In plaats van marktplaats

Gratisch ende voor niets op te halen in huize Triltaal → hét vroegere zenuwcentrum waar uw blogvrouwe haar blogjes fabriceerde. Na de verbouwing heeft het meubeltje twee jaar als bureautje in de kamer van Kleine Zus gestaan.

In verband met kamerruil van Grote en Kleine Zus niet meer nodig. Kleine Zus krijgt bureau Grote Zus en Grote Zus krijgt een nieuw bureau.

Wie maakt me los? Uiteraard exclusief accessoires. De apparatuur staat al sinds twee jaar bij mijn ouders. 😉

Beschermd: Tja

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gebroed | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

Schoolpleinvriendschap

Ik ben best een raar mens. Wat manlief misschien teveel heeft (hij kan met alles en iedereen oeverloos kletsen over helemaal niets (en vaak ook over heel wezenlijke dingen hoor, maar daar gaat het hier niet over)) heb ik eigenlijk te weinig. Staat manlief, als hij de meiden op gaat halen op school, gezellig te kletsen met de andere moeders (en af en toe een vader), ik zal nooit een gesprekje aanknopen met de andere wachtende mama’s. Al is ‘nooit’ wel erg overdreven, ik doe het heus wel ooit. Maar meestal niet. Want ik houd daar niet zo van. Van die mama’s die ‘het staan te weten’, zoals we dat hier noemen, en van praten om het praten. Ik ga ook vaak een beetje apart staan en dat komt natuurlijk best heel ontoegankelijk over. Voor alle duidelijkheid, dit zijn allemaal bewuste keuzes waar ik mezelf heel erg lekker bij voel.

Toen Grote Zus in 2003 naar school ging was ik 33 jaar. Dat is nog redelijk jong. Toch? Toen Kleine Zus voor het eerst naar school ging was ik 39 jaar. Da’s voor op het schoolplein redelijk oud. Tenminste hier in het dorp. Dat betekent dat ik met de moeders van (volgend jaar) groep 3-kindjes zo goed als 0,0 aansluiting heb. De meeste mama’s zijn 5 tot 10 jaar jonger. Dat geeft helemaal niets natuurlijk, ik vind het zelfs wel relaxed. Met de moeders van de groep van Grote Zus had ik die aansluiting meer. En kletste ik ook wel op het schoolplein. Al moet je je daarbij natuurlijk niet al teveel voorstellen. 😉

Gaandeweg de basisschoolcarrière van Grote Zus blijkt dat zij een heel grote klik heeft met één meisje. Ze worden hartsvriendinnen (of BFF zoals dat schijnt te heten) en dat houden ze vol. Ook nu ze naar het voortgezet onderwijs (naar verschillende scholen) gaan. Dat is tenminste hun stellige voornemen. En ik hoop dat dat lukt, want de BFF van Grote Zus is een prachtmeid. 

Maar goed, dit logje heet ‘schoolpleinvriendschap’ (zou ik nu een heus woord verzonnen hebben?) en ik wilde dus schrijven over vriendschap die manlief en ik ontwikkeld hebben met de ouders van BFF. Is dat nou niet prachtig? Dat je via je dochter mensen leert kennen waarmee je zelf ook een heel goede klik hebt. Waarmee je dus wél gaat staan kletsen als ze toevallig een keer op het schoolplein staat te wachten (al is dat nu afgelopen want haar kinderen zijn allebei van de basisschool af nu), waarmee je (en de mannen want zij hebben diezelfde klik) vrij regelmatig een avondje doorzakt, waarmee je ook de minder leuke kanten van het leven kunt delen, waarmee je ieder jaar een dagje weg gaat (met de gezinnen), waarmee je twee jaar geleden zelfs een paar dagen op vakantie ging. Is dat nou niet prachtig? Ik vind van wel!

Hoe zit dat met jou? Veel contacten opgedaan via het schoolplein?

Het kleine meisje van meneer Linh

Een superdun, maar wondermooi, boekje. Philipe Claudel schreef met ‘Het kleine meisje van meneer Linh‘ een prachtig verhaal.

