W-day

Nou lieve mensen, we kunnen er niet bepaald om heen wel? Vandaag gaat het dan E I N D E L I J K gebeuren!!! William en Kate treden in het huwelijk.

Ik kan me nog herinneren dat ik destijds van het huwelijk van Charles en Diana best wel een stuk gezien heb, maar geloof niet dat dat vandaag ook het geval zal zijn. Oh, wat vond ik die jurk toen mooi en oh wat vind ik die nu toch lelijk!

Natuurlijk zal ik vandaag wel stukjes kijken en natuurlijk ben ik benieuwd naar DE jurk (wie niet?) en de hoedjesparade. Maar verder hoop ik vooral dat deze dag voor William en Kate een geweldige dag wordt en dat deze dag zonder een enkele wanklank zal verlopen. Want pffft, wat dat betreft merk ik toch wel dat ik de kriebels krijg bij dit soort massagebeurtenissen.

Nederlandsch

Het meervoud van lot is loten. Maar toch is het meervoud van bot geen boten. Ook zegt men altijd: één vat twee vaten. Maar zegt men ook één lat twee laten?

Wie gisteren ging vliegen, zegt vandaag ik vloog. Dus zegt u misschien van wiegen ik woog. Nee, pardon, want ik woog is afkomstig van wegen. Maar … is nu ik voog een vervoeging van vegen?

De verleden tijd van zoeken is zocht. Dus logisch is; bij vloeken hoort vlocht? Alweer mis, want dat is afkomstig van vlechten. Maar, ik hocht is geen juiste vervoeging van hechten.

Bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep. Bij roepen hoort riep, maar bij snoepen geen sniep. En evenmin hoort bij slopen: ik sliep. Want dat komt van het schone woord slapen.

Maar zeg niet: ik giep bij gapen of ik riep bij rapen. Nee, dat komt van roepen en u ziet het terstond. Zo draaien we vrolijk het kringetje rond.

Gezien bij Richtsje.

Met bovenstaande ijzersterke woordparade wil ik toch maar even benadrukken dat het geen wonder is dat Kleine Zus vrij regelmatig behoorlijk in de war is met de verleden tijd. 😉

Heaven Inc.

Meneer Adibidea keek op zijn lijst. De lijst bestond uit een tabel vol rampen. In de ene kolom stonden de rampen veroorzaakt door Moeder Aarde zelf, in de andere kolom de rampen die de mensheid veroorzaakt had.

Kolom 1 was lang en bestond uit wat aardbewoners natuurgeweld zouden noemen. Het mooie van die lijst was echter dat het zichzelf repeterende rampen waren. Zo waren er droogtes, aardbevingen, overstromingen, orkanen en nog meer van dat soort ongein.

Rampen die door de afdeling van meneer Adibidea zorgvuldig werden voorbereid en uitgevoerd. Rampen van grote omvang vergden immers een goede planning. Het aantal slachtoffers werd zorgvuldig ingecalculeerd. Er was nauw overleg tussen de afdeling ‘Ontvangst’ waarover hij de scepter zwaaide en de afdeling ‘Grootte der Wereldbevolking’. De medewerkers van GdW trokken geregeld aan de bel. Ingrijpen was noodzakelijk om de planeet niet nog meer over te belasten. Een nieuwe ramp moest dan snel gebeuren.

Nee, dan kolom 2: de door mensen veroorzaakte rampen. Daar had de firma toch heel wat meer moeite mee. Het ging dan weliswaar vaak om minder grote aantallen ineens, maar ze werden er toch altijd door overvallen. Het leek dan wel of ze continu achter de feiten aanhobbelden.

De periode 1940-1945 bijvoorbeeld was er een van veel overwerk. Maar neerstortende vliegtuigen, botsende treinen et cetera brachten ook veel hectiek met zich mee.

