Toernooi

Afgelopen zaterdag voetbalde mijn team het allereerste thuistoernooi en dat was reuze gezellig. We waren ingedeeld in een poule met 4 andere teams en verloren 2 wedstrijden, speelden er 1 gelijk en wonnen er 1. En we werden uiteindelijk nog derdes ook. Hoe cool is dat dan wel niet?

Wat vooral erg fijn was was het feit dat de teams in de poule (op één team na dat uiteindelijk ook eerste werd) erg aan elkaar gewaagd waren. Mijn team werd voor de winterstop met grote overmacht winterkampioen. Dat betekent dat we na de winterstop opnieuw en hoger ingedeeld werden. Veel hoger. Veel en veels te hoog. De tweede helft van de competitie verloren we daarom, op één na, alle wedstrijden. Dat is natuurlijk niet leuk al moet ik zeggen dat de meiden iedere zaterdag opnieuw met veel enthousiasme aan de wedstrijden begonnen. Gelukkig maar.

Over het algemeen is de sfeer sowieso erg fijn onderling, al zijn er wel wat strubbelingen. Soms zijn meiden gewoon kattig en dat is niet altijd even plezierig. Wat af en toe ook wel lastig is, is natuurlijk het feit dat je eigen dochter in het team speelt. Je wilt je eigen kind niet anders behandelen dan de rest, maar vaak resulteert dat zelfs in het wat ‘harder’ aanpakken dan de rest. Want je wilt uiteraard geen gezanik over dat je haar voortrekt. De andere leider en ik hebben dan ook afgesproken dat we elkaars dochters zullen aanspreken als het nodig is en dat werkt goed. Maar tijdens een wedstrijd moet je vrij regelmatig flink je stem verheffen om door te dringen tot de meiden, dus ook tegen Grote Zus en zij is daar best heel gevoelig voor.

We spelen nu nog in een 7-tal op half veld, volgend jaar wordt dat waarschijnlijk een 11-tal op groot veld. Dat zal een hele verandering zijn. Van het team voetballen er 6 nu bijna 2 jaar, 4 zijn er pas een jaar bezig. Echt voetballen kun je wat ze doen dan ook nog niet echt noemen. Het zijn eigenlijk een soort van grote F-jes al is dat ook een beetje overdreven. Ze voetballen niet zo op een kluitje als de F-jes, maar echt snappen hoe het spelletje gespeeld hoort te worden (breed gaan, vrij lopen, overspelen, positiespel en zo) dat is nog een stap te ver. Al begrijp ik van collegaleiders/-trainers dat dat ook zelfs bij C’s soms nog ver te zoeken is.

Ach, het allerbelangrijkste is natuurlijk dat ze er heel veel plezier aan beleven en dat ze lekker buiten bezig zijn.

Aanstaande vrijdagavond is er de seizoensafsluiting. Dan staan wij allevier op het voetbalveld. Kleine Zus en Mr. T. doen samen mee met de F’jes en ik doe met Grote Zus mee met de D’s. De teams worden gemixt (ouders en kinderen) en er wordt een kleine competitie gespeeld. Ha, ik ben benieuwd of ik er nog wat van kan. Enne, wat zal ik waarschijnlijk een spierpijn hebben zaterdag. 😉

Pijn

Ik dacht altijd van mezelf dat ik een vrij hoge pijngrens heb. En misschien is dat ook wel, maar het kan net zo goed niet zo zijn want tja, hoe bepaal je eigenlijk je pijngrens, is daar een schaal voor of zo en wie bepaalt die schaal dan?. Want ik heb pijn. Een heleboel pijn. En het wordt alleen maar erger. En dat vind ik verschrikkelijk. Maar dat lijkt me logisch.

Vorige week zondag kwam ik uit bed en ik rolde wat met mijn nek. Ik hoorde (ja echt, ik hoorde) wat gekraak en geschuur in mijn nek. Maar stond daar verder niet bij stil. Op maandagavond zei ik een paar keer tegen Mr. T. dat ik toch wel een heel vervelend gevoel in mijn linkerarm had. Een continu zeurende pijn. Dat is sindsdien alleen maar erger geworden. Vanaf dinsdag slik ik paracetemol als ware het snoepjes wat natuurlijk overdreven is. Maar helpen, helaas pindakaas. Op donderdagochtend ben ik naar de dokter geweest. Een huisarts in opleiding. Niks mis mee, maar volgens haar was het een overbelaste spier en dat zou vanzelf beter worden. Ik geloofde haar op haar mooie bruine ogen en hoopte er het beste van. Dat beste bleef uit. Sterker, donderdagavond was KaUuTee. Pijn in het kwadraat. 🙁

Vrijdag moest ik naar cursus. Ik ben namelijk ook wel van: wat thuis pijn doet, doet elders ook pijn dus dan kan je maar beter wat afleiding hebben. En daarbij: ik was niet ziek als in rillerig, overgeverig en diarreërig (of hoe je dat ook schrijft). Dus ik ging naar die cursus en had inderdaad pijn, maar kon het wel handelen. De cursus was overigens erg leuk maar daar schrijf ik nog wel een keer over.

