Slapen

Ik ben een enorm slechte (in)slaper en dat is niet handig. Ik kan me geen andere tijden heugen trouwens: in mijn herinnering heb ik nog nooit goed geslapen. Rond mijn zestiende kreeg ik de ziekte van Pfeiffer en daar heb ik een chronisch slechte slaap aan over gehouden. Maar goed, ik heb niet het idee dat ik er echt onder lijd, onder dat slechte slapen. Daarnaast probeer ik er (en die vind ik echt heel grappig) niet al te wakker van te liggen.

Meestal lig ik zo rond 23.30-23.45 uur in bed, dan lees ik nog even en dan ga ik liggen. Eerst op mijn linkerzij, maar daar heeft mijn linkerschouder binnen niet al te lange tijd een mening over. Met andere woorden: dat vindt ie niet leuk. Maar ik lig graag op mijn linkerschouder. Daarna ga ik op mijn rechterzij liggen. Iets minder fijn vind ik dat, maar het ligt prima. Het allerliefste zou ik eigenlijk op mijn buik slapen, maar mijn fysiotherapeut heeft ooit gezegd dat slapen op de buik en de draaiing die dat aan je nek geeft niet goed is. En zeker niet in mijn geval met de continue pijn rond de borstkas. Dus ik lig wel even op mijn buik, maar nooit te lang. Als laatste draai ik dan op een gegeven moment op mijn rug.

Ik gebruik alleen een hoofdkussen als ik op mijn zij lig, als ik op mijn rug lig niet. Dat hoofdkussen duw ik dan rechtop tegen het hoofdeind van het bed. Ooit landde het toen op mijn voorhoofd en dat vond ik eigenlijk wel prettig: een beetje gewicht op mijn hoofd en een stukje van de kussensloop op mijn neus. Ik heb, zeker in de winter, immers altijd een koude neus en dat is niet tof. Dat stukje kussensloop zorgt als een klein dekentje voor een minder koude neus, een typisch gevalletje serendipity  dus eigenlijk. 😉 Het zal er ongetwijfeld best komisch uitzien: een liggende dame met een kussen op haar voorhoofd en oordoppen in.

Die oordoppen zijn echt een noodzakelijk kwaad. Zonder doe ik geen oog dicht. Dat komt omdat Mr. T. heel erg veel snurkt. En als hij niet snurkt, dan ademt hij zwaar. Voor iemand die slecht in slaap komt is dat funest. Dus slaap ik met oordoppen.

En dan begint het grote wachten tot de slaap eindelijk arriveert. Ik kan niet zeggen dat ik ergens over tob als ik niet kan slapen (uitzonderingen daargelaten), ik lig maar een beetje te liggen en te soezen. En dan, als ik geluk heb, val ik binnen het uur in slaap. Maar het komt ook vaak voor dat ik het nog ruim na één uur zie worden.

In de periode dat ik er nog wel mee zat dat ik slecht (in)slaap heb ik van alles geprobeerd om maar sneller in slaap te komen. Allemaal zonder resultaat. En dus heb ik me er maar bij neergelegd dat het nu eenmaal zo is. Daarbij functioneer ik prima met het aantal uren slaap dat ik heb.

Hoe zit het met jou? Gemakkelijke slaper? En hoeveel uur per nacht slaap je?

Schuiven

Als kind was ik gek op het steeds maar weer opnieuw inrichten van mijn slaapkamer. In mijn ouderlijk huis heb ik in drie verschillende slaapkamers geslapen. Een piepklein kamertje (waarin dus weinig te schuiven viel), een grotere kamer (waarin het heel goed schuiven was) en een loei van een kamer van (ik geloof) 5 bij 5 meter. Een waar schuifwalhalla was dat dus.

Die laatste kamer was eerder de speelkamer voor mijn broer en mij en bevond zich achter de garage. Ik sliep in die tijd dus beneden. Met zeer grote regelmaat werd er door mij met het meubilair geschoven en gelukkig hadden mijn ouders daar -in mijn herinnering- weinig problemen mee. Al konden ze me wel ‘ns uitlachen als ik alweer mijn kamer veranderd had.

Tot hun grote verdriet hebben zowel Grote als Kleine Zus piepkleine slaapkamers. Daarnaast bevindt zich in de slaapkamer van Kleine Zus ook nog de trap naar de zolder. Veel schuifmogelijkheden zijn er dus niet.

En dat zinde Kleine Zus dus echt helemaal niet. Ze wilde zo, zo, zo graag een keer iets anders. Nou, dat anders is er uiteindelijk gekomen. Haar bed staat nu midden in de kamer en er is nog maar weinig vrije ruimte. Maar, ze heeft nu wel een superleuk hoekje onder de trap en ze is er dolgelukkig mee. ‘Ik maak zelf mijn bed wel op mama’, beargumenteerde ze toen ik zei dat het verschonen van het bed nu toch wel een beetje lastig wordt en echt, die blije snoet, maakte dat ik dat onhandige verschonen gewoon voor lief neem nu. Ik ben benieuwd hoe lang het meubilair op deze manier blijft staan.

kr

Borgen en Hemelvaart

Ik ben fan van ‘Borgen‘. Ik vind het een prachtige serie en kijk er met erg veel plezier naar. Toen ik laatst dan ook vernam dat er ook een boek over de serie verschenen was wilde ik dat graag lezen. Borgen gaat over Birgitte Nyborg, een Deense politica die redelijk onverwachts minister-president wordt en de gevolgen die dat voor haar (en haar gezin) heeft. Het is prachtige tv. En nu was er dan het boek.

Ook het boek heb ik met veel plezier gelezen omdat de karakters wat meer uitgediept worden, al heeft de serie toch mijn voorkeur. Wat ik wel erg fijn vind aan het boek is dat je sommige dingen nog terug kunt lezen. Dingen waar ik het van harte mee eens ben. Zaken ook die de spindoctor van Birgitte in zijn toespraken verweeft en tja, dat zal wel een gevalletje beroepsdeformatie zijn. Zoals dit fragment:

Velen hebben de wens van het kabinet om de ontwikkelingsgelden te verdubbelen bekritiseerd. Ze hadden het geld liever voor onszelf gebruikt. Misschien mag ik het met een simpele rekensom uitleggen? zelfs midden in deze financiële crisis behoort Denemarken nog steeds tot de tien rijkste landen van de wereld. Wat wil dat zeggen? We kunnen eens gaan rekenen in kinderen in plaats van in geld. Als er in Denemarken duizend kinderen worden geboren, overlijden er vijf. In Afghanistan overlijden er 257. Het is een ongelijkheid die mensen wanhopig maakt, die oorlogen veroorzaakt en die een voedingsbodem voor terrorisme vormt. 

Of dit fragment:

We kunnen elkaar steunen. We kunnen voor elkaar klaarstaan. We zijn dat alleen vergeten, omdat iedereen recht heeft op een mooie keuken, een leuk gezin, een nieuwe auto, een boot. We hebben lang in een wereld geleefd waarin iedereen te allen tijde zijn eigen geluk kon najagen en waarin we ons onheus bejegend voelden als dat niet lukte. Misschien wordt het tijd dat we onder ogen zien dat je niet alles kunt hebben.

Een tweede boek dat ik laatst las was ‘Hemelvaart‘ van Judith Koelemeijer. Waar gaat dit boek over?

Zomer 1985. Zes meisjes vieren vakantie op de Griekse eilanden. Ze hebben net eindexamen gedaan en het leven lijkt één grote belofte. Totdat er de laatste nacht een ongeluk gebeurt. Met vijf meiden, zes rugzakken en een doodskist keren ze naar huis terug. Judith Koelemeijer was één van hen. In haar eerste autobiografische boek ontrafelt ze dit dramatische verhaal uit haar jeugd. Hoe kon ze haar vriendin Annette zo plotseling verliezen? De zoektocht voert haar terug naar Paros, naar de ouders van Annette, de vriendinnen van vroeger en de Duitse jongens die bij het ongeluk betrokken waren. Wat deed de dood van Annette met hún leven? En waarom lopen hun herinneringen aan die fatale nacht zo uiteen? Hemelvaart is een aangrijpend verhaal over vriendschap, schuld en de pijn van het volwassen worden.

Ik vond het, ondanks het feit dat het over een heel tragische geschiedenis gaat, geen sterk boek. Maar wat me vooral van dit boek bijblijft is het feit dat een gebeurtenis op zoveel verschillende manieren is ‘gezien’. Dat zoveel mensen hun eigen versie van de waarheid hadden. Dat Koelemeijer uiteindelijk het boek heeft geschreven begrijp ik, een dergelijke gebeurtenis heeft immers een immense impact op je verdere leven en ik begrijp dat je daarmee zo goed mogelijk in het reine wilt komen.
b hv
Naar welk boek zou jouw voorkeur uitgaan?

Slakken

Als ik iets ieuw en ieks vind dan zijn het wel (naakt)slakken. Ooit ben ik ’s nachts op zo’n bloot exemplaar gaan staan en dat gevoel en geluid herinner ik me nog. Gelukkig had ik toen wel schoenen aan!

Nou hebben slakken heus wel nut (zegt men) omdat ze rottend afval en dood blad oppeuzelen en zijn ze in de voedselketen voor een aantal andere soorten weer een lekker hapje, maar ik vraag me dan toch vooral af waarom ze dan ook nog aan (met name) mijn hosta’s knabbelen!

Op internet las ik dat slakken van bier houden dus bedachten we dat we maar potjes met bier moesten begraven. Ha, een succes! En wat een prachtige dood. Dat vond een spitsmuisje ook, want die vonden wij, liederlijk verdronken, ook terug in een potje. Maar goed, heel erg consequent zijn wij dan ook weer niet. Zo’n potje bier moet je leegmaken en weer vullen en dat vergeten we en zo komt er van de slakkenbestrijding niet veel terecht.

Wat wel een enorme doorn in mijn oog is, is dat de hosta’s er werkelijk waar niet uitzien! Van de eens zo mooie planten waren deze zomer nog maar zielige exemplaren met nauwelijks bloemen over en ik vond dat we daar iets aan moesten doen. Nou, dat pakten we radicaal aan. Mr. T. verwijderde de hosta’s (in het eerste plantenvak) en we planten binnenkort op die plek wat nieuwe bodembedekkers. Hopelijk slaan die aan en ziet het er komende lente/zomer weer veel beter uit. Nu moet ik alleen nog wel uitzoeken welke bodembedekkers door slakken absoluut niet ‘geliket’ worden.

#50 Books no. 4

Na serie 1, 2 en 3 volgt nu de vierde serie vragen over boeken.

  1. Hoe belangrijk is de eerste zin van een boek en welke goede voorbeelden ken je?
  2. Ga je door het lezen van literatuur de wereld beter begrijpen?
  3. Kunnen we met online publiceren iets van de oude vertelkunst terugkrijgen die verloren is gegaan met de boekdrukkunst?
  4. Leg je ook wel eens een boek (en welke dan?) opzij voor het juiste moment?
  5. Wat is jouw favoriete sportboek?
  6. Heb je ook (een) gesigneerd boek(en) met een speciaal verhaal?
  7. Wat spreekt je meer aan, het afgeronde verhaal of het open einde?
  8. Wat vind je van auteurs die ook onder pseudoniem publiceren?
  9. Hoe hoog scoor jij op de schaal van boeksnob, en wat zegt dat?
  10. Ben je bekend met en/of doe je mee aan enige vorm van boekenruil?

Om de antwoorden gemakkelijker te kunnen lezen, selecteer de vragen, control c en control v in het reactieveld.

Zwarte pieten

Hoe ik over de hele zwarte piet discussie denk heb ik al in een eerder logje laten weten en eigenlijk wilde ik er verder weinig woorden meer aan vuil maken. Maar hé, dat gaat dus echt niet meer lukken. De hele discussie over zwarte piet is volgens mij iedereen boven het hoofd gegroeid en eerlijk gezegd ben ik daar gewoon verdrietig van. Dat zo’n mooi feest in zo’n akelige situatie beland is.

Ik denk echt dat Quinsy Gario en de zijnen er flink naast zitten als ze menen dat de manier waarop momenteel sinterklaas gevierd wordt discriminerend is. Hoezo ‘de openlijke discriminatie leidt tot weerzin’. Waar dan? Welke openlijke discriminatie? Ben ik dan zo dom dat ik dat niet zie?

De meningen over de herkomst van zwarte piet verschillen en zullen wellicht in een ver verleden enige smet gekend hebben, maar noem mij één kind dat door louter het vieren van het sinterklaasfeest een racist is geworden. Noem mij één kind dat denkt ‘oh, die piet is zwart, dat zal wel een minderwaardig mens zijn’. Die zijn er toch niet? Het zijn de volwassenen die op dat soort ingewikkelde manieren denken.

In eerste instantie vond ik het allemaal nog best wel grappig ook, ik heb moeten lachen om de meest treffende plaatjes en teksten die op twitter en facebook langskwamen. Het is toch ook heerlijk dat we ons druk kunnen maken om zoiets ‘futiels’. Maar inmiddels is dat futiele er al lang af. Zelfs de VN bemoeit zich met de kwestie en dat deden ze in mijn ogen niet heel handig.

Weet je wat mij in dit hele gedoe het meeste verdriet doet? De ontzettend harde, ongenuanceerde reacties die sommige voorstanders van zwarte piet menen te moeten gebruiken om hun woorden kracht bij te zetten. Ik begrijp dat niet. Ik vind het suf en stom en dom en beangstigend ook nog, al die agressie in mensen. Kom met goede argumenten waarom je vindt dat iets is zoals het is en schoffeer anderen niet. En als je geen goede argumenten hebt, zwijg dan. Kom niet met ‘blijf met je poten van onze cultuur af’ of ‘rot maar op naar je eigen land’ of om het even welke andere totaal ongenuanceerde, botte of kwetsende opmerking.

Wat mij ook verdriet doet is zeer treffend verwoord in onderstaand plaatje. En daar wil ik het verder even bij laten.
231013

Kleine Zus behoort sinds enige maanden niet meer tot de gelovigen, maar ze krijgt uiteraard wel het een en ander mee van de hele toestand en vraagt dan ook wat er nu precies aan de hand is. Als ik dan uit probeer (het ís toch ook bijna niet uit te leggen aan een kind!) te leggen waarom sommige mensen vinden dat zwarte piet niet meer bij het sinterklaasfeest mag horen, dan begrijpt zij daar werkelijk helemaal niets van. Want: zwarte piet is toch hartstikke lief en grappig en goed en mooi en …

Kleine Zus die, net als 99,9% van haar ‘soortgenoten’ zich totaal niet druk maakt over vermeende discriminatie en racisme heeft het al weken gehad over het trekken van de surpriselootjes. Want ja, surprise dat hoort er bij als je het grote geheim kent, en afgelopen dinsdag hebben we dan eindelijk die lootjes getrokken. We zullen heus wel een gezellige pakjesavond vieren in december, maar er zit dit jaar voor mij wel een behoorlijke smet op. Mijn mooie, pure, óngelovige dochter echter verheugt zich gelukkig gewoon enorm op het komende sinterklaasfeest.

Eikels

Ik vind het ongelooflijk. Er is zoveel ruimte om naast mij te vallen en wat doen ze, die verdraaide eikels, ze vallen gewoon op mij als ik op de fiets richting werk ga! En iedere keer opnieuw schrik ik behoorlijk al valt dat op de fiets nog wel mee. Als je in de auto zit en er valt ineens met een luide boink een eikel op je auto, dat is pas echt schrikken.

Maar goed, daar wil ik het eigenlijk helemaal niet over hebben. Het fijne van dit jaargetijde is namelijk dat er weer verse walnoten zijn. En ik ♥ walnoten. Heel erg veel. Dus momenteel ligt er een voorraad walnoten te drogen op de zolder.

Waar ik ook van houd zijn verse tamme kastanjes. Heerlijk! Een boom bij de, binnenkort te slopen, bejaardenwoningen (maar daarin wonen heel zeldzame vleermuizen dus dat slopen laat op zich wachten waardoor het pand er zeer verloederd bijstaat momenteel) heeft dit jaar voor veel tamme kastanjes gezorgd. Het is wel een beetje boel jammer dat de boom achter de sloophekken staat, dus het is lastig om te rapen. Kleine Zus echter ging vorige week met een plastic tas op pad en bracht er toch een stuk of 25 mee naar huis. Jammie!

Ik weet nog dat Grote Zus vorig jaar vol enthousiasme een tamme kastanje door midden beet en dat er toen een wormpje in zat. Oh gruwel ende ieks in het kwadraat! Grote Zus wil nu dus haar kastanjes minimaal in vieren gehakt zien voordat ze ze naar binnen werkt.

Ook heerlijk: verschillende noten door elkaar heen. En dan liefst van de markt en dan liefst als Mr. T. en ik een weekendje weg zijn om ze vervolgens op de hotelkamer op te peuzelen! Daar zou je mij bijna voor wakker kunnen maken ’s nachts. Bijna.

Waar kunnen ze jou eigenlijk voor wakker maken?

Beschermd: Stappen

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Geneuzel | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

Het Puttertje

Donna Tartt schreef een prachtig en ongeëvenaard werk met ‘De verborgen geschiedenis‘ dus ik had hooggespannen verwachtingen toen ‘De kleine vriend‘ uitkwam. Helaas was haar tweede boek, voor mij, een treurige ervaring. Louter op wilskracht heb ik het boek uitgelezen om het daarna snel te vergeten. Maar nu is er een derde Tartt verschenen: ‘Het puttertje‘.

Waar gaat ‘Het puttertje’ over?

Theo Decker, een dertienjarige jongen uit New York, overleeft op wonderbaarlijke wijze een aanslag waarbij zijn moeder om het leven komt. Zijn vader is een paar maanden daarvoor verdwenen en Theo komt na de aanslag bij de familie van een rijke vriend terecht. Hij is verbijsterd door zijn nieuwe leefomgeving, verward door zijn klasgenoten die het moeilijk vinden met hem om te gaan en diepbedroefd door het verlies van zijn moeder. Theo vindt houvast aan dat ene object dat hem aan haar doet denken: een klein, mysterieus schilderij, dat hem uiteindelijk in de onderwereld van de kunst doet belanden.

Zo hé, wat mij betreft is Tartt weer terug op haar oude niveau. ‘Het puttertje’ is een prachtig boek dat de jonge Theo volgt na het overlijden van zijn moeder. Tijdens zijn vlucht uit het getroffen museum neemt hij een schilderij mee dat vervolgens jaren als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd zal hangen. Zoals het vogeltje op het schilderij vastgeketend is, zo is Theo feitelijk geketend aan het schilderij. Het doet hem herinneren aan zijn moeder en zijn moeder is er niet meer.

Theo komt per toeval terecht bij een rijk gezin, wordt na een tijd ineens opgehaald door zijn vreemde (en dat is een understatement) vader en diens vriendin, verhuist naar Las Vegas, ontmoet daar gewiekste Boris die ook een heel verleden met zich meezeult, keert na het overlijden van zijn vader terug naar New York waar hij intrekt bij een oude heer die meubels restaureert. En door al die fases heen maakt hij de meest bizarre dingen mee, slaat hij los, wil hij dat eigenlijk niet maar is zijn verdriet en wanhoop te groot om te dragen en maakt hij het zichzelf tegelijkertijd erg moeilijk met zijn nooit stoppende gedachten die maar malen en malen …

Een mooi stukje uit het boek:

Oké … ik moet zeggen dat ik persoonlijk nooit zo’n scherpe grens trek tussen ‘goed’ en ‘slecht’ als jij. Voor mij klopt die grens heel vaak niet. Die twee staan nooit los van elkaar. Het ene kan niet bestaan zonder het andere. Zolang ik uit liefde dingen doe, denk ik dat ik het beste doe wat ik kan. Maar jij, jij zit in een cocon van oordelen, met altijd spijt van verleden, je vervloekt jezelf, geeft jezelf de schuld van dingen, bij jou altijd ‘wat als’, ‘leven is wreed’, ‘ik wou dat ik zelf dood was gegaan in plaats van …’. Ik geef je wat om over na te denken. Stel dat al je daden, al je beslissingen, goed of kwaad, voor God geen verschil maken.

De schrijfstijl is prettig, Tartt schrijft prachtige zinnen vol beeldspraak en emoties. Het is gewoon een genot om dit boek te lezen. Tartt heeft wat mij betreft de teleurstelling van ‘De kleine vriend’ meer dan goed gemaakt.

hp-dt 002

100

Laatst las ik in de krant dat de kans dat een meisje dat nu geboren wordt de leeftijd van 100 jaar bereikt 50% is. Dat is niet niks. Ik vraag me tegelijkertijd wel af of je dat moet willen: 100 jaar worden. Ja natuurlijk moet je dat willen. Mits je gezond van lijf én geest blijft. Want dat lijkt me toch wel een voorwaarde om dit heuglijke feit écht te kunnen vieren.

Wat heb je er aan als je 100 wordt en je weet niet meer dat je überhaupt leeft of je lijf heeft je zo in de steek gelaten dat je veel pijn hebt, wellicht niet meer mobiel bent en ook niet meer kunt zien omdat je op 70-jarige leeftijd al een keer aan staar geopereerd bent. Of zou men tegen die tijd staar voorgoed kunnen genezen?

En hoe zit het dan met andere ouderdomskwalen en ziektes. Moet een bevolking die terugloopt wat geboortes betreft er wel blij mee zijn dat mensen steeds ouder worden? Ik denk aan de hele discussie over het ophogen van de pensioenleeftijd. In mijn ogen is dat verhogen overigens volkomen terecht. Als mensen in de toekomst standaard nog ouder worden betekent dat dat die leeftijd op een bepaald moment nog hoger opgetrokken moet worden.

Mijn schoonvader is nu dik 90 jaar en natuurlijk zijn we heel blij met het feit dat hij er nog is. Maar 90 is een hele leeftijd. Hij is nog steeds, zowel geestelijk als lichamelijk, hartstikke fit al trilt hij wel enorm met zijn handen. Een ander groot euvel is zijn zicht. Hij ziet nog maar een heel klein beetje en dan wordt je wereld veel kleiner. Lezen met een loep met licht gaat al bijna niet meer. Het autorijden heeft hij al twee jaar geleden opgegeven. Hij heeft het geluk dat hij drie zeer trouwe kinderen heeft die hem vaak bezoeken. Ging Mr. T. vroeger zo vaak hij kon naar zijn moeder, ook nu nog gaat hij zo veel mogelijk naar zijn vader. Ook zijn zussen doen dat. Het is met de mantelzorg richting hem dus wel geregeld.

Maar stel dat men straks ‘standaard’ 100 jaar wordt. Hoe moet dat dan met mantelzorgen als je kinderen rond de 70 zijn? Wellicht zijn dat krasse 70-ers, maar voor hetzelfde geld mankeren zij ook al het een en ander of moeten ze nog steeds werken omdat de AOW-leeftijd op 75 is gezet of moeten zij op dat moment op hun kleinkinderen passen want hun kinderen zijn dan uiteraard allebei fulltime aan de slag om ons zorgstelsel nog een beetje op poten te houden.

Ik denk dat er een boel werk aan de winkel is, willen we ook in de toekomst nog een beetje van een fatsoenlijke oude dag genieten.

Vriendenboekje

Voor mijn vijftiende verjaardag kreeg ik van mijn vriendinnen E en M een vriendenboekje. Nu lopen kinderen van 4 of 5 jaar al met die boekjes rond, maar ik ontdekte het fenomeen pas toen ik 15 werd. In ieder geval: het boekje werd helemaal volgepend door mijn vriend(innet)jes en klasgenootjes.

Op de eerste foto een deel van de antwoorden die ik 28 (!) jaar geleden gaf. De tweede foto bevat de antwoorden van vriendin E. Van onze wens is uiteindelijk niet veel terecht gekomen!
OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Je begrijpt het al, dit wordt een vriendenboekvragenlijstje. Ik vraag je om terug te gaan naar de tijd dat je zelf een jaar of 15 was (zet er ook even het jaartal bij voor de duidelijkheid) en probeer onderstaande vragen in te vullen (voor zover je de antwoorden nog weet).

  1. Mijn fijnste schoolvak: …
  2. Mijn hobbies: …
  3. Mijn favoriete sport: …
  4. Mijn idool: …
  5. De beste (pop)groep: …
  6. Tophit: …
  7. Het beste TV-programma: …
  8. Mijn mooiste film: …
  9. Mijn lievelingsdier: …
  10. Het lekkerste eten: …
  11. Ik hou helemaal niet van: …
  12. Het meest houd ik van: …
  13. Mijn liefste wens: …
  14. Wat ik later worden wil: …

Om de antwoorden gemakkelijker te kunnen lezen, selecteer de vragen, control c en control v in het reactieveld.

Primark

Afgelopen maandag nam ik een dagje vrij en gingen we met het gezin naar Corpus. Dat is echt heel leuk en zowel Grote als Kleine Zus heeft zich er prima vermaakt. Nou is Corpus geen dagbesteding, met een uurtje of drie ben je daar wel klaar en wat dan te doen?

In eerste instantie dachten we aan shoppen in Leiden maar … Grote Zus zou zo graag een keer naar de Primark willen. En laat er die nou één in Rotterdam zitten. Op naar Winkelcentrum Alexandrium dus waar ook een Primark gevestigd is.

Ik had er al wel wat van gehoord van die Primark. Dat het er heel druk is en dat het er spotgoedkoop is, maar man man man, de Primark was voor mij een grote shock. ‘Ach,’ dacht ik, ‘druk, dat zal wel meevallen’. Nou, dat viel niet mee. Het was er druk! Enorm mierenhoperig, akelig, viezig, rommelig druk. Lange, lange rijen voor de kassa’s en voor de paskamers. Met als gevolg dat je overal mensen kleding ziet passen.

En een bende! Ongelooflijk wat een bende. Overal tafels vol met bergen kleding, onder rekken lag van de kleerhangers gevallen kleding en van alles door elkaar heen. Geen beginnen aan als je iets uit wilde zoeken.

En ja, alles spotgoedkoop. Ik snap dus best dat Grote Zus hier graag een keer heen wilde, want tja kleedgeld. Maar ook zij liep het eerste kwartier dat ze binnen was wat vertwijfeld rond: waar moet ik in hemelsnaam beginnen?

Mr. T. vond er al helemaal niets aan en om zich toch nog een beetje nuttig te maken is hij op een gegeven moment maar in de rij voor de kassa gaan staan. Daar heeft hij zo’n drie kwartier gestaan en toen was Grote Zus wel klaar met haar shoppingronde zodat zij haar buit aan Mr. T. kon overhandigen die toen bijna aan de beurt was. Echt waar: drie kwartier in de rij voor de kassa! En veel mensen met overvolle Primark-shopping-tassen! Wat nou crisis?

Grote Zus heeft vier best leuke dingetjes gekocht, maar ik vraag me af wat de kwaliteit zal zijn. Ik geloof dat het Primark-concept het slechtste in ons oproept. Verhitte gezichten, dat wat je niet leuk vindt of wat niet past, gewoon maar ergens droppen, voordringen, ik zag zelfs twee vrouwen ruziën over een truitje van € 12,=.

Mijn nichtje was er toevallig ook afgelopen maandag. Zij en haar dochters wilden graag meteen na openingstijd naar binnen. Toen zij om 10.45 uur arriveerde stond er gewoon al een hele rij met wachtende mensen! Ongelooflijk! Enfin: dit was wat mij betreft eens maar nooit weer. In november opent er -oh hoezee- een Primark in Eindhoven, dus dan kan Grote Zus er zelf heen als de nood hoog is. Het was in ieder geval een bijzondere ervaring die Primark.

Na dit grote avontuur hebben we nog een paar uurtjes door Alexandrium rondgehobbeld (en echt, druk, wat nou crisis? Zelfs overvolle eetgelegenheden) en heeft Grote Zus nog een paar leuke kledingstukken gescoord en deden we nog wat andere inkopen.

Heb jij al ooit kennis gemaakt met Corpus of de Primark?