Huawei

In januari 2015 schreef ik het dat ik helemaal blij was met mijn nieuwe mobieltje. Ik geloof dat ik in herhaling ga vallen want dat schrijf ik nu dus weer. Tegelijkertijd vind ik het eigenlijk van de zotte dat de mobiel die ik dus iets meer dan anderhalf jaar geleden kocht al aan vervanging toe was. Eigenlijk slaat dat toch helemaal nergens op? Maar hij was zo verschrikkelijk traag inmiddels (en dat terwijl ik weinig apps op het apparaat heb staan), viel regelmatig spontaan uit, liet vaak niets horen als ik gebeld werd (en nee, het geluid stond dan niet uit) en de fotokwaliteit was ook niet al te best (en ja, ik weet dat ik toen schreef dat hij prima foto’s maakte. Maar dat was voordat ik die fotofunctie goed getest had en ontdekte dat met name inzoomen en foto’s binnen maken totaal niet matchte. En dat is best vervelend als je foto’s wilt maken van KO-uitreikingen of andere werkgerelateerde zaken en dat die foto’s dan bagger zijn.).

Tijd voor een nieuwe dus maar weer. Grote Zus heeft al lange tijd een Huawei en is daar zeer over te spreken. Eerst had ze een Huawei P7, maar die is gestolen tijdens een festival en nu heeft ze een Huawei P8 Lite. Die P7 was het echt helemaal voor zo’n jonge meid. Die maakte echt supergave foto’s, maar was ook behoorlijk duur. Maar hé, ze had ervoor gespaard, dus wie ben ik dan om het te verbieden. Het is dan echter wel extra zuur als ie gestolen wordt. We besloten haar als voorschot op haar examens een nieuwe mobiel te geven en dat werd de P8 Lite. Een mobiel die minder duur was dan de P7 en, in mijn ogen, meer dan prima voor haar. Ze is er gelukkig helemaal happy mee al schijnt de voorcamera toch wat minder goed te zijn. Tja, die selfies, die selfies … 😉

website_82-multiimage_103655_main-huawei-p9-lite-review-jpg-scale-size-700x500

Maar goed, terug naar mezelf dus. Een nieuwe mobiel voor mij moest er komen en ik kocht uiteindelijk de Huawei P9 Lite. En weer ben ik enthousiast, al hoop ik dat dat over anderhalf jaar nog steeds het geval is, want eigenlijk is het anders toch van de zotte: dat fabricanten iets produceren en verkopen dat amper anderhalf jaar fatsoenlijk meegaat! En ja, deze maakt dus echt wel heel gave (ingezoomde) foto’s in donker(der)e ruimtes.

Mr. T. heeft trouwens nog steeds een Nokia uit het jaar 2005 (of daaromtrent). En dat is niet heel tof vind ik. Want zo zit ik bijvoorbeeld in alle groepsapps die voor hem bedoeld zijn en voel ik me dus af en toe zijn secretaresse. Maar wellicht dat daar binnenkort een einde aan komt, want Mr. T. is van plan een heuse smartphone te kopen. Ik verheug me er eerlijk gezegd al op om met hem te wordfeuden!

Wat voor mobiel heb jij? Hoe lang heb je ‘m al en ben je er tevreden over?

 

Een klein leven

Het is vandaag 18 september en ik doe iets wat ik nog nooit heb gedaan. Ik schrijf namelijk de eerste helft van een boekenrecensie. En dat doe ik omdat dit boek zo verschrikkelijk mooi, zo verschrikkelijk verschrikkelijk, zo verschrikkelijk rauw en zo verschrikkelijk indrukwekkend is dat ik het wel moet. Ik heb in mijn boek al veel heel, heel erg mooie boeken gelezen, maar dit boek maakt echt zovéél indruk. Zovéél!

Waar gaat ‘Een klein leven‘ van Hanya Yanagihara over?

Het verhaal gaat over vier studievrienden die samen hun weg zoeken in New York: de knappe aspirant-acteur Willem, de flamboyante kunstenaar JB, beginnend architect Malcolm en Jude St. Francis. Jude is teruggetrokken, slim en raadselachtig, maar de overige drie mannen weten wel beter dan vragen te stellen over zijn verleden. De ambitieuze studenten worden succesvol en rijk, maar desondanks wordt de duisternis in Jude steeds groter. Zijn vrienden proberen zijn pijn te verlichten en in hoogleraar Harold vindt Jude een vaderfiguur. Maar naarmate de decennia verstrijken dringt zich de vraag op of Jude wel verlost kan worden van de demonen uit zijn verleden.

Ik ben nu op bladzijde 415 van 776 en aan de ene kant wil ik niet stoppen met lezen, aan de andere kant wil ik ook niet dat het boek uit is. De schrijfstijl van Yanagihara is zo bizar mooi, zo vloeiend, zo bijzonder. Soms schrijft ze zinnen van wel 100 woorden, maar nooit verliest ze de cadans van die zin. Echt zo buitengewoon mooi.

De hoofdstukken worden vanuit verschillende personages vertelt en nooit wordt verteld wie dat is, maar dat merk je al lezende vanzelf. En de manier waarop die personages ‘praten’ maakt ze zo levendig. Het zijn ook zulke ‘herkenbare’ dingen die ze zeggen en denken. Je wordt gewoon het verhaal ingezogen.

Ik heb nu al vele stukken gelezen die ik eigenlijk zou willen quoten, maar haha, dan kan ik hier net zo goed het hele boek overtypen (en dat is nogal een klus en zal ook wel niet mogen) maar onderstaand stukje vond ik zo ongelooflijk hard, bizar, voorstelbaar, eng (je ziet, ik kan het goede woord er niet voor vinden).

Het tweede is dit: wanneer je kind sterft, voel je alles wat je zou verwachten, gevoelens die door zoveel anderen al zo goed beschreven zijn dat ik niet eens de moeite zal nemen ze hier op te sommen, behalve dat ik wil zeggen dat alles wat over rouw is geschreven één pot nat is, en het is één pot nat met reden: omdat niemand werkelijk van de tekst afwijkt. Soms voel je wat meer van het een en minder van het ander, en soms voel je het in een andere volgorde, en soms langer of korter. Maar de gevoelens zijn altijd dezelfde. Maar nu komt iets wat niemand zegt: als het jouw kind is, voelt een deel van jou, een piepklein maar niettemin onmiskenbaar deel van jou, ook opluchting. Want eindelijk is het moment gekomen dat je al verwachtte, waar je voor vreesde, waarop je je hebt voorbereid sinds de dag dat je een kind kreeg. Aha, zeg je bij jezelf, daar is het. Het is zover. En daarna heb je nooit meer iets te vrezen.

Goed, 18 september is het nu. Ik denk dat ik het boek deze week wel uit zal hebben (helaas/gelukkig) dus dat deze recensie op 25 september online kan. Ik ben heel benieuwd of ik ook de komende week dit gevoel zal blijven houden.

23 September 2016, 10.30 uur, op de hometrainer, bladzijde 674 → NEE, NEE, NEE! Ik ben echt in shock door wat er gebeurd en tot tranen geroerd als ik de bladzijdes erna lees.

23 September 2016, 22.45 uur, op de bank, het boek is uit → Ik heb zelden een boek gelezen dat zo’n indruk op mij maakte. Het is prachtig, ontroerend, gruwelijk, heftig, intens, bijzonder, bizar, fantastisch. Echt, dit boek MOET je lezen!

20160914_141713

Op die fiets

Ja, op die fiets! Een lijstje gemaakt door Liesbeth en later ook bij Trees gezien. Inmiddels dus best mosterd na de maaltijd, maar hé, ik moet hem zelf gewoon nog invullen. Dat doe ik vandaag dus maar. En mocht jij het lijstje nog niet gezien hebben: je mag het gerust invullen. 😉

  1. Heb je een fiets, zo ja welk merk en waarom maakte je deze keuze?
  2. Wat is voor jou een reden om te gaan fietsen?
  3. Beste mooiste fijnste fietstocht ever?
  4. Goede vrienden met de fietsenmaker?
  5. Kan je je eerste fiets nog herinneren?
  6. Vertel eens over je laatste/grootste fietsblunder?
  7. Grootste fiets ergernis?
  8. Gebruik je je telefoon tijdens het fietsen en waarvoor?
  9. Heb je nog fietswensen?

Om de antwoorden gemakkelijker te kunnen lezen, selecteer de vragen, control c en control v in het reactieveld.

UnDress to impress

Het voordeel van het wat minder hete weer is dat er gelukkig ook minder mensen rondlopen op een manier die niet bepaald heul aantrekkelijk is voor de nietsvermoedende tegenligger. Ik vind het echt heel bijzonder hoe mensen zich soms kleden op het moment dat het boven de, pak ‘m beet, 25°C wordt. De mannen met blote basten schieten dan als paddenstoelen uit de grond en dat zou niets geven als het aantrekkelijke blote basten zouden zijn. Helaas zijn met in 98 van de 100 gevallen nou niet bepaald aantrekkelijke buiken. Nee, het zijn vaker van die toch wel dikkige bierbuiken. En dat is natuurlijk best jammer, want het oog wil ook wel wat nietwaar?

