De bekentenis

De eerste (pak ‘m beet) 15 boeken van John Grisham heb ik zonder enig nadenken gekocht. Al had ik die laatste 5 boeken beter niet kunnen kopen. Want waren de eerste boeken klasse, de kwaliteit van Grishams boeken ging, wat mij betreft, bergafwaarts. Na de laatste teleurstelling besloot ik een paar jaar geleden dan ook geen boeken meer van Grisham te kopen. Tot ik las over ‘De bekentenis‘.

Op de achterflap:

In 1998 ontvoert, verkracht en wurgt Travis Boyette de zeventienjarige Nicole Yarber. Hij verstopt het lichaam zodat het nooit gevonden zal worden en kijkt vervolgens toe hoe de politie een onschuldige jongen, Donté Drumm, arresteert. De openbaar aanklager is zeker van zijn zaak, maar het bewijs is zwak. Wanneer Donté tegen alle verwachtingen in toch wordt veroordeeld, haalt Travis opgelucht adem. Een onschuldige man verdwijnt achter de tralies, in afwachting van zijn executie, de dader gaat vrijuit. Maar dat was negen jaar geleden …

Travis is net vrij uit de gevangenis, waar hij een straf uitzat voor een zedenmisdrijf, als hij hoort dat Donté over vier dagen geëxecuteerd zal worden. Voor het eerst in zijn leven besluit Travis te doen wat goed is en de moord op Nicole alsnog te bekennen. Maar hoe kan iemand die schuldig is de politie, aanklagers, rechters en politici ervan overtuigen dat ze op het punt staan een onschuldig persoon te executeren?

Voor de flamboyante advocaat Robbie Flak, die al negen jaar lang probeert Donté Drumms onschuld te bewijzen, begint een race tegen de klok.

De tekst op de achterflap doet het boek trouwens absoluut geen recht (zoals zo vaak). Want in feite heeft Travis maar een vrij beperkte (althans, dat vind ik) rol in het boek en is het boek veel en veel meer dan hetgeen erop de achterflap gemeld wordt.

Wat ik van het boek vond? Ik vond het gruwelijk jammer dat ik het uit had!!! Het was geen spannend boek als in ‘boeven en schurken die schieten en zo’, maar wel een boek dat goed in elkaar zat. Dat vele personages volgt, maar alles is goed uit elkaar te houden. De personages worden uitgediept en menselijk gemaakt. Je kunt je, tijdens het lezen, enorm opwinden over het onrecht dat Donté aangedaan wordt, over de zelfingenomen heersende blanken die al ‘vriendjespolitiekend’ de wereld voor zichzelf maar weer wat fraaier maken. Wat mij betreft is Grisham met dit boek weer terug op zijn oude niveau!

30 – 18: Mijn favoriete verjaardag

Ik vind jarig zijn leuk! Al zo lang ik me kan heugen vind ik dat. En dat vind ik nog steeds. Jarig zijn vind ik gewoon leuk! Punt. Maar, sorry, ik kan geen favoriete verjaardag uitkiezen. Al was er wel een verjaardag, ik geloof dat ik toen 23 jaar werd, waarin ik tegen mijn moeder iets zei in de trant van: “Gek hè? Eén jaar ouder, maar de helft jonger”. Dat was het jaar dat ik wegging bij mijn ex. Dat was zo’n opluchting, ik voelde me zo bevrijd! Dus misschien is dat wel mijn favorietste verjaardag geweest?

Ook de verjaardagen van Grote en Kleine Zus vind ik leuk. Ik geniet zo van het enthousiasme waarmee kinderen jarig kunnen zijn. Misschien is mijn allereerste verjaardag als mama wel mijn favorietste verjaardag. Want jarig zijn en dat voor het eerst vieren als mama is toch ook wel erg bijzonder.

Verjaardagen vind ik zelfs zo leuk dat wij dit jaar maar weer ‘ns een heuse fuif geven (ter ere van mijn 41ste verjaardag, de 6de verjaardag van Kleine Zus, de 45ste verjaardag van Mr. T. en de 12de verjaardag van Grote Zus). Eind augustus aanstaande ‘verbouwen’ we het hele huis om een kleine 70 mensen te ontvangen. Dat doen we met bartafels en bier en wijn en chips en snoep. Zin in!!!

Hoe zit dat met jou? Vind je het leuk om jarig te zijn, om je verjaardag te vieren of zie je er als een berg tegenop?

Moederziel alleen

Sinds een aantal dagen volgt ze uren en uren de journaals. Ze zapt van de ene nieuwszender naar de ander. Absorbeert alles. Ze kijkt en kijkt en is intens verdrietig. Haar PC staat dag en nacht aan, de kranten liggen in stapels op de salontafel voor haar.