De nacht van vrijdag op zaterdag was hell. Zo erg dat ik -voor het allereerst in mijn leven voor mezelf- op zaterdagochtend de huisartsenpost gebeld heb. Daar werd uitgebreider onderzoek gedaan en het vermoeden uitgesproken van een beknelde zenuw in de nek. Er werden mij pijnstillers voorgeschreven en ik kreeg de opdracht desnoods snel naar de eigen huisarts te gaan als het niet beter werd. Of als ik tintelingen in de vingers of een dof gevoel kreeg. Dat heb ik gelukkig niet (afkloppen).

Nou die pijnstillers, die werkten zaterdag nog niet echt maar zondag ging het wel iets beter. Hoe het vandaag gaat, moet ik maar even afwachten.

Disclaimer: lieve mensen, ik weet dat er veel en veel en veel ergere dingen en ziektes zijn. Heus. En ik wil ook absoluut niet klagerig overkomen. Maar pffft, dit overkomt mij op dit moment en ik zit er meer dan vol van. Het beperkt me op een manier die ik niet ken. Zelfs niet uit mijn meest donkere periode toen mijn lijf (en mijn geest) me zo in de steek liet. Dus ik baal en heb pijn. En hoop met alles dat ik in me heb dat het snel overgaat.

Suzanne Collins

Twee weken geleden plaatste ik dit logje waarin ik schreef over ‘De hongerspelen’ van Suzanne Collins. En wow, wat was dat een mooi boek. Zo mooi dat ik al voordat ik het uit had deel 2 en deel 3 bestelde.

Vlammen‘ is deel 2. Op de achterflap:

Katniss Everdeen heeft meer geluk gehad dan ze ooit had durven dromen. Samen met Peeta Mellark heeft ze de roemruchte Hongerspelen gewonnen, ook al schrijven de regels voor dat er maar één winnaar levend uit de arena komt. Sinds hun terugkeer naar District 12 wordt er gefluisterd over een opstand tegen het Capitool en door haar heldenrol in de arena is Katniss onbedoeld het boegbeeld van deze naderende revolutie geworden.

Als president Snow haar persoonlijk verantwoordelijk stelt voor het temperen van de onrust, raakt Katniss verstrikt in een angstaanjagend politiek web. Om iedereen van wie ze houdt te beschermen, moet ze de wereld ervan overtuigen dat haar gedeelde overwinning geen daad van rebellie maar van ware liefde voor Peeta was. Maar Katniss beseft niet alleen dat haar hart eigenlijk aan iemand anders toebehoort, ze begint ook te twijfelen of ze het vuur van de revolutie eigenlijk wel wil doven …

Ook dit is een mooi boek hoewel ik de magie en het meeslepende van deel 1 wel een beetje mis. En dat is heel erg jammer. Maar misschien ook wel begrijpelijk. Als je zo’n geweldig eerste deel van een trilogie schrijft, dan is het bijna onmogelijk om dat te evenaren.

Spotgaai‘ is deel 3. Op de achterflap:

Katniss Everdeen overleefde tot twee keer toe de Hongerspelen, het macabere evenementen dat eens per jaar plaatsvindt om de bevolking van Panem eraan te herinneren dat er niet te tornen valt aan het dictatoriale regime. Maar dat regime begint nu te wankelen. Rebellen nemen Katniss mee naar het grimmige District 13, waar de regering geen vat op heeft en waar plannen worden gemaakt voor een revolutie die haar weerga niet kent.