Hij bladerde door zijn lijst, die toch al gauw 3.785 pagina’s dik was, naar 26 april 1986. Een gedenkwaardige dag was dat. Was het toevallig dat er nu weer een dergelijke ramp plaatsvond daar beneden? Hij wist niet goed wat hij er van moest denken. Wat hij wel wist, was dat de mensheid niet veel leerde van gemaakte fouten. Wat hij ook wist: de komende tijd zouden ze allemaal weer een behoorlijk aantal overuren maken.


Ik kan het WE’en niet laten. Dit keer was het onderwerp ‘voorbeeld’. De andere bijdragen ook lezen? Klikkerdeklik.

Pasen

Vandaag is het Eerste Paasdag. Wat brengt deze dag ons naast de voorspelde zonneschijn?

Manlief gaat met zijn zussen en zijn ouders naar de mis in de geboorteplaats van zijn vader. Daar doen ze hun vader heel veel plezier mee, want hij komt bijna nooit meer in die kerk.

Na de mis komt de hele bups hierheen om samen te lunchen. Die lunch wordt voornamelijk gegeven ter ere van de 86ste verjaardag van oma. Oma zelf zal zich er waarschijnlijk 60 seconden nadat ze het laatste stukje brood gegeten heeft weinig meer van herinneren maar het wordt vast en zeker een mooie dag.

Grote Zus is klaar met vasten.

In haar voorraadbus, waarvan de voorraad nauwelijks slinkt (want streng ‘snoepbeleid’), zaten zelfs nog snoepjes van vorig jaar (of nog langer geleden). Die bus hebben we vandaag dus maar ‘ns even flink ‘uitgedund’. ‘Mama, wil je me er volgend jaar aan herinneren dat ik écht nooit meer ga vasten!’, vroeg ze me vandaag nog een keer met klem. Nou heb ik dat dit jaar ook al gedaan, maar ja, waarschuwingen van ouders die sla je als prépuber uiteraard de wind in.

Ik las in de esta dat ‘Bijna 75% van de Nederlandse jongeren tussen de 12 en 28 jaar weet niet wat de betekenis van Pasen is’ (bron RKK). Dat vind ik shockerend! Als dat echt zo is dan vind ik dat wij als opvoeders/volwassenen toch nog wel een slag te maken hebben. Mocht het echter zo zijn, dat wij (als in het Nederlandsche volk) het echt belangrijk vinden, dan moeten we in ieder geval bereid zijn om de vrije dagen die het ons oplevert in te leveren. Zo, poneer ik hier even een stelling! Je bent uiteraard vrij om erop te reageren.

For the record, op mijn andere webstek heb ik regelmatig over het geloof geblogd. Dat ik het allemaal niet weet en dat ik zo graag zou willen geloven, maar dat dat nog niet echt lukt. Maar ik vind, ongeacht hoe ik er over denk, dat het Christelijke geloof deel is van onze geschiedenis en cultuur. En daar moeten we zuinig op zijn!

Maar, omdat het nu eenmaal Pasen is sluit ik nog een keer af met dat machtig mooie liedje van Frank Boeijen:

En Jezus was een visser die het water zo vertrouwde
Dat hij zomaar over zee liep omdat hij had leren houden
Van de golven en de branding waarin niemand kan verdrinken
Hij zei “als men blijft geloven kan de zwaarste steen niet zinken”
Maar de hemel ging pas open toen zijn lichaam was gebroken
En hoe hij heeft geleden dat weet alleen die visser aan het kruis

Fijne Pasen allemaal!

Genoten van Genade

Gisterenavond gingen manlief en ik weer ‘ns een keer naar Frank Boeijen. Die man blijft ons gewoon boeijen (ja ik weet het, een heel flauwe woordgrap). Maar echt, genoten hebben we, volop genoten. Frank en zijn mannen hadden er zin in!

We zaten op de eerste rij en dat is natuurlijk helemaal leuk. Frank heeft dan ook een aantal keer echt heul dicht bij mij gestaan. 😉

De eerste set bestond uit de hele CD ‘Genade’. Gelukkig heeft manlief die een tijdje geleden zomaar spontaan van mij gekregen dus we kenden de hele eerste set. ‘Genade’ staat vol met mooie muziek die nog meer gaat leven door de korte toelichting die Frank voor ieder nummer geeft.

Frank zelf is behoorlijk lyrisch over de foto’s die bij het boek ‘Genade’ zitten, maar die doen mij eerlijk gezegd niet heel veel. Ha, eigenlijk vind ik ze maar vaag allemaal. 😉

De tweede set bracht vele oude nummers. Heerlijk gewoon, we hebben meer gestaan dan gezeten. Een aantal favorieten passeerden en zelfs ‘Susanne’ werd weer een keer gebracht. Dat vind ik zo’n mooi nummer (sorry Leonard en Herman, wat mij betreft heeft Frank de allermooiste vertolking van dit nummer). Omdat Suzanne natuurlijk goed bij dit weekend past hier ook maar even het filmpje (dit keer een versie met de tragisch overleden Belgische zangeres Yasmine).

Elke keer als ik het met mijn neef over Frank Boeijen heb, dan zegt hij ‘die man is toch niet te verstaan’. En elke keer trap ik er weer in door Frank te gaan verdedigen. Want echt, als je je even verdiept in de teksten dan zijn die weergaloos mooi. Echt!

Man en ik hebben genoten van Genade!

Alcohol

Gisterenavond was er op school een bijeenkomst voor achtstegroepers en hun ouders. Het thema was: alcoholgebruik. Het eerste deel van de avond bestond uit een soort van show die de kinderen zelf in elkaar hadden gezet. Ze hadden een Alcohol Informatie Bureau opgezet, vertelden feiten over alcoholgebruik, lieten toneelstukjes en rollenspelen zien over hoe het fout (of goed) kan gaan. Erg leuk om te zien.

Het tweede deel van de avond bestond uit een presentatie van de GGD over de effecten van alcohol op kinderen. Ik vond het indrukwekkend en confronterend. De grafieken en tabellen logen er niet om. Wat drinken er al veel jonge kinderen regelmatig alcohol! Wat kunnen de gevolgen toch veel omvattend zijn. Ik geloof niet dat dat genoeg onder de aandacht gebracht kan worden. Hoe ernstig de hersenen beschadigd worden en wat daar de gevolgen van kunnen zijn. De hersenscans die men liet zien logen er niet om.

‘Ja maar’, zeggen mensen misschien: ‘vroeger dronk ik ook al toen ik 14 was’. Maar echt, ‘ons’ drinken van toen is niet te vergelijken met hoe het nu gaat. Kinderen drinken nu jonger, meer en vaker. En kregen wij vroeger een sneeuwwitje op een verjaardag, nu drinken ze breezers, shooters en mixdrankjes. Er moet ergens ingedronken worden vóórdat je uit gaat en daarnaast schijnt het al zo te zijn dat je er in sommige groepen pas bij hoort als je jezelf minstens één keer het ziekenhuis in gezopen hebt! Oh, die akelige groepswerking toch altijd.

Wat zijn er toch veel rare gebruiken in omloop. Ik weet de namen niet meer, maar vooral de spelletjes die gepaard gaan met snel grote hoeveelheden alcohol drinken vond ik stuitend. Laatst stond er in de regionale krant trouwens een oproep voor het zogenaamde ‘stropdasdrinken’. Dat ging, als ik het me goed herinner, over zoveel mogelijk drinken terwijl je stropdas aan de tafel geniet wordt of zoiets. Degene die het langst vastgeniet aan de tafel zit (en uiteraard het meeste drinkt) won een geldprijs. Wat is daar in hemelsnaam de lol van??? Kan zoiets niet verboden worden?

Er werden een aantal filmpjes getoond en de kinderen (en hun ouders) werden er toch best wel stil van.

Tja, weet je wat het is. Voor manlief en mij is het hartstikke duidelijk. Onder de 16 gaat Grote Zus niet drinken. Correctie: gaat ze zeker geen alcohol van ons krijgen of als wij in de buurt zijn. Daar durf ik best een weddenschap op af te sluiten. Maar -uiteraard moet je realistisch blijven- we weten natuurlijk niet wat Grote Zus straks allemaal gaat doen als wij er niet bij zijn.

Het enige wat wij kunnen doen is haar voldoende begeleiding geven op basis waarvan zij haar keuzes kan maken. Alles wat wij haar hierover vertellen zit toch in haar achterhoofd en ze zal het altijd meenemen als ze in verleidelijke situaties terecht komt. Misschien drinkt ze dan wel een glaasje, maar beperkt ze het dan wel meteen tot dat éne glaasje. Gezien het karakter van Grote Zus zal het allemaal best wel goed gaan. Ik geef haar dat vertrouwen zonder enige schroom.

De eerste vraag die de dame van het GGD stelde was gericht aan de kinderen: ‘Wie van jullie heeft er al ooit alcohol gedronken?’. Van de 28 kinderen staken er zo’n 8 de vinger op. En alle 8 de kinderen hadden thuis in aanwezigheid van hun ouders hun eerste slokjes gedronken. Weet je dat ik dat dus echt niet begrijp. Waarom sta je dat toe? Waarom geef je je kind al slokjes te drinken? Even proeven kan geen kwaad denkt men. Dat schijnt niet echt zo te zijn. Daarnaast geef je toch ook een heel verkeerd signaal af als ouder? Een kind van 13 laat je toch ook nog niet in je auto rijden? Waarom wel alcohol laten drinken dan? Soms begrijp ik mijn medemensen niet.

Laat ik dit logje afsluiten met de opmerking dat ik het een interessante avond vond waarvan ik hoop dat er zowel bij kinderen als ouders veel beklijft.

Auditief geheugen

Dat Kleine Zus er haar eigen woordenschat op na houdt, dat is voor haar papa en mama geen verrassing. Af en toe maakt ze de prachtigste woorden. Bepaalde woorden blijft ze ook consequent verkeerd zeggen. We verbeteren ons helemaal suf wat dat betreft. 😉

Dat de kans groot was dat Kleine Zus uiteindelijk naar logopedie zou moeten was dan ook te verwachten. In de verwijzing stond dat Kleine Zus met name moeite had met het auditief geheugen. Tja, ik was niet echt op de hoogte van wat dat dan allemaal wel niet betekende en ik moet zeggen, ik heb er me ook niet echt in verdiept. Wat dat betreft vertrouw ik blindelings op de professionaliteit van de experts. Én, waarschijnlijk nog belangrijker, ik vertrouw er ook op dat het allemaal wel goed zal komen.

Gisterenochtend gingen Kleine Zus en ik dus voor de eerste keer naar de logopedie. Ik vulde een formulier in en de logopediste testte Kleine Zus. Dat deed ze op een buitengewoon leuke en ontspannen manier. Kleine Zus was eerst nog wat stilletjes, maar ze ontdooide al snel. Het is zo leuk om te zien hoe graag ze het goed wil doen. Een heleboel dingen gingen ook hartstikke goed (rijmen, woordjes hakken, gehakte woordjes tot één woord maken, fonetisch uitgesproken letters tot een woord maken et cetera), maar toen kwam dus dat auditieve geheugen aan bod.

‘De poes loopt door de tuin’ zei de logopediste. Kleine Zus moest die zin nazeggen en bakte er ‘De muis loopt door het gras’ van. Tja, dat is toch niet helemaal juist lieffie. Grappig dat ik er, met dit simpele voorbeeld, nu pas achter kwam wat er bedoeld wordt met dat auditief geheugen (of moet ik me nu gaan zitten schamen dat ik dat niet wist?).

Vanaf volgende week gaat Kleine Zus elke week even naar de logopediste. Zelf heeft ze er in ieder geval heel veel zin in want ze fluisterde me op een gegeven moment toe ‘ik vind die mevrouw lief en grappig’.

Elegant als een egel

Voor mijn verjaardag kreeg ik van vriendin E een boek. Van boeken krijg ik nooit genoeg, dus je zou zeggen ‘schot in de roos’. Nou, nee, niet bepaald.

De achterflap van ‘Elegant als een egel‘ (is dat nou niet een heel aparte titel???) van Muriel Barbery belooft meer dan genoeg:

De twaalfjarige Paloma Josse, dochter van een welgestelde, linkse familie uit Parijs, wil niet het vissenkomleven leiden waarvoor ze in de wieg lijkt te zijn gelegd en besluit op haar dertiende verjaardag zelfmoord te plegen. Het halve jaar dat ze nog voor de boeg heeft wil ze gebruiken om na te gaan of het leven wellicht toch nog zin heeft.

In het Parijse appartementengebouw waar ze woont komt ze in contact met enkele bewoners: twee keurige dames met elkaar bespringende hondjes, een rijke Japanse weduwnaar en vooral de 57-jarige Renee Michel, de conciërge van het gebouw, die zich met haar slonzige voorkomen voordoet als een echte, clichematige conciërge, maar die zich in werkelijkheid interesseert voor filosofie, literatuur en Hollandse stillevens.

Als Paloma het geheim van de oudere vrouw doorheeft, voelt ze zich tot haar aangetrokken. Ze begrijpt dat het mogelijk is haar levenslot te veranderen. Maar of dat voldoende is om haar van haar dreigende voornemen af te houden?

Elegant als een egel is een prachtige filosofische roman, geschreven in een intelligente, geestige, gevoelige en bij vlagen dichterlijke stijl. In Frankrijk was het boek een ongelooflijk en langdurig succes: er zijn bijna een miljoen exemplaren van verkocht.

Tja, wat kan ik er van zeggen? Het zal dan wel weer literatuur zijn, maar ik vond het nou niet bepaald een mooi boek. De twaalfjarige Paloma kan dan wel hoogbegaafd zijn, maar de woorden die ze gebruikt zijn zo moeilijk en de manier waarop ze in haar dagboek schrijft zo ingewikkeld, dat het voor mij niet geloofwaardig overkomt. Een 12-jarig kind schrijft zo niet. Ik vind het overigens ook verontrustend dat een zo jong kind zulke vreemde gedachten kan hebben. Maar goed, bewijst het dagelijkse nieuws niet regelmatig dat er meer dan genoeg rare pappenheimers op deze aardkloot rondlopen?

Het lijkt er op dat Barbery grossiert in moeilijke woorden. Man, wat staan er een boel moeilijke woorden in het boek. Zou dat dan literatuur zijn? Laten zien dat je heel veel moeilijke woorden kent? 😉

De eerste, pak ‘m beet, 100 bladzijdes waren lastig om door te komen. Ik heb volgehouden omdat ik E wel wilde vertellen wat ik van haar cadeau vond. Het boek werd wat mij betreft pas wat interessanter toen het Japanse heerschap zijn entree maakte. De conciërge ontdooit en Paloma ontdekt dat het leven toch best ook leuk kan zijn. Het einde van het boek vind ik daarom des te onbegrijpelijker. Zou dat dan ook literatuur zijn? Dat een boek niet goed af mag lopen?

‘Elegant als een egel’ is niet mijn boek zal ik aan E melden. Ze mag het van me lenen, maar haar kennende begint ze er niet eens aan als ze mijn mening weet.

Verkering

Kleine Zus (glunderend): Ik heb verkering met A.

Mama: Wat leuk zeg. Wie heeft wie gevraagd?

Kleine Zus: Ik heb A gevraagd en hij zei JA!

Mama: Hoe heb je dat gedaan?

Kleine Zus: Met een briefje.

Mama: Wat stond er op dat briefje?

Kleine Zus: Grote Zus had de naam van A op het briefje geschreven. En ik had er een hartje op geschreven en mijn naam en M (de oppas) had erbij geschreven ‘wil je met mij verkering?’.

Mama: En kon A het briefje lezen?

Kleine Zus: Nee, tuurlijk niet, hij zit toch ook nog maar in groep 2! Dus toen heb ik het maar gezegd en hij wist niet eens wat verkering was.

Mama: En toen heb jij hem dat vast uitgelegd. Wat heb je hem gezegd dat verkering is?

Kleine Zus: Dat je verliefd bent op elkaar en elkaar kusjes geeft!

Mama: Kusjes? Daar ben je toch nog veel te klein voor?

Kleine Zus: Oh, dan doe ik wel gewoon handje vasthouden met A.

Carnaval

Dit wordt een kleine ode aan Grote Zus. U bent alvast gewaarschuwd. Grote Zus is een fantastische meid. Ze is sociaal, aardig en durft voor zichzelf en anderen op te komen. De meesten van jullie weten dat haar schoolleven niet altijd over rozen gegaan is (maar voor degenen die wat korter op het andere blog meelazen: Grote Zus is een tijdlang behoorlijk gepest door een ander meisje en dat had voornamelijk te maken met het feit dat Grote Zus niet naar de pijpen van dat meisje danste en voor zichzelf én voor anderen opkwam). Gelukkig echter ligt dat inmiddels een paar jaar achter ons en Grote Zus doet het geweldig.

Maar goed, wat heeft dit nu allemaal met carnaval te maken zul je denken? Mrs. T. heeft carnaval tenslotte net achter de rug (gelukkig).

Nou, dat gaat om het volgende. Er zijn nu al (tja, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen blijkbaar) plannen om voor volgend jaar met de huidige groep 8 een carnavalswagen te gaan bouwen. Op zich vind ik dat een erg leuk initiatief en vooral ook het idee dat ze op die manier een ook-na-de-basisschool-vriendenclub opbouwen is natuurlijk mooi. Na de zomervakantie slaan ze immers allemaal verschillende paden in.

Het niet zo heel erg sympathieke meisje van hierboven heeft zichzelf (als altijd) de rol van opperhoofd toebedeeld en regelt de zaakjes volgens haar ideeën. Daar kan ik veel van vinden (sterker, daar vind ik veel van) en we praten er ook wel een beetje over met Grote Zus, maar verder moeten ze het voorlopig maar even uitzoeken.

Maar goed, het opperhoofdmeisje bepaalde dat één meisje (M) niet mee mag doen. M zat vroeger in dezelfde klas maar is na groep drie naar het bijzonder onderwijs gegaan. Het is een meisje dat verschrikkelijk met zichzelf in de knoop zit en sinds een dik jaar behandeld wordt voor anorexia. Kun je je dat voorstellen? Twaalf jaar oud en dan al zo ziek. Ik vind het zo verschrikkelijk. Voor haar, haar ouders, haar zus en broers en alle mensen die van haar houden.

Maar goed, wat ik dus wilde vertellen is dat, en dat raadde je misschien al, Grote Zus tegen de wil van het opperhoofdmeisje in heeft gezegd dat zij vindt dat M natuurlijk mee moet kunnen doen aan de carnavalswagen. Want ze hoort er net zo goed bij en misschien wordt ze dan weer een beetje blij, is de redenatie van Grote Zus en moeten we niet allemaal proberen het voor M zo fijn mogelijk te maken?

Ik vind dat zo goed van haar. Dat ze überhaupt opmerkt dat M misschien wel heel graag mee wil doen, dat ze het bespreekbaar maakt en dat ze tegen het opperhoofdmeisje in gaat. De meeste andere kinderen staan er een beetje bij en kijken er naar. Zijn een beetje laconiek onder dat soort dingen (behalve het tweelingzusje van M, dat moest best huilen) en vinden alles wel best. Zo niet Grote Zus.

Het eind van het liedje is in ieder geval dat M van harte welkom is om mee te gaan doen. Je begrijpt: hier typt een trotse mama!