Wat ik ook bijzonder vind is hoe mijn seksegenoten zich soms kleden. Het is echt niet verstandig om een maatje M te kopen als je eigenlijk in een maatje L of XL hoort rond te lopen. Echt niet. Ik snap niet dat men dat niet zelf ziet, of geeft men er gewoon helemaal niets om dat er van die ‘charmante’ rollen te zien zijn onder je kleding.

Ik ben niet superslank en zal dat ook nooit worden, maar ik zal nooit kleding dragen die niet goed past. Dat is ook een van de redenen waarom ik zo’n enorme hekel heb aan panty’s. Die zitten altijd te strak in mijn taille en afhankelijk van de jurk die ik erover draag heb ik dus wel of geen zichtbare rolletjes. Om het probleem van die de strakke tailleband op te lossen knip ik vaak het bovenste stuk van de panty in, maar eigenlijk is dat natuurlijk van de zotte.

Overigens ben ik wel superblij met hoe ik er nu uitzie. Natuurlijk zou er nog best wat af mogen want volgens de BMI-meter zou ik nog zeker 6 kilo af moeten vallen om op een gezond gewicht te zitten. En echt dames en (sporadische) heren die hier lezen: dat is een onmogelijke opgave. Ik ben zo’n 8 jaar geleden rond de 15-20 kilo afgevallen en ik ben sinds die tijd vrij stabiel. De laatste weken is het me gelukt om er nog een kilootje of anderhalf/twee af te krijgen (denk ik, we hebben geen weegschaal in huis) en dat viel zelfs mijn schoonheidsspecialiste laatst op. Toen ik haar vertelde van dat stomme BMI zei ze dat ze zich dat niet voor kon stellen. Maar ja, ik heb nu eenmaal zware botten een grove bouw. 😉

Mmm, ik geloof dat ik weer een totaal ander logje aan het schrijven ben dan dat ik oorspronkelijk wilde. Die dikke bierbuiken, die rollen, die lelijke voeten: al die dingen die mensen in de zomer ongegeneerd laten zien, ik vind het maar niets.

Maar stiekem ben ik eigenlijk vooral jaloers omdat die mensen blijkbaar zo in elkaar zitten dat ze maling hebben aan wat anderen van hun uiterlijk/lichaam denken. In hun geval geldt gewoon ‘what you see is what you get!’. En hoewel ik nog nooit ook maar enig corrigerend ondergoedje gedragen heb, ik ben me vaak (vooral als ik in functie ben) heel erg bewust van hoe ik sta/zit/loop en hoe dat dat er dan uitziet. Gek he, omdat ik hierboven net nog typte dat ik superblij ben met hoe ik er nu uitzie. En dan toch tegelijk zo bezig zijn met hoe je eruit ziet. Da’s best vermoeiend kan ik u zeggen.

Maar vertel jij eens: ben jij je altijd bewust van hoe je erbij zit/loopt/staat of wat dan ook. Vind je dat belangrijk of ben je daar totaal niet mee bezig.

Vijf

Vijf boeken maar weer in een logje. Boek nummer 1 ‘Het kippencollectief‘ vond ik echt heel erg grappig. Het is echt een soort van feel good book. Een erg plezierige schrijfstijl met hoofdstukken vanuit de prespectieven van vier verschillende personages: Prucence, Sara, Earl en Seth. Vol vaart, humorvol en aansprekend. Een soort van chicklit, maar dan toch anders. Gewoon een lekker boek voor tussendoor.

Prudence Burns is een idealistische rasoptimist. De mislukkingen in haar leven: haar relatie, haar niet lopende YA-boek, haar noodlijdende groentetuintje op haar balkon in Brooklyn NY… het zijn allemaal maar tijdelijke tegenslagen in haar ogen. Als ze van een oom een boerderij op het Canadese platteland erft, weet ze zeker dat daar haar uiteindelijke toekomst ligt. Vol enthousiasme stort ze zich op het noodlijdende bedrijf, bijgestaan door de knorrige voorman Earl, de alcoholverslaafde bloggende overbuurjongen Seth en de vroegwijze elfjarige Sara, die haar voorziet van haar collectie bijzondere kippen. Ze is vastbesloten om van haar leven en haar bedrijf een succes te maken.

Boek nummer 2 ‘Ongrijpbaar‘ las ik het langst geleden van deze vijf uit en het is echt erg, maar ik weet al niet meer eens precies hoe het afloopt. Wat ik me wel herinner is dat het prettig las, maar ook wel wat onwaarschijnlijk was allemaal. Maar goed, het is dus echt niet blijven hangen allemaal.

Een moeders grootste nachtmerrie wordt werkelijkheid wanneer Silvia haar zoontje Nick (3) kwijt raakt in een mensenmassa tijdens een Sinterklaasintocht. Een grootscheepse zoekactie wordt op touw gezet, echter alle zoekpogingen zijn tevergeefs. Hoewel haar hart verscheurd is, wordt Silvia genoodzaakt om haar demonen uit het verleden te trotseren om achter de waarheid rondom haar zoons vermissing te komen.

Boek nummer 3 ‘Mijn haat krijgen jullie niet‘ is een boek dat is gebaseerd op de aanslag in Bataclan waarin de schrijver zijn vrouw verliest. Hij schreef toen een indrukwekkende brief die volop door diverse media gedeeld werd. Het boek volgt de gebeurtenissen in de dagen na de aanslag. Aangrijpend, maar tegelijkertijd had ik er wat meer van verwacht. Beetje raar om dat zo te schrijven, maar zo voelt het echt. Het lijkt niet af te zijn, dit boek.

Parijs, 13 november 2015. Antoine Leiris is thuis met zijn zoontje van anderhalf. Zijn vrouw Hélène is met een vriend naar een concert in het Bataclantheater. Opeens verschijnen er berichten op zijn telefoon over aanslagen. Hij gaat op zoek naar zijn vrouw, 24 uur later hoort hij dat zij die nacht om het leven is gekomen.
Enkele dagen later plaatst Antoine Leiris een brief aan de terroristen op Facebook: hij weigert hun daden te beantwoorden met haat. De brief wordt wereldnieuws.
In Mijn haat krijgen jullie niet beschrijft Antoine Leiris hoe hij zijn dagen doorkomt na de fatale nacht, tot het moment dat hij met zijn zoon het graf bezoekt. Met weinig woorden laat hij zien dat het leven hoe dan ook doorgaat en door moet gaan zonder de open blik naar de wereld te verliezen. ‘Ik moet naar Melvil toe, die wakker wordt uit zijn middagslaapje. Hij is net zeventien maanden, straks gaat hij zoals elke dag zijn tussendoortje eten, daarna gaan we zoals elke dag spelen, en zijn leven lang zal dat jongetje jullie beledigen door gelukkig en vrij te zijn. Want nee, zijn haat krijgen jullie ook niet.’

Boek nummer 4 ‘Wij allemaal‘ vond ik een zeer intrigerend boek. In dit boek beschrijft Kim Noble hoe het is om met tig identiteiten in één lichaam een leven te leiden. Het boek maakte veel indruk op me, al vond ik het wat langdradig (En ja, ik realiseer me dat dat heel stom ‘klinkt’: want hoe zwaar moet het wel niet zijn om zo je leven te moeten leiden en hoe ongeïnteresseerd moet het dan wel niet lijken als ik dat ‘langdradig’ noem). Kim’s leven is in ieder geval een leven van uitersten, veel moeilijkheden, veel ‘witte vlekken’ en heel veel kracht en dapperheid. Toch zeker wel de moeite waard om te lezen.

Nog voor haar vijfde levensjaar versplinterde Kim Nobles geest, als een glas dat stukvalt op een harde vloer. Scherven, splinters, fragmenten, sommige klein, andere groter. Geen twee stukjes hetzelfde, als unieke sneeuwvlokken. Tien, twintig, honderd, tweehonderd stukken, waar er eerst maar één was. En al die stukjes kregen een nieuw bewustzijn, een nieuw leven om Kims plaats in de wereld in te nemen. Om haar te beschermen. Wanneer Kim Noble op haar 35ste de diagnose dissociatieve persoonlijkheidsstoornis (dis) krijgt, vallen een hoop puzzelstukjes op zijn plaats. Naast Kim blijkt haar geest uit meer dan twintig verschillende persoonlijkheden te bestaan, van een strenggelovige vrouw, tot een extravagante gay en zelfs een tweejarig meisje. Ze brengen haar in problemen waar ze totaal geen weet van heeft. Zoals Kim zelf zegt: ‘Als het niet zo tragisch was, had ik erom kunnen lachen.’