Op de binnenflap:

‘Meneer Linh luistert naar de stem van de dikke man, de stem die hem zo vertrouwd is, ook al zegt hij dingen die hij niet begrijpt. De stem van zijn vriend is diep en hees. Hij lijkt langs stenen en enorme rotsblokken te schuren, als een beek die van de berg afstroomt en in de vallei pas hoorbaar wordt, lacht, af en toe kreunt, en hardop praat. Een muziek die bij het hele leven hoort, bij de zachtheid én de scherpe kanten ervan.’

Meneer Linh ontvlucht zijn door oorlog geteisterde land, op zoek naar een betere toekomst voor zijn kleindochter. Zijn kamergenoten in het asielzoekerscentrum drijven de spot met zijn liefdevolle aandacht voor het kleine meisje. Meneer Linh voelt zich niet thuis in het vreemde land, tot hij op een dag meneer Bark ontmoet. Deze praat over zijn vrouw die kort daarvoor is overleden. Meneer Linh verstaat hem niet maar hij luistert, met zijn kleine meisje op schoot. De twee rouwende mannen vinden troost in elkaars gezelschap en er ontstaat een innige vriendschap die alle taalbarrières overstijgt.

Maar op een dag worden meneer Linh en zijn kleindochter plotseling overgeplaatst naar een gesloten inrichting, elders in de stad. Hoe moet hij nu zijn vriend terugvinden? Met gevaar voor eigen leven onderneemt hij een ontsnappingspoging, die uitmondt in een dramatische ontknoping.

Het kleine meisje van meneer Linh zal geen lezer onberoerd laten. Met zijn meesterlijke sfeerbeschrijvingen, prachige beelden en treffende taalgebruik raakt Claudel de kern van het menselijk bestaan: de fundamentele behoefte aan het contact met andere mensen en de troost die vriendschap kan bieden.

Het is een boekje van amper 140 bladzijdes maar het is zo puur, zo mooi, zo eenvoudig en tegelijkertijd zo’n aanklacht tegen de verschrikkelijke dingen die mensen moeten ondergaan. Ons recente bezoek aan het Humanity House maakte dat ik de gemoedstoestand waarin meneer Linh moet verkeren, op de een of de andere manier heel goed aanvoelde.

Lees de eerste paar zinnen van het boek, als deze je pakken dan vind je de rest van het boek net zo mooi en aangrijpend:

Een oude man staat op het achterdek van een boot. In zijn armen houdt hij een lichte koffer en een pasgeborene, nog lichter dan de koffer. De oude man heeft meneer Linh. Hij is de enige die weet dat hij zo heet, want iedereen die het wist is om hem heen gestorven.

30 – 16: Mijn eerste kus

Dit logje kan ‘schokkende’ informatie ontvangen. 😉 Doorlezen daarom op eigen risico. Al valt het allemaal best mee, maar ja, mijn moeder leest hier natuurlijk wel mee en misschien denkt zij er heel anders over.

Mijn eerste kus, die kreeg in ongetwijfeld van mijn moeder. Of zou dat hier niet bedoeld worden?

Mijn eerste kus van het andere geslacht, ik denk dat ik die kreeg tijdens de ‘kusjesdans’ op kamp in de zesde klas. Alle kinderen stonden dan in een kring en draaiden de ene kant op. In de kring stond dan de ‘kusser’ en die draaide met uitgestrekte arm de andere kant op. Onderwijl zongen we ‘1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 wie zal ik een kusje geven?’. Bij dat zeven stopte je en dan … had je heul veul geluk of heul veul pech.

In mijn uitgaanstijd was het wel stoer om met jongens te kussen. En dat deed ik dus best regelmatig. Wij noemden dat hier ‘meegaan’. Jullie ook? Samen met vriendin E had ik een boekje. In dat boekje stond onder andere ons ‘vriendschapsverbond’ dat we sloten toen ik ooit bij haar logeerde (ik geloof dat ik toen 13 of 14 was. In dat boekje schreven we ook al onze ‘veroveringen’, mijn lijst was best lang. Het boekje ligt nu bij vriend W op zolder (E en W zijn een paar jaar geleden gescheiden), misschien moet ik er toch maar ‘ns voor zorgen dat het vernietigd wordt.