Terwijl de voorbereidingen voor de opstand in volle gang zijn, herstelt Katniss van de verwondingen die ze in de arena heeft opgelopen en bereidt ze zich voor op haar rol als leider van de revolutie. Ze is volledig bereid te vechten en zelfs te sterven voor de vrijheid. Maar dan geeft president Snow Katniss te kennen dat hij iedereen van wie ze houdt kapot zal maken als de rebellen hun plannen doorzetten. De prijs van vrijheid lijkt hoger dan ooit …

Ook dit is best een heel aardig boek, maar ik vond dit wel veel minder spannend en meeslepend dan deel 1 en -in mindere mate- deel 2. Het blijft allemaal een beetje aan de oppervlakte heb ik het idee. De karakters worden minder goed uitgediept en ergens lijkt het zelfs alsof Katniss er ook niet echt zin meer in heeft. Ik vind dat het einde wat afgeraffeld wordt en dat is jammer.

Al met al echter zijn het toch drie boeken die zeer de moeite waard zijn. Misschien had ik ze niet zo snel achter elkaar moeten lezen. Dan had ik (wat mij betreft) het verschil in kwaliteit niet zo gezien?

 

Herinneringen

Ik ben niet al te best met herinneringen, maar misschien jij wel? Doe je mee? Vul dan je herinneringen in met betrekking tot het onderstaande rijtje:

  1. mijn meest bijzondere vakantie(s)
  2. plekken waar het fijn was
  3. waardevolle familierituelen
  4. mijn kinderkamer
  5. een feestje dat ik nooit vergeet
  6. mijn eerste baantje
  7. kleding die ik graag aantrok
  8. mijn lievelingsspeelgoed
  9. sinterklaasavonden
  10. mijn grootouders

Om de antwoorden gemakkelijker te kunnen lezen, selecteer de vragen, control c en control v in het reactieveld.

Kammen maar weer

Pffft, het is weer zo ver. Met de regelmaat van de klok biedt Kleine Zus asiel aan kleine wriemelbeestjes. En da’s nie leuk nie!

Grote Zus ontspringt altijd de dans, ze heeft nog nooit (of misschien één keer, maar eigenlijk weet ik dat niet meer eens zeker) luizen gehad. Maar Kleine Zus is dus regelmatig de klos.

Het vreemde is dat de luizenmoeders op school haar er nog nooit uitgepikt hebben, dus ik twijfel een beetje aan de kwaliteit van hun speurwerk. Iedere maandag na een vakantie worden alle kinderen namelijk aan een minutieus onderzoek onderworpen. En iedere keer opnieuw verschijnt er op de website dat er een heleboel luizen gevonden zijn op school en in de klas van Kleine Zus. Alleen, zoals gezegd, worden we nooit door de school gebeld dat Kleine Zus ook de pineut is. Ik denk dat dat ligt aan de dikke bos haar op heur hoofd.

Maar goed: mijn ervaring inmiddels is dat alleen kammen, kammen, kammen en nog eens kammen écht helpt. Vergeet al die middeltjes maar, kammen it is. Dus ik kam me weer suf. En dat vindt Kleine Zus nie tof nie. En het doet ook een beetje au, ook nog. Nu is ze weer luisvrij. Ik vraag me af voor hoelang.

En jij, inmiddels al jeuk op je hoofd na het lezen van dit stukje?

Foute marketing

Ik steun maandelijks best een aantal goede doelen en dat doe ik met alle liefde. Maar waar ik me de laatste tijd meer en meer aan stoor is alle informatie die die goede doelen je vervolgens thuis menen te moeten sturen. Besteed dat geld verdorie aan het goede doel!

Zo is daar Sanquin. Om de zoveel maanden sturen zij de ‘Bloedverwant’ en daar staan wat verhaaltjes en informatie in. Ik lees het wel hoor, maar eigenlijk erger ik me er aan. Er zitten mensen hun tijd te stoppen in het vullen van het blad, het blad moet gedrukt en bezorgd worden. Dat kost op jaarbasis een boel knaken. Knaken die ze wat mij betreft beter in andere zaken kunnen stoppen.

En zo ontvingen wij informatie thuis van Warchild, Kika, KWF, de Hartstichting, WNF en Greenpeace. Totaal nutteloos en -al erger ik me niet snel aan dingen- hier erger ik me dus wél aan. Want ik schreef het al: zulke marketing kost een heleboel knaken die ze ook in het échte goede doel kunnen stoppen. En ten eerste: ik steun het goede doel al, dus hoeven ze mij niet te overtuigen en ten tweede: als ik informatie wil, dan zoek ik dat zelf wel op op internet.

Het is ook nog niet zo heel gemakkelijk om van die zeer frequente mailingen af te komen, al heb ik ze inmiddels wel een beetje kunnen beperken.

Maar waar ik de laatste tijd steeds iebeliger van wordt zijn de bedelbrieven die deze doelen sturen. Ik geef al maandelijks, laat me met rust! En wederom: besteedt de kosten voor het maken van die bedelbrieven aan iets nuttigs.

Het gaat trouwens ook niet alleen om de Goede Doelen dit dit doen. Zo krijgt Mr. T. maandelijks post van CZ thuis en ik van het IZA. Waarom? Met welk doel? Kappen met die handel en de premie omlaag! Of zou het niet zo werken? 😉

Beschermd: Werk

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Gedacht(en) | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

294 centimeter boeken in de aanbieding

Gisteren heb ik de boekenkasten weer ‘ns uitgeruimd, gestoft en ingeruimd. En ik kwam tot de conclusie dat al die boeken die ik weer achter rijen boeken had neergezet ook geen porem is. Dus bedacht ik me, ik ga, net als lang geleden weer een boel boeken wegdoen.

Boeken die ik ontgroeid ben zeg maar. Want dat gebeurt vind ik. Het soort boeken dat ik las toen ik begin 20 was, vind ik nu gewoon minder leuk. En dat terwijl ik ze destijds verslond zeg maar. Maar ik denk dat dat logisch is nietwaar? Dat je smaak in boeken door de jaren heen verandert.

Inmiddels koop ik trouwens veel en veel minder boeken, want ik ben om. Ja echt, helemaal om. Las ik eerst een paar boeken via de tablet, nu heb ik een heuse e-reader die het ook nog doet ook al duurde het drie weken voordat ik het ding aan de gang had.

Maar goed. Ik ga het weer hetzelfde doen als de vorige keer. Te koop 294 centimeter aan boeken. In één koop, hier op te halen, voor € 75,=. Niet meer en niet minder. En wie het eerst komt, die het eerst maalt.

Als ze voor 18 mei niet weg zijn, dan gaan ze naar diezelfde rommelmarkt. Want: opgeruimd staat netjes.

De stilte spreekt

Hoorde u het?
Toeschouwer op de bank
Hoorde jij het net?
Kindje aan je papa’s hand

Zij die het horen,
Luisteren
Heb je gevonden waar het ontspringt?
Alleen,
Hoor je hen fluisteren
Terwijl, nu wij tezamen
Hun spreken harder klinkt

Men zegt: ‘Twee minuten is het stil’
Zo heb ik ze nooit beleefd
Stilte is als er mensen zwijgen
Maar elk van deze stemmen leeft

Ik hoorde in de stilte geen zwijgen
Een soldaat sprak tegen mij
Over liefde voor zijn gezin
Hoe hij van hen houdt
Zijn stem klonk vredig en blij

Die mevrouw hoorde net geen zwijgen
Een stilte allerminst
De stem van haar grootvader sprak
Hoe trots hij op haar is
Zijn stem,
Van binnenin

Zij die niet geluisterd hebben,
Hebben niet gehoord

Maar, het hindert niet
Luisteren kan altijd
Hun stemmen klinken voort.

Charlotte Fontijne (winnares Dichter bij vier mei 2012)

Achterom

Hier in het dorp komt eigenlijk iedereen (behalve vreemden uiteraard) altijd achterom. De ‘achteromdeur’ is dus altijd van het slot en mensen komen op die manier gezellig binnenvallen.

Grote Zus is op dinsdag- en donderdagmiddag een aantal uurtjes alleen thuis en de eerste weken had zij ook de deur gewoon open. Op een gegeven moment is er ‘s nachts in de buurt ingebroken en sindsdien doet zij de deur dus op slot als ze binnen is. Eigenlijk vind ik dat wel een heel fijn gevoel. Dat ze de deur achter zich sluit als ze alleen thuis is.

Ik moet zeggen dat ik de deur inmiddels ook vaak sluit als ik boven aan het poetsen of aan het sporten ben. Maar verder is de ‘achteromdeur’ overdag altijd open.

Als Mr. T. ‘s avonds rond 20.30 uur naar zijn ouders gaat, dan sluit hij eigenlijk altijd de deur. Ha, ik denk dat hij het best een veilig gevoel vindt als zijn vrouwen achter slot en grendel zitten. Maar als hij thuis is, dan is de ‘achteromdeur’ gewoon open totdat we naar bed gaan.

Goed, waar wil ik heen met dit verhaal? Heb jij een ‘achteromdeur’? Zo ja, is die open of op slot? Of heb je wellicht alleen een voordeur?