Boek nummer 5 was ‘Machtsstrijd‘ en dat vond ik een beetje een avonturenroman à la Wilbur Smith of Clive Cussler.  Het boek las erg vlot en was onderhoudend maar af en toe ook wel wat langdradig. Het eind is echt heel tof. Die had ik niet aan zien komen. Mooi dus dat er ook nog een vervolg komt zoals hier te lezen is.

Chris Hurkman werkt al zijn hele leven voor Hurkman & De Graaff, het bedrijf dat zijn vader samen met een zakenpartner oprichtte. Na zijn opleiding in Zwitserland, gaat hij als geoloog voor het bedrijf in Namibië werken, waar hij na de mysterieuze dood van zijn ouders opgroeide. Maar wanneer Antonie de Graaff, medeoprichter en directeur van het bedrijf, zijn omgeving schokt door onverwacht zelfmoord te plegen, barst tussen de erfgenamen een meedogenloze strijd los. Zijn zoon, de aan drugs en drank verslaafde playboy Cecil, gaat niets uit de weg om de andere erfgenamen buiten spel te zetten. Cecils zus blijkt eenvoudig op een zijspoor te zetten, maar de uit Afrika teruggekeerde Chris is een veel lastiger tegenstander om te verslaan.

20160910_131647 20160829_180054 20160830_073512 20160901_200508 20160906_191541

Philips-meisje van kamp Vught

Een juweeltje, ik kan niet anders concluderen. Wat heeft dit boek véél indruk op me gemaakt. Ik ben sowieso geïnteresseerd in de WOII en bezocht twee jaar geleden Kamp Vught waar ik ook wel wat las over de rol van Philips in het kamp. Dat er een boek geschreven is over een van de vrouwen die destijds voor Philips werkte zag ik laatst op tv en uiteraard wilde ik vervolgens het boek lezen. Waar gaat ‘Philips-meisje van kamp Vught‘ over?

Juni 1943. In Kamp Vught wordt de Joodse tiener Gerda Nothmann door het elektronicaconcern Philips uitgekozen om in hun werkplaats binnen het prikkeldraad kriegswichtige radiobuizen te maken. Zo komt zij bij het Philips-Kommando terecht, een selecte groep gevangenen waarvan het kleine aantal Joodse werkers lange tijd vrijgesteld kan worden van transport. Als de verlegen en onhandige Gerda na een jaar toch wordt gedeporteerd, samen met vierhonderd andere Joodse vrouwen, blijkt haar nieuwe identiteit van ‘Philips-meisje’ haar redding in Auschwitz. Voor elektronicagigant Telefunken gaat zij weer radiobuizen maken. Na een bijna fatale dodenmars komt ze in Zweden weer op krachten. Zonder familie overgebleven, vertrekt Gerda in 1946 naar Amerika. Sanne van Heijst maakte voor het schrijven van dit levensverhaal gebruik van Gerda’s eigen oorlogsherinneringen, die in dit boek opgenomen zijn. Uit de brieven die de ouders Nothmann hun dochter tussen 1939 en 1943 schreven, reconstrueert zij het trieste lot van Gerda’s in Berlijn achtergebleven familie. Met naoorlogse familiedocumenten schetst zij Gerda’s Amerikaanse leven, waarin haar oorlogsverleden geleidelijk een steeds grotere rol gaat spelen. Voorts werpt zij nieuw licht op de betekenis van Philips voor de overleving van Gerda en veel van haar lotgenoten.

Sanne van Heijst heeft een zeer plezierig leesbaar relaas geschreven over het leven van Gerda. En wat een veelbewogen leven was dat zeg. Het feit dat het gebaseerd is op ware feiten en op de persoonlijke aantekeningen van Gerda maakt het boek nog indrukwekkender. Wat het boek echter nog veel en veel interessanter maakt is de vele informatie die je krijgt na het verhaal. Achtergrondinformatie over kamp Vught, over Philips, over wat er gebeurd is met een deel van de personages in het boek en dergelijke. Ook toegevoegd zijn de persoonlijke memoires van Gerda. Maar wat wellicht nog het meest indruk op mij maakte zijn de opgenomen brieven die de ouders van Gerda vanuit Berlijn naar hun dochter stuurden. Wat een mooie, kwetsbare, wijze en dappere woorden schreven zij. Ik werd er gewoon koud van. Temeer omdat je weet wat hun lot uiteindelijk zou zijn, terwijl uit de brieven telkens weer hoop en vertrouwen sprak.

Zeer, zeer indrukwekkend! Echt, je moet dit boek lezen.
20160825_155321