Sprookjesboom the musical

Oh, wat was dit gaaf en hilarisch en mooi en grappig en super en fantastisch. Kleine Zus heeft genoten en ik net zo goed!

Superleuke musical. Het filmpje duurt maar twee minuten en geeft een prima weergave van wat we zagen. Als je kleine kinderen hebt en ze komen nog in de buurt: GAAN! Je krijgt er geen spijt van.

Er zit wel een risico aan vast: vanaf het moment dat we thuis zijn tot bedtijd zingt Kleine Zus uit volle borst: ‘Weet je waar ik van houd? Hakken! Weet je waar ik van houd? Hakken! Weet je waar ik van houd? Hakken!’ Et cetera, et cetera, et cetera, et cetera …

Talisman

Van Mr. T. kreeg ik ooit zo’n ieniemienie pietepeuterig beschermengeltje. Een opsteek (of insteek, jemig, ik weet niet hoe je zoiets noemt: een speldje met een pinnetje zeg maar en een los clipje. Dan duw je het pinnetje door de stof en zet het dan vast met het clipje, zo’n ding dus) beschermengeltje. Dat engeltje zit dus altijd aan mijn jas geprikt en woont lekker in mijn binnenzak. In de zomer in mijn zomerjas en in de winter, je raadt het al, in mijn winterjas. En heus: dat beschermengeltje doet hartstikke goed zijn/haar werk!

Wat ik eigenlijk wil zeggen is, of het nu wel of niet werkt, dat engeltje is me hartstikke lief en ik ben er heel zuinig op.

Heb jij een talisman of iets anders wat jou geluk brengt of juist behoedt voor (of is het tegen?) enge dingen?

Gekregen leven

Ik volg de man. De man die ik het leven gered heb. De man voor wie het leven bestond uit doodgaan. De vraag was alleen nog maar hoe snel het doek zou vallen. De vraag was of er tijdig een nieuw hart zou zijn.

Ik volg het meisje. Het meisje wier leven ik gered heb. Het meisje dat ik pas leerde kennen toen het voor mij afgelopen was. Het meisje kreeg mijn longen, het meisje is jong, het meisje leeft!

Ik volg de vrouw. Ze is al wat ouder maar haar leven is ingrijpend veranderd sinds ik haar mijn hoornvliezen gaf.

Ik volg een man. Ook al wat ouder, maar voor hem zal een van mijn nieren een wereld van verschil gaan maken. Er zijn anderen die met iets van mij in zich voortleven. Ik ben geen snoever, maar hier ben ik trots op.

Ik zie mijn dierbaren. Mijn dierbaren met dat enorme verdriet. Hun verdriet om mijn overlijden is hier bijna tastbaar. Het lijken golven van wanhoop te zijn. Waarom? Waarom is dit gebeurd? Ik was alleen, ik liep naar huis na een etentje met collega’s. Ik deed niemand kwaad, maar blijkbaar dachten anderen daar anders over. Ik was op de verkeerde tijd op de verkeerde plek.

Men bracht me naar het ziekenhuis, maar ik ontwaakte niet meer. Mijn dierbaren wisten hoe ik over het leven en over de dood dacht. Dat je het leven moet koesteren. Dat je het door moet geven als dat mogelijk is. Zij namen die onmenselijke beslissing.

Ik zie deze mensen lopen en ik weet: het is goed zo. Ik ben er niet meer, maar tegelijkertijd ben ik er meer dan ooit. Uiteindelijk zullen mijn dierbaren dit beseffen en dat besef zal hen extra troosten. Tegelijkertijd zal ik over hen allemaal waken.


Een nieuwe WE-300 met als onderwerp: meegeven.

Deze WE is een vervolg op mijn vorige WE (klik). Want die schreef ik absoluut niet met de bedoeling mensen angst aan te jagen met betrekking tot orgaandonatie. Zelf draag ik al jaren een donorcodicil terwijl ik als de dood ben voor de dood.

Daarnaast werd ik geïnspireerd door een dappere jonge vrouw die eind vorig jaar nieuwe longen kreeg. Dat het haar heel goed mag vergaan!

De andere bijdragen ook lezen? Klikkerdeklik!

Sippig

Ach, wat was het kleinste meisje gisteren toch sippig en ach, wat zaten haar traantjes toch hoog. Wat was er aan de hand?

Grote Zus heeft een heel lieve peettante (mijn ex-schoonzus waarmee we een erg goede band hebben) en peettante vond het tijd voor een uitstapje met Grote Zus. Op het programma: beetje shoppen, filmpje pakken en een bezoek aan de grote gele M. Nou, dat zou ik nog wel willen met peettante.

En Kleine Zus dus ook. En Kleine Zus ‘vinnut nie eerluk dat ik niet mee mag!’. Dus ze plengde nog maar wat traantjes en keek reuze sip. Voor het gemak vergat Kleine Zus even dat ze vandaag -samen met mij- naar het theater mag.

Ach, ik begrijp het wel hoor dat het niet gemakkelijk is. Grote zus gaat leuke dingen doen en zelf heb je niet eens een speelafspraakje op die laatste vakantiedag. En mama, mama heeft ook geen tijd voor leuke dingen want eerst moet mama poetsen en dan moet mama logjes lezen!

Gelukkig maakte ik het goed door met haar te gaan kleuren. Samen kleuren, daar wordt je zen van. Echt!

In haar schrift schreef ik gisteren nog een prachtige uitspraak die ze maakte toen ze ‘s ochtends met Grote Zus aan het spelen was: ‘Ik ben een zeemeermin en ik eet zeesterren en moslims’. 🙂