De gordijnen zijn dicht, de deur in het slot. De eerste dagen werd er regelmatig aangebeld, nu is het stil. Het lampje van het antwoordapparaat knippert boosaardig. Ze heeft alle berichten gehoord terwijl ze ingesproken werden en iedere keer moest ze huilen. De batterij van haar mobieltje is inmiddels leeg. Eindelijk. Ze had hem ook uit kunnen zetten, maar ergens leek dat niet gepast. Dat ze hem uit zou zetten. Dat zou te gemakkelijk zijn. Ze heeft 91 berichten ontvangen. Ze las er geen een.

Al dagen heeft ze een barstende hoofdpijn, haar haren hangen vettig om haar gezicht. Sinds vrijdag is ze niet meer in de douche geweest. Haar lijf stinkt, ze ruikt de zure zweetlucht die om haar heen hangt.

Gelukkig heeft ze een flinke voorraad sigaretten in huis, want ze zou niet weten hoe ze zonder zou moeten. Ze weet het niet meer zeker, maar ze denkt dat ze sinds vrijdagmiddag niet meer heeft gegeten. De honger die ze voelde is langzaam verdwenen. Ze merkt dat ze trilt en beeft. Momenteel overleeft ze op alleen koffie, wijn en adrenaline. Verdoving biedt de wijn niet meer. Niets biedt haar nog verdoving.

Dat geeft niet want nu wil ze voelen. Omdat ze denkt dat ze op die manier iets goed kan maken. Haar pijn en verdriet tegenover het verdriet van zoveel mensen. Een schrale troost.

Ze kijkt naar de kranten en ziet op elk blad veelvuldig het gezicht van haar zoon. Mijn God Anders, hoe heb je het kunnen doen …


Een WE met als onderwerp: verstoppen. De andere bijdragen ook lezen? Klikkerdeklik.

Einde van een tijdperk

Vandaag precies een week geleden was een gedenkwaardige dag. Het was namelijk 'officieel' de laatste dag dat oma op Grote Zus paste. Oma heeft vanaf november 1999 (het einde van mijn zwangerschapsverlof) tot en met vorige week bijna elke dinsdag op Grote Zus (en later uiteraard ook op Kleine Zus) gepast. 

En wat hadden wij dat onderling goed geregeld zeg. Elke oppasdinsdag kwam oma rond 07.40 uur naar ons huis. Dan vertrok ik naar mijn werk. Oma zorgde voor ontbijt voor de meiden en bracht hen naar school. Haalde hen tussen de middag op, bracht ze weer naar school en haalde ze weer op. Als kers op de taart mochten manlief en ik ook nog iedere dinsdag om 17.30 uur bij hen aanschuiven voor de warme maaltijd. Hoe fijn is dat dan wel niet?

Ook heeft oma zich actief ingezet voor de zwemles van Grote Zus. Zij zorgde ervoor dat Grote Zus op tijd op de juiste plek was en ik haalde Grote Zus dan na de zwemles op. (Op dit moment doen we het ook ongeveer zo bij de zwemles van Kleine Zus. Oma brengt haar naar het zwembad, ik vang haar daar op en zorg ervoor dat ze op tijd in het zwembad ligt). Hoe fijn is dit dan wel niet?

Naast al dit praktische zorgen is vooral de liefde en het enthousiasme waarmee oma haar kleindochters omringt iets waar manlief en ik ontzettend blij mee zijn. Mijn moeder is zo ontzettend lief voor de meiden. We kunnen ons geen betere oppas wensen.

In al die jaren gaven wij oma per oppasdag een geldbedrag. Dat geld heeft ze niet aan haarzelf en/of opa besteed, nee dat geld heeft ze opgespaard om het vervolgens weer op de spaarrekening van de kleinkinderen te storten. Oma heeft afgelopen week de laatste storting op de rekening van Grote Zus gedaan. Waarvoor, mede namens Grote Zus, hartelijk dank.

Nu hebben wij vakantie en vanaf eind augustus gaat Grote Zus naar het voorbereidend onderwijs. Het is dus gedaan met het oppassen op Grote Zus. Gelukkig heeft oma aangegeven nog niet met pensioen te willen en dat wil zeggen dat wij, dankzij Kleine Zus, nog heel wat fijne dinsdagen in het verschiet hebben. 

Lieve mam (en pap natuurlijk ook): bedankt voor al die dinsdagen dat jij ervoor zorgde dat manlief en ik met een gerust hart naar het werk konden. Bedankt voor alle liefde die jij aan onze meiden geeft!

MSN en Hyves

Sinds twee weken mag Grote Zus van mij op MSN en sinds een week heeft ze een heus hyves-account. Daarmee was ze (hoogstwaarschijnlijk) de laatste van haar oude klas die zich op deze sociale netwerkpaden begaf. Maar ik vond het meer dan vroeg genoeg. Ze is nog maar 11 tenslotte.

In ieder geval: ze is er hartstikke blij mee en heeft al heel wat ge-MSN’t en had -gisteren- al 62 vrienden op hyves.

‘Ik ga alleen maar mensen toevoegen als vriend die ik echt ken,’ zegt ze. Dat lijkt me heel verstandig lieve schat. En oude mensen (lees: van onze leeftijd), die gaat ze ook niet toevoegen. Ook dat lijkt me heel verstandig. 😉 Inmiddels heeft ze op hyves ook ‘Landleven’ ontdekt en ze is fanatiek met haar eigen boerderijtje bezig.

Een paar jaar geleden begon Grote Zus, gestimuleerd door school, een soort van blog. Ik vond het leuk om haar schrijfseltjes te lezen, maar helaas is het op haar site nu al een dik jaar heel erg stil. Jammer!

Hoe zit het met jouw kinderen? Al hyves-accounts en/of MSN en hoe oud waren ze toen ze er mee mochten beginnen?

Beschermd: Camper

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

30 – 17: Mijn favoriete herinnering

Oh, ik ben zo verschrikkelijk slecht in me dingen herinneren. Van mijn kindertijd weet ik bijna niets meer en van hetgeen ik wel weet vraag ik me af of het mijn eigen herinneringen zijn, of dat die herinneringen aangepraat zijn. Gewoon, omdat bepaalde dingen vaak verteld zijn.

Ook van mijn jeugd weet ik nog maar weinig. Ik vind het zelfs al lastig om aan de hand van foto-albums daadwerkelijke herinneringen op te roepen. Nee, dat valt me niet mee.

Suf is het dat ik van mijn eerste huwelijk ook niet veel meer weet en zelfs van de ‘tussenperiode’ tussen m’n ex en Mr. T. nu, is veel vergeten/weg. Al kan ik me nog wel heel goed mijn gevoelens herinneren en de sfeer die er was. Maar echt concrete herinnerigen, nope. Is dit heel raar of herkennen jullie dat?

Zo wéét ik natuurlijk dat ik drie jaar op een appartementje gewoond heb, maar me echt de dagen daar herinneren: nul komma nul. Nee, alleen sommige gebeurtenissen.

Mijn herinneringen zijn het levendigst vanaf de tijd dat Grote Zus geboren is. Ik houd voor haar en voor Kleine Zus schriften bij (al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat er steeds minder in geschreven wordt). Het lijkt af en toe wel alsof ik pas echt met leven begonnen ben sinds ik moeder ben. Is dat nou niet raar?

De dagen zijn kostbaarder geworden, kwetsbaarder, mooier, indrukwekkender. Bekijk de wereld door de ogen van een zes- of elfjarige en je ziet en ervaart dingen die je zelf als drukdrukdrukke volwassene niet ziet. De meest simpele momentjes zijn om in te lijsten, maar ook de dagen waarop we speciale dingen deden (zoals vakanties, naar de bossen, fietsen, wandelen, trouwen (!), naar het museum of wat dan ook) koester ik in mijn hart.

Wij maken dagelijks mooie herinneringen; de meiden, Mr. T. en ik! En ik zorg er wel voor dat ik ze deze keren níet vergeet met mijn schriften en mijn blog(s).

Ontoereikende woorden

Soms is het leven zo verdomde oneerlijk. Soms maakt het leven dat je je zo machteloos voelt.

De prachtige, jonge dochter van een medeblogster/-twitteraar heeft nog maar kort te leven. Ik heb geen woorden die haar verdriet kunnen verzachten. 

Een bloggende zuiderbuur schrijft over haar leven. Over haar ziekte, de ups and downs, over moed en hoop en kracht en angst en verdriet. Over mensen die de strijd op hebben moeten geven.

Ik heb twee ooms (op jonge leeftijd) en een tante (al wat ouder, maar toch) die gestorven zijn aan kanker. De vriendin van een neef verloor een paar weken geleden haar vader, 58 jaar jong. Gelukkig is er ook nog relatief goed nieuws. Een oom kreeg afgelopen dinsdag de volgende uitslag: er zijn geen uitzaaiingen, hij zal wel een heel medisch traject moeten doorstaan maar hoe de ziekte zich zal ontwikkelen blijft onzeker. 

Iedereen kent wel iemand, dichtbij of veraf, die getroffen is door ernstige ziekte. Je kent de mensen om hen heen. De mensen die machteloos moeten toekijken hoe degene van wie ze houden de ziekte moet ondergaan. Hoe de zo geliefde man/vrouw/dochter/zoon/broer/zus/ouder de strijd wint of verliest. Hoe doen mensen dat?

Sinds het nieuws over die mooie jonge meid die aan het sterven is, moet ik steeds aan haar, haar moeder en de andere mensen om haar heen denken. Aan de mensen die van haar houden. 

Woorden zijn ontoereikend. En wat ben ik nu helemaal? Een passant op het wereld wijde web. Een passant die de ontroerend mooie maar tegelijkertijd intens verdrietige logjes leest van een moeder die haar dochter gaat verliezen. Ik weet niet wat te zeggen, hoe te reageren, het lijkt zo weinig, wat je kunt doen. Maar niet reageren is ook geen optie. Omdat dat het minste is wat je kunt doen. Laten weten dat je meeleeft, meevoelt.

Eigenlijk weet ik niet eens wat ik met dit logje wil zeggen. En daarom brand ik maar een kaarsje: voor alle mensen die het nodig hebben.

Beschermd: Kinderspel

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

En zij die na ons komen

Ik las laatst ‘En zij die na ons komen‘ van Truska Bast.

Op de achterflap:

Voor boerenzoon Ko is het een ware volksverhuizing als hij in 1919 met koeien en hooi per stoomtrein van Zuid-Holland naar de Veluwe trekt. Het gezin kent diepe armoede.

Hoe anders is dat op het eiland Wieringen, waar Pieter, het zoontje van een opzichter van Rijkswaterstaat, rond 1920 verblijft met de Duitse kroonprins Wilhelm, die naar het eiland is verbannen.

Of op Java, waar de Indisch-Nederlandse vader van Sien achttien kinderen verwekt bij twee inlandse vrouwen en Sien met haar zusjes wordt ondergebracht in het Protestantse Weeshuis.

In ‘En zij die na ons komen’ lezen we hoe het er anno 2010 voor staat met Ko, Pieter en Sien en wat er van hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen is geworden. Aan de hand van deze drie families beschrijft Truska Bast hoe een leven in Nederland in honderd jaar is veranderd. Dat levert een meeslepend en kleurrijk tijdsdocument op, in de traditie van Judith Koelemeijer, Suzanna Jansen en Annejet van der Zijl.

Er is een klein minpuntje aan dit boek vind ik en dat is de veelheid aan personages die langskomen. Gelukkig zijn voor in het boek de stambomen van de families vermeld want die had ik dus geregeld nodig.

Verder niets dan lof. Een prachtig verhaal over drie families met een interessante weergave van hoe in een eeuw tijd tradities, gebruiken en gewoontes veranderen. Ik vond het interessant om te lezen over verschillen tussen de oude(re) generatie en de huidige generatie, om te lezen hoe veel dingen positief veranderd zijn, maar ook hoe dingen negatief veranderd zijn. Tenminste, in mijn ogen.

Ik vond het schokkend (al is dat eigenlijk niet het goede woord, maar het lukt me niet een beter woord te vinden) om te lezen over het behoorlijke aantal scheidingen in de families en het aantal buitenechtelijke kinderen. De hoofdstukken zijn vrij oppervlakkig vind ik, maar omdat het ene hoofdstuk weer teruggrijpt naar de generatie ervoor, verdwijnt die oppervlakkigheid ook weer. Ik weet, dit is een heel vage zin, maar zo was het voor mij. Oppervlakkig, maar ook weer niet.

Ik vond het al een mooi boek, maar toen ik de nawoorden las, werd het ineens nog mooier. Heeft Truska Bast gewoon drie heuse en echte familie geïnterviewd voor dit boek! Nou ja zeg! Echt heel mooi gedaan en ergens ook wel mooi dat ik er pas achteraf achterkwam dat het gewoon bestaande families waren. Het boek is zo realistisch, zo puur, nergens overdreven aangedikt of afgezwakt en nu blijkt het gewoon allemaal echt zo gegaan te zijn. Dit heeft Bast buitengewoon goed gedaan!

De hoofdstukken uit 1989, 1998, 2008 en (3x) 2010 zitten voor mij vol van herkenning, bevestigend gevoel of meewarig hoofdgeschud en ook momenten uit het nieuws herinnerde ik me nog en het is leuk dat een boek dat effect kan hebben. De hoofdstukken daarvoor geven ook veel ‘oh ja-momenten’. Want ik wist er of via verhalen van mijn (groot-)ouders van, of via de geschiedenisles of televisie/boeken. Echt leuk!

Ik vond (en vind) geschiedenis altijd erg interessant en Truska Bast heeft, in opdracht van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (da’s een hele mond vol), een heel mooi en interessant tijdsdocument geschreven.