Weet je: eigenlijk ben ik niet zo van het kussen. Echt niet. Ja, de meiden, die kus ik vaak, veel en graag. Echte mamakussen zijn dat. En van zoebrts houd ik ook. Dat zijn mamakussen met lucht die je naar buiten blaast en die dus een hoop kabaal maken en nat zijn. Kleine Zus kan er geen genoeg van krijgen. Kleine Zus deelt ze ook graag uit trouwens. Grote Zus vindt zich er inmiddels te groot voor, maar ze was ‘vroeger’ ook fan van zoebrts.

Maar kussen zoals in tongzoenen mwah, daar maak je me niet blij mee. Ik héb gewoon echt helemaal niets met tongzoenen. Zeer tot verdriet van manlief. Dus, nu weet je het. Mrs. T. houdt niet van tongzoenen. Of wilde je dit niet weten? Dan had je maar op tijd moeten stoppen met lezen. 😉

Musical

Geheel tegen de traditie in want geen ‘Woordeloze Woensdag’ vandaag. Dat zal mijn moeder niet erg vinden want ze zei ooit dat ze met die woordeloze woensdagen gewoon helemaal niets kan.

Ik moet jullie namelijk nog vertellen over de musical! Eergisteren speelde Grote Zus de sterren van de hemel in de musical ‘Spookie‘. Na een voorbereiding van een aantal maanden, waarin de spanning steeds hoger opliep werd de musical afgelopen maandag wel drie keer opgevoerd.

De eerste keer (‘s ochtends) was de generale repetitie en die ging goed. De tweede keer (‘s middags) werd de musical voor alle groepen van de school opgevoerd. Jongste vertelde dat ze het heel erg leuk vond, ook een beetje spannend en dat ze het niet allemaal begrepen heeft. 😉 Wel grappig trouwens is dat de ‘enge’ rollen vorige week al bij de kleuters in de klas geweest zijn. Kwamen er dus spoken en griezels op bezoek die vervolgens hun vermomming afdeden waar de kleuters bij waren. Zodat die kleuters dus ontdekten dat het echt heus helemaal niet akelig was. En de derde keer was natuurlijk dé happening: de musical werd ‘s avonds opgevoerd voor de papa’s, mama’s, opa’s, oma’s, broers, zussen, ooms, tantes en voor wie maar wilde.

Het is erg grappig om al die kinderen op het podium te zien. De een straalt, de ander kijkt recht naar voren en kijkt dwars door alles en iedereen heen. De een beweegt vlot en soepel, de ander beweegt als een houten marionet. De dansjes zijn kinderlijk eenvoudig, maar ik begreep dat het aanleren van die dansjes en het gelijktijd zingen en dan ook nog een beetje mimieken voor de meeste kinderen erg moeilijk aan te leren was. 

In ieder geval, hoe stillekes en timide Grote Zus af en toe kan zijn, zo stoer speelde ze de sterren van de hemel tijdens de musical. Ze speelde de rol van Iris en was best veel op het toneel en aan het woord. In eerste instantie nog wat aarzelend, maar na de eerste paar zinnen waren haar zenuwen weg en speelde ze een prachtige rol. Op ‘Thriller’ van Michael Jackson werd ook nog gedanst en dat deed Grote Zus verbazingwekkend goed. Zeker als je weet dat de andere vijf dansende meiden allemaal dansmarieke zijn.

Een beetje boel jammer was dat het geluid om te janken was, zo slecht! Ik begreep dat ‘s middags wel redelijk goed was, maar ‘s avonds dus totaal niet. Mijn ouders zaten een paar rijen achter mij en ze verstonden er dus helemaal niets van. Zo jammer. Er is een DVD van het optreden gemaakt, maar ik ben dus erg benieuwd of daar ook maar iets op te horen is. (De liedjes gingen wel goed gelukkig.)

Na afloop van de musical was er voor de kinderen, het team en de ouders nog een borrel in de speelzaal. Dat was erg gezellig! De kinderen hadden een disco in hun klas en ze hadden de grootste lol. Het team zong hen ook nog toe en er werd afscheid genomen van een juf en een meester (zo jammer dat (met name) die meester naar een andere school moet, want nu hebben we nog maar een meester op school). Ik kletste met moeders, met sommige vaders en met de meester (die dus weg moet) van Kleine Zus en de juf van Grote Zus. Juf heeft zo genoten van Grote Zus. Grote Zus bedankte juf trouwens met een portret van de juf dat ze getekend had. Ze was er drie keer opnieuw aan begonnen en nog niet helemaal tevreden, maar ik vond het geweldig gelukt en dat vond juf ook. 

Om middernacht werd er radicaal een eind gemaakt aan de disco en het feest en moe maar zeer voldaan gingen wij drieën huiswaarts.

Gisteren eindigde het schooljaar dan definitief. De laatste spulletjes werden opgeruimd en groep 8 sloot het schooljaar af met het traditionele bezoek aan een recreatieplas hier in de buurt.

Grote Zus staat er een beetje dubbel in. Aan de ene kant is ze erg toe aan het voortgezet onderwijs, aan de andere kant is ze bang dat ze haar groep enorm zal gaan missen. Ik weet zeker dat het allemaal goed gaat komen.

Oh ja, helaas, helaas nog geen foto’s van de musical. Want ik nam mijn eigen camera niet mee en er staan op dit moment nog geen foto’s op de website van de school. Wie weet, volgende week met Woordeloze Woensdag. 😉

Beschermd: Sterven

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gedacht(en) | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

30 – 15: mijn dromen

Weet je dat ik me mijn dromen vaak amper herinner? Of beter: dat ik me dus zelden iets herinner van een droom.

Soms echter word ik wakker ‘s ochtends en dan weet ik nog wel dat ik het zo even daarvoor heel druk gehad heb. Met van alles en nog wat, maar wát? Werkelijk geen idee.

Soms ook dan word ik wakker met een enorm gevoel van welbehagen. Ik wéét dat ik net voor het wakker worden nog allerlei leuke dingen meegemaakt heb. Maar wát? Werkelijk geen idee. Het komt zelden voor dat ik wakker word met een gevoel van onbehagen. Gelukkig maar.

Kortom: ik ben volstrekt droomloos als in ‘het herinneren van dromen’ en kan jullie helaas dus ook geen logje over ‘mijn dromen’ presenteren. Sorry. 🙁

Hoe zit dat met jou? Droom je veel? Herinner je je dat ooit?

2050

Goed dames en heren, ik vat alles nog even samen: we houden op met het verlenen van zorg aan iedereen boven de 80 jaar. Dit ongeacht fysieke en/of geestelijke gesteldheid. Rijk, arm, gestudeerd, sociaal zwak, dun, dik: vanaf 80 is men niet meer verzekerd via de zorgverzekering.

Uiteraard is men vrij om zelf behandelingen te betalen. Dit levert de komende jaren jaarlijks een besparing op van 650.000.000 euro’s. Gezien de vergrijzing loopt die besparing in de jaren daarna verder op.

Dit plan biedt ons uiteraard niet alleen een besparing waar het de kosten van de zorg betreft, maar ook op het gebied van de AOW. Als mensen eerder dood gaan door het ontbreken van zorg dan stopt de AOW-uitkering eveneens eerder en ook dit levert een significante besparing op.

Hiernaast zijn er vergaande plannen om de euthanasiewetgeving te versoepelen. Helaas was het plan om families een bonus van € 5.000,= te verstrekken als zij hun bejaarde ouders bij 80 jaar en één dag in laten slapen nog een brug te ver. Maar let u op mijn woorden: deze wetswijziging komt er. De zorg is de laatste decennia natuurlijk ook compleet doorgeslagen. Mensen die 100 jaar geleden al lang het loodje gelegd zouden hebben, werden koste wat kost in leven gehouden. Van die praktijken moeten we af. Het kost de gemeenschap handenvol geld, de bejaarden voegen niets toe aan onze maatschappij en er is niet voldoende verplegend personeel.

De dagelijkse verzorging gaan we daarom ook anders indelen, onder andere via de nieuwe plasregel. De bewoners worden twee maal daags gelijktijdig op de po gezet. Buiten de plasmomenten om dragen de bewoners allemaal, ongeacht wel of geen noodzaak een luier. Bewoners die droog blijven tussen de momenten in ontvangen hiervoor een extra boterham. Want dat is de andere bezuinigingsmaatregel: minder eten…


Een WE met als onderwerp: drukken. Hierboven drukt een minster in 2050 de kosten van onze bejaarde medemens. In 2050 word ik 80, zal het mij dan ook zo vergaan? De andere bijdragen ook lezen? Klikkerdeklik.