nee joh, zo gaan we dat niet aanpakken. Ik heb daar een veel handiger manier voor.

Ja natuurlijk is dat niet helemaalzoals het hoort, maar hé wie gaat dat verklappen dan? Jij niet, ik niet en Ferdy al helemaal niet.

Yep, ik heb nog wat tegoed van Ferdy en hij heeft me beloofd dat hij alles zal regelen.

Ik zeg toch dat ik nog wat tegoed heb van Ferdy, dit kost ons geen knaak.

Als ik Ferdy goed begrepen heb, dan moet het binnen een week of twee wel geregeld zijn.

We gaan het doen in de garage van Ferdy aan de Gooiseweg.

Ik wist ook niet dat hij daar een garage had. Die gozer die heeft gewoon overal pandjes.

Ja doei, dat gaan we dus echt niet doen hoor, ik ga mijn handen niet vuil maken.

Ik heb van Ferdy begrepen dat hij het wrak al gekocht heeft met het kentekenbewijs er nog bij.

Yep, da’s echt uniek, want eigenlijk worden alle autowrakken onder toezicht gesloopt.

No worries man, Ferdy had nog iets tegoed van die gozer.

Ja, een BMW-X6, ligt lelijk in de kreukels, maar het chassis is onbeschadigd.

We lopen absoluut geen risico. Ferdy heeft het wrak al gekocht, de papieren zijn in orde en de wagen die we gaan gebruiken rijdt nu nog in Frankrijk. Zodra die gestolen is wordt ie in no time naar hier gereden.

Wat ik dan nog van Ferdy tegoed had? Wil je dat echt weten?

Weet je nog die brand een maand geleden? Die brand in dat leegstaande pand van Ferdy? Nou, die brand heeft ie zelf gesticht voor het verzekeringsgeld. Laat ik dat hele fikkie nou toevallig op tape hebben gezet.

 


Een nieuwe WE-300 met als onderwerp: katten. Ik nam de vrijheid die ‘auteurs’ nu eenmaal hebben daar twee lettertjes voor te zetten. De andere bijdragen ook lezen? Klikkerdeklik!