Pak me dan

Een tijdje geleden blogde ik over een boek waarvan ik twijfelde of ik het wel of niet zou gaan lezen. Die twijfel ging over het feit dat het een autobiografisch boek betreft over een vrouw die het ondenkbare overkwam. Door een val met een hangmat raakte zij vanaf haar schouders verlamd.

Mijn tante echter had het boek gekocht en nadat ook mijn moeder het gelezen had ben ik er toch maar in begonnen.

Op de achterflap:

Mieke van Os, moeder van twee kinderen genoot met volle teugen van het leven. Zoals ook op die ene woensdagmiddag. Liggend in haar hangmat in de tuin, haar oudste zoon van vier jaar op schoot. Haar complete wereld veranderde van het ene op het andere moment toen de pilaar waaraan de hangmat was bevestigd, afbrak. Zij kwam met haar hangmat op de grond terecht. Haar zoon bleef ongedeerd. Mieke overleefde het ternauwernood. Gevolg: een hoge dwarslaesie. Mieke was 32 jaar toen zij vanaf haar schouders verlamd raakte; voor de rest van haar leven.

Ruim zeven jaar later blikt ze terug op de abrupte wending die haar leven kreeg. Op de consequenties die dat ene fatale moment heeft gehad. Niet alleen op haar leven, maar ook op dat van haar gezin en haar omgeving. Zij beschrijft de zoektocht naar kwaliteit van leven en het balanceren tussen het positieve en het negatieve.

Het is een ontroerend en een verrassend verhaal geworden. Opgetekend met de nodige dosis zelfspot. Realistisch en niet geromantiseerd. Een indringend verhaal over hoe Mieke omgaat met de gevolgen van een dwarslaesie. Een verhaal doorspekt met tranen, pijnen, humor, angsten en twijfels, waar doorzettingsvermogen, innerlijke kracht en de vastberadenheid op het juiste moment de overhand krijgen. Mieke koestert de hoop mensen te inspireren met haar verhaal.

Ik het het boek dus gelezen en wow, het is een zeer indrukwekkend en indringend boek. Het leert relativeren tot en met.

Dat begint al met het voorwoord waaruit dit stukje komt: Het boek moet vooral makkelijk zijn om te lezen, geen ingewikkelde taal. Geen medische achtergronden. Geen literaire aspiraties. Het is mijn verhaal. Zoals het is, niet mooier en niet lelijker. Geen triest boek. Absoluut niet. Het is geen manier geweest om de ellende van me af te schrijven. Schrijven als therapie. Welnee. Schrijven omdat ik schrijven zo leuk vind. Ik ben niet zielig. Ik leef. Met mijn beperkingen. Met mijn kinderen. Met iedereen om me heen die mij liefheeft. En die ik liefheb. Ik leef. Pak me dan, als je kan. Het liefst voor een grote knuffel, hou me vast! Door mijn verhaal te schrijven heb ik de hoop – heel stiekem – dat het anderen zal inspireren. Andere mensen met een beperking. Maar ook ‘gewone’ mensen. Dat het hen bewust mag maken van hoe mooi het leven kan zijn. Om te genieten van kleine dingen.

Het boek beschrijft de hele geschiedenis en er staan ook stukjes van familie en vrienden in en foto’s. Werkelijk alles komt aan bod: dood willen zijn, angsten, hallucinaties, revalideren, seks, incontinentie, ‘kattig’ zijn tegen verpleging om je zin te krijgen, de toekomst, ongesteld zijn, gedoe met instanties, haar huwelijk een paar maanden na het ongeluk en (een paar jaar later) haar scheiding, de rechtszaak, hoe ze haar leven nu invult, haar doodswens, haar revalidatie, haar angsten, haar humor en nog zoveel meer.

Nog een indrukwekkend stuk: Omdat ik zo angstig was, kon ik soms het bloed onder de nagels van de verpleging vandaan halen. Via een blaaspijpje was het mogelijk voor mij om de verpleging te bellen. Soms deed ik dat om de paar minuten. Dat wekte irritatie op bij de verpleging maar ik had mezelf niet altijd in de hand, vooral als ik erg paniekerig was. Je voelt je net een klein kind, helemaal afhankelijk van alles en iedereen en het zou het liefst zoveel mogelijk aandacht willen om maar niet aan alle ellende te denken, of vervelende dingen niet onder ogen te hoeven zien. Dan is aandacht, negatief of positief, het enige wat je wilt. Op een avond hoorde ik een zuster en broeder met elkaar in gesprek. Volgens mij ging het over mijn gedrag en de irritatie die dit bij de broeder opgewekt had. Ik vond het heel naar om te horen en zat er erg mee dat ik met mijn bedrag dit soort gevoelens bij mensen op kon wekken. Dat was niet wat ik wilde. Ik was gewoon bang. Ik ben er later over begonnen toen ik de broeder weer zag, maar deze ontkende wat er gezegd was. Dat zal wel te maken hebben met een professionele houding. Ik ken dit van mijn eigen werk. Waarschijnlijk waren zijn gevoelens oprecht, ik vond het alleen jammer dat we dit niet konden bespreken. Zoals ik nu was, was ik niet de persoon die ik wilde zijn, ook al hoort  het wel een stukje bij mij: grote mond, heel klein hartje. Maar het moest niet de overhand krijgen. Het ongeluk of de handicap is geen excuus om je te misdragen. Alle controle was ik kwijt, over mijn lijf, mijn geest, mijn leven. Het verdriet was zo intens dat ik niet eens kon huilen. Zelfs dat ging niet op de manier zoals ik het graag wilde. Als ik wilde huilen, dan liepen de tranen langs mijn wangen in mijn oren en moest ik weer hulp vragen om ze weg te vegen. Soms liet ik het maar zo. Het willen uitschreeuwen van woede en verdriet, het liefst de hele boel kort en klein slaan, wegrennen, zo hard en zo ver als ik kon … Dit kon gewoon niet waar zijn, waarom is mij dit gebeurd? Waar heb ik dit aan te danken?

Inmiddels verzorgt Mieke af en toe lezingen aan verpleegkundigen in opleiding om te vertellen wat haar is overkomen. Daar schrijft zij het volgende over: Het gaf een ongelooflijke kick, de reacties waren positief, men was nieuwsgierig, geïnteresseerd en inspirerend. Letterlijk heb ik mensen aan mij laten voelen, mij een hand laten geven (ongeacht hoeveel mensen er in de klas zaten), en een stukje beleving laten ervaren. Hoe dan? Want iemand die niks kan, die kan ook niks voordoen. Mis! Na het rondje voorstellen heb ik iedereen gevraagd om letterlijk op zijn handen te gaan zitten. Dus de handen onder de kont. Ze mochten hun handen pas bevrijden als ik het zou zeggen. Dat geeft wat gegrinnik, maar toch doet iedereen het, onwetend wat de bedoeling hiervan is. Na ongeveer een paar minuten zie ik wat er gebeurt en daar spring ik op in. Mensen beginnen te wiebelen, gekke gezichten te trekken van de jeuk, met hun schouders te bewegen. Dan is het een kwestie van een paar seconden voordat de eerste stiekem zijn of haar handen bevrijdt. Aan mij de taak om goed op te letten en alert te zijn. De eerst de beste die ik dan stiekem zie krabben of wrijven, die pik ik er uit. ‘Nee, nee, nee, jij bent af, dat kan ik ook niet!’ Om die persoon even blij te laten komen van de rode gloed in zijn gezicht, mogen de anderen ondertussen de handen ook bevrijden. Dan leg ik uit wat voor hen een kwestie van een paar minuten was, voor mij levenslang inhoudt. Ik kan niet sjoemelen en dat besef dringt dan erg goed door. Als ik daarna doorga met mijn verhaal is het ijs vaak gebroken en durven de mensen vragen te stellen. Dit zijn de mensen die later misschien aan mijn bed komen te staan.

Ik vond het een indrukwekkend boek. De eerlijkheid waarmee Mieke haar verhaal deed liet mij niet onberoerd. In eerste instantie vond ik het voyeuristisch om het boek te lezen, dat was het ergens ook, maar het was vooral een heel mooi en bijzonder boek.

pmdajk

11 gedachten over “Pak me dan

  1. Wat een heftig verhaal. Ik ga eerst Tonio lezen en dan wat luchtigs en dan pas overweeg ik of ik me hieraan wil overgeven. Maar bedankt voor de beschrijving. Fijne zondag.

  2. Natuurlijk heb ik het op mijn lijst met tips gezet. Ik lees graag waargebeurde verhalen of autobiografische verhalen. Bedankt en een prettige zondag!

  3. Ik kan me voorstellen dat zo’n boek je aangrijpt, vooral omdat het een waargebeurd verhaal is wat behoorlijk ingrijpend is. Ik weet alleen niet of het op dit moment iets voor mij is…

  4. Wauw… als je zó met je “niets kunnen” om hebt leren gaan heb je de mensen iets te bieden! Lijkt me een indrukwekkend boek dat ik zélf niet ga lezen omdat ik haast nooit meer aan een boek toe kom maar éigenlijk heb ik al genoeg aan de passages die je hier citeert om te weten dat het een uitermate boeiend én leerzaam boek is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *