Ochtendritueel

Mammalien blogde al weer een hele tijd geleden over haar bad mama day en vroeg aan het einde van haar logje ‘hoe zit jullie ochtendritueel eruit?’. Nou, dat zal ik hier ‘ns even vertellen. Eerlijk gezegd heeft mijn ochtendritueel niet zo heel veel om het lijf. Op werkdagen gaat de wekker zo rond 7.00 uur en na een of twee keer snoozen kom ik dan uit bed om richting badkamer te gaan. Daar bezoek ik als eerste het toilet en daarna wassen en mijn hoofd onder de kraan. Dat moet wel, want mijn korte haar is na een nacht slapen totaal ontploft en alleen weer enigszins in model (voor zover er een model inzit) te krijgen als het nat is. Haar afdrogen en met de handen fatsoeneren. Tanden poetsen. Aankleden, deo en geurtje op. Naar beneden.

Intussen scharrelt De Scholier ook rond en, afhankelijk van hoe laat ze moet beginnen, geldt dat ook voor De Student. Het is wel vrij stil want wij houden alle drie niet heel erg van veel gedoe ‘s ochtends. Ieder doet zijn ding dus. Heerlijk!

Beneden zet ik de koffiemachine aan en maak een heerlijk bakje koffie en ik ontbijt bijna altijd met yoghurt/roeryoghurt met notencruesli. Terwijl ik ontbijt speel ik wordfeud, lees het laatste nieuws en ben dus stilletjes. Dat geldt ook voor De Scholier en, nog steeds afhankelijk van hoe laat ze moet beginnen, De Student. De meiden zorgen zelf voor hun ontbijt als ik thuis ben. Op maandag wordt De Scholier nog steeds verwend want dan doet Mr. T. dat voor haar en op dinsdag oma als die er is. Mmm, misschien best suf dat ik dat niet doe. Alhoewel, ik heb het de eerste jaren van hun leven dus echt wel gedaan … 😉

Op een werkdag vertrek ik rond 7.45 uur naar het werk maar eerst doe ik lippenstift op (en zeg nu zelf, lippenstift met zo’n naam, die moet wel geweldig zijn!). Zoals je ziet zit er tussen opstaan en vertrek ongeveer een half uurtje en dat is meer dan genoeg.

Op een niet werkdag gaat de wekker later want De Scholier hoeft pas om 8,15 uur naar school dus waarom dan zo vroeg opstaan? Da’s nergens voor nodig. Op zaterdag zet ik de wekker meestal rond 8.30 uur en op zondag rond 9.00 of 9.30 uur. Echt uitslapen lukt me niet meer en dat is best suf omdat inslapen altijd heel lang duurt. Dus als ik een feestje heb en laat naar bed ben, dan duurt het nog altijd een hele tijd voordat ik echt slaap. En na zo’n korte nacht heb ik, je begrijpt het ongetwijfeld al, al helemaal geen behoefte aan geklets rondom me. Maar om het nou een ochtendhumeur te noemen, dat gaat denk ik toch wel weer een beetje te ver.

Hoe zit het met jou: meteen helemaal vrolijk en trappelend om aan de dag te beginnen of rustigjes aan?

Beschermd: Gilde

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Geneuzel | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

In het water

Het eerste boek van Paula Hawkins las ik iets meer dan een jaar geleden en daarvan was ik behoorlijk onder de indruk. Het lukte Hawkins toen om voor mij een hoofdpersonage te creëren waar je het ene moment van houdt en dat je het volgende moment een flinke trap onder haar kont wil geven van ‘kom op nou ‘ns, schouders eronder en doorgaan’. Ik was dan ook best benieuwd naar haar tweede boek ‘In het water‘.

Nel, een alleenstaande moeder, wordt dood aangetroffen in de lokale rivier. Eerder die zomer sprong een tienermeisje op dezelfde plek haar dood tegemoet. Ze zijn niet de eerste vrouwen die ten prooi vallen aan deze donkere wateren, en hun dood veroorzaakt een golf van onrust over de rivier en zijn geschiedenis. De vijftienjarige dochter van Nel blijft alleen achter. Daarom moet Nels zus, Jules, terugkeren naar het stadje dat ze jaren geleden de rug heeft toegekeerd. Voorgoed, dacht ze toen.

Ik kan er niet veel meer van maken dan een dikke ‘mwah’. Geen best boek dus, rommelig, chaotisch en ook niet echt heel erg aansprekend. En dat is natuurlijk best heel erg jammer, want haar eerste boek smaakte toch wel heel erg naar meer.

Heb jij ‘het meisje in de trein’ eigenlijk gelezen?

Spooky

In oktober schreef ik uitgebreid over hoe moeizaam het ging voordat De Scholier een paar klasgenootjes gevonden had om samen haar fuif mee te geven. Dat hele gedoe heeft ons saampjes best veel kruim gekost en ik word er opnieuw weer een beetje verdrietig van als ik eraan terugdenk. Het meest suffe van die hele toestand is nog wel dat de verhoudingen tussen de vier uiteindelijke fuifgevers ook al weer best gewijzigd waren en dat al het gedoe waarschijnlijk helemaal niet nodig was geweest, maar dat geheel terzijde.

Enfin: die fuif die werd afgelopen woensdag dus gehouden. Het was immers de dag voor Hemelvaart, dus de kinderen konden de volgende dag gewoon pitten. Ik ben heel erg van de ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg fuiven’ maar helaas is er aan het begin van het schooljaar een soort van trend gezet dat er naast het samen wat hangen, muziek luisteren, voetballen (en jawel, verstoppertje spelen) ook nog iets gedáán moet worden. Die eerste fuif werd er namelijk ook nog gepaintballd (of paint geballd?). Echt zo suf en tja, dan willen de volgende fuifvierders ook iets extra’s.

De meiden hadden bedacht dat er een spooktocht moest komen en pfffft, wat houd ik daar dus niet van. Maar goed, een spooktocht kwam er dus. Ik heb me met die tocht overigens totaal niet bemoeid (dat was het pakkie an van de meiden en de papa’s), in plaats daarvan ben ik de boodschappen gaan doe en dat was ook best heel stoer want van de vier meiden zijn er twee heel, heel, heel druk. Echt zo bijzonder: gillen, rennen door de supermarkt, totaal niet luisteren. Op een gegeven moment was ik het echt beu en zei ik tegen de dametjes ‘moet ik nu echt boos worden voordat jullie gaan luisteren’ en toen zei een van de meisjes ‘mijn papa was al lang boos geworden’. Uh, okay … Enfin: boodschappen gedaan en kinderen en boodschappen afgezet op de feestlocatie. Een heerlijke voormalige boerderij met een zee van ruimte.

Lang verhaal kort: 20 kinderen, een boel herrie, zakken chips en snoep, cola, sinas, icetea. Veel om elkaar hangen, stoerdoenerij et cetera. De mama’s en de papa’s met een wijntje en knabbeltjes in de keuken gingen ervan uit dat alles prima verliep. Mmmm, niet helemaal, want achteraf bleek dat een aantal kinderen af en toe toch wel van het erf gegaan zijn en totaal niet luisterden naar de verzoeken van De Scholier en de andere drie feestvarkens om dat vooral niet te doen. Maar goed, dat kwamen ze binnen niet vertellen. Maar aan het eind hadden we vier blije meisjes die al met al met een tevreden gevoel terugkeken. Alhoewel … de spooktocht … die was uiteindelijk lang niet eng genoeg.
Afbeeldingsresultaat voor schattige spookjes

 

Mosterd na de maaltijd

Onderstaand krantenartikel is al weer van ruim een week geleden en daarmee ook weer een ernstig geval van ‘mosterd na de maaltijd’, maar man, man, man, wat ergerde ik me toen ik het las. En dat ergeren deed ik uiteraard niet aan de grootse inzet van de politie, nee dat ergeren deed ik aan het feit dat het NODIG is. Dat er mensen zijn die categorisch menen te moeten rellen, die erop uit zijn om onder het mom van clubliefde de boel menen te moeten vernielen. Waardoor er dus door de hulpdiensten geanticipeerd moet worden op mogelijke rellen. Waardoor de druk op deze erg belangrijke mensen nog meer toeneemt.

Geen goed woord heb ik voor dit soort mensen over. Wat zijn het toch voor simpele zielen? Hebben ze kinderen? Wat vertellen ze hun kinderen dan? ‘Papa gaat dadelijk ‘ns lekker knokken, ruiten ingooien, agenten belagen en ervoor zorgen dat de gemeenschap wederom een gepeperde rekening gepresenteerd krijgt’. Ik hoop echt, dat dit soort mensen geen kinderen heeft, want wat voor voorbeeld krijgen die kinderen dan? Dat dit normaal gedrag is? Dat worden dan waarschijnlijk kleine hooligantjes. Want tja … als dat je voorbeeld is.

En ik vraag me af: wat doen ze in het dagelijks leven? Zijn ze misschien leraar, advocaat, bouwvakker of buschauffeur? Die op maandag (of dinsdag als ze maandag hun bed niet uit kunnen komen vanwege de kater) strak in het pak naar hun werk gaan? En wat vertellen ze dan? ‘Joh, gisteren nog ff mooi een paar agenten belaagd. Kicken joh!’. Of vertellen ze niets want weten ze eigenlijk best dat hun gedag niet door de beugel kan? Of hebben ze geen werk en hebben we het over mensen die gewoon echt reuze asociaal zijn. Die vinden dat ze alle recht van de wereld hebben om hun frustraties op deze manier bot te vieren? Nou, ik heb nieuws voor je: je hebt NOOIT het recht om dit te doen. Maar goed, naar mij wordt toch niet geluisterd …

Los van het feit hoeveel het kost, los van het feit dat het ontzettend asociaal gedrag is: je zou maar politieagent zijn! Echt, ik snap niet dat er nog mensen zijn die dat willen doen. En ze zijn zo belangrijk. ‘Handen af van onze hulpverleners‘ kan nooit genoeg aandacht krijgen en als je hulpverleners belaagt – in welke situatie dan ook – dan verdien je wat mij betreft een zware straf!

Goed: als je cluppie geen kampioen wordt, dan is dat balen. Maar dat vier je toch niet bot op het eerst het beste bushokje? Leer liever dat het leven niet altijd leuk is en dat er best ‘ns een keer geïncasseerd moet worden. Je blijft gewoon van andere mensen/dingen af.

Ik zie eigenlijk maar één oplossing: elke eerste zondagmiddag van de maand zetten we al die sukkels bij elkaar in een veld, we geven ze wat knuppels en dan kunnen ze zich lekker op elkaar uitleven. Zou het helpen?

Trilogie

Een jaar of twee geleden las ik het eerste deel van de trilogie over de vrouwen van Deverill en een jaar geleden deel twee. Deel een vond ik best heel aangenaam, deel twee wist me minder te boeien, maar goed deel drie ‘De laatste roos van de zomer‘ hoorde er toch ook wel bij vond ik.

Ondanks alles wat ze in het verleden hebben gedeeld, botsen de drie vrouwen van Deverill telkens weer als het gaat over de toekomst van hun geliefde kasteel. Intussen wordt Kitty’s leven op zijn kop gezet als haar vroegere geliefde terugkeert uit Amerika met zijn vrouw en kinderen, en ze ontdekken dat hun levens wel veranderd zijn maar hun gevoelens niet. Hebben ze de kracht om elkaar te weerstaan, of zetten ze alles op het spel voor een paar gestolen momenten samen? En er bloeit nóg een liefde op die alles oneindig veel ingewikkelder zal maken: Jack Deverill is verliefd geworden op een mooi Amerikaans meisje dat hij in Dublin heeft ontmoet. Ze is in Ierland om haar biologische moeder te -zoeken en hij is vastbesloten haar ten huwelijk te vragen, zich niet bewust van het drama dat hij daarmee over zich afroept. Iemand zal de kluwen van geheimen en misverstanden moeten ontrafelen, wil er ooit rust komen op kasteel Deverill.

Het is zeker geen topboek, maar het lukt Montifiore  met niet al te veel moeite zo te boeien dat je als lezer wilt weten hoe het allemaal af gaat lopen. Een gemakkelijke schrijfstijl helpt daar uiteraard bij, zeker gezien het feit dat het allemaal wel weer even terug moet komen: wie was nu ook al weer wie en hoe zat het ook al weer precies.

Uiteindelijk heb ik het boek in een paar dagen uitgelezen en weet ik nu dus precies hoe het allemaal afloopt. En eigenlijk was dat toch ook wel weer jammer, want de (meeste althans) personages zijn toch vooral behoorlijk sympathiek.

Beschermd: Dank

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Geplaatst in Geneuzel | Voer je wachtwoord in om reacties te bekijken.

Klaar met klaaroveren

En zo is deze periode echt een periode van dingen voor het laatst doen. Na ruim acht jaar brigadieren hing Mr. T. afgelopen week zijn reflecterende brigadiersjas definitief aan de kapstok en zijn klaaroverbordje (het zal vast een naam hebben, maar ik weet niet welke) stak hij in de bak eronder.

Bij onze school is het gebruikelijk dat kinderen vanaf eind groep zeven brigadieren (ze beginnen als groep acht op kamp gaat) en dat dan vervolgens een jaar doen totdat ze zelf als groep acht’er op kamp gaan. Ook De Scholier was vorige week dus klaar.

Er stoppen dit jaar 13 volwassen brigadiers waar Mr. T. er dus een van is. Het zijn allemaal ouders die al jaren wekelijks in touw zijn voor de veiligheid van andermans kinderen. Tot nu toe zijn er 4 nieuwe ouders gevonden die willen brigadieren. Dat schiet dus niet op.

In het dorp hier woont een gezin met vijf kinderen. De moeder daarvan werkt niet, maar zij heeft nog nooit ook maar één keer gebrigadierd. Dat is eigenlijk best een beetje onverteerbaar. Andere mensen zorgen er al jaren voor dat haar kinderen (ze wonen in het buitengebied) al jaren veilig naar school kunnen, maar zelf meehelpen … En zo zijn er nog wel wat meer gezinnen die wel profiteren en niet meehelpen. Ik heb daar best een mening over. Maar ach, die heb ik over zoveel dingen. Zoals bijvoorbeeld wel je kinderen aanmelden voor de kindervakantieweek en nooit meehelpen (als is het maar een dagdeel) …

Ik weet best dat je anderen niet mag verplichten tot het meehelpen met dingen, maar het zijn wel de dingen die ertoe doen. Kinderen veilig naar school, leuke dingen die georganiseerd worden: zonder vrijwilligers komt er niets van de grond.

Eigenlijk ben ik best benieuwd hoe lang ze het nog volhouden met het brigadieren. Werd er in de tijd dat De Student naar school ging nog op twee plekken vier keer per dag gebrigadierd, nu is dat nog maar op één plek. Ook de coördinator stopt dit jaar en dat is nog best een klus hoor: zorgen dat het schema steeds weer klopt. En dan zijn er altijd mensen die moeten regelmatig moeten ruilen omdat ze bijvoorbeeld ineens moeten werken of een andere afspraak hebben. Mr. T. heeft aangegeven wel op de reservelijst te willen blijven zodat hij in geval van nood op de maandag in kan vallen, maar hij wil niet meer structureel ingepland worden. Ik ben blij dat ik mijn vrijwilligerswerk voor de school al een lang geleden heb beëindigd en dat het zich nu beperkt tot af en toe rijden voor een activiteit of iets dergelijks.

Was of ben jij actief op de school van je kind(eren)? 

Het einde van de eenzaamheid

Ik kijk eigenlijk nooit DWDD maar soms krijg ik toch een klein stukje mee en laatst zag ik dat een aantal gasten daar ‘het boek van de maand‘ bespraken. Nou moet ik zeggen dat ik nooit zo van die gehypte boeken houd (al lees ik wel regelmatig heel populaire boeken), maar boeken die door zogenaamde kenners lyrisch worden ontvangen, die boeken die snap ik meestal niet. Lang verhaal kort, men was het erover eens dat ‘Het einde van de eenzaamheid‘ van Benedict Wells by far het allerbeste boek van de maand april was.

Wanneer Jules Moreau na een ernstig motorongeluk in het ziekenhuis belandt, wordt hij geconfronteerd met herinneringen uit zijn jeugd. Al vroeg verloren Jules, zijn broer Marty en zijn zus Liz hun ouders door een tragisch ongeval. Op hen alle drie laat dit verlies zijn sporen na, en in de jaren die volgen groeien zij gaandeweg uit elkaar. Vooral de eens zo zelfbewuste Jules trekt zich steeds meer in zijn eigen wereld terug. Alleen met de mysterieuze Alva kan hij vriendschap sluiten; jaren later zal hij echter pas begrijpen wat ze voor hem betekent – en wat ze altijd voor hem heeft verzwegen. Als ze volwassen zijn verschijnt Alva weer in zijn leven. Even ziet het ernaar uit dat ze de verloren jaren kunnen goedmaken, tot ze toch weer door het verleden worden ingehaald.

En wat vond deze ‘kenner’ nou van dit boek? Daar komt ie: ik vond het een mooi boek. Geen subliem boek, wel een boek dat je af en toe een aantal pagina’s echt in zijn greep heeft en dan weer terugvalt naar een heel prima niveau om je dan weer een paar pagina’s echt naar de keel te grijpen. En misschien is dat maar goed, want als het boek continu op de toppen van het gevoel voortraast, dan zou het een ware uitputtingsslag worden om het te lezen. Wells heeft een zeer fijne schrijfstijl en al zijn sommige dingen tijdens het lezen nog wat wazig en moeilijk te plaatsen, uiteindelijk komt alles bij elkaar.

Vorig jaar las ik ‘Een klein leven‘ en het is maar goed dat dat boek vooral voortkabbelt terwijl het tegelijkertijd een enorme indruk op mij maakte door de fantastische schrijfstijl. Er gebeuren uiteraard wel een aantal heftige dingen in dat boek, maar verder was het gewoon een beschrijvende roman die ik met heel veel moeite weg kon leggen. Dat had ik minder met ‘Het einde van de eenzaamheid’, maar voor een deel vond ik het wel een soortgelijk boek als ‘Een klein leven’. En zoals ik ‘Een klein leven’ toen echt heel erg aanraadde, dat doe ik nu dus ook met ‘Het einde van de eenzaamheid’.

En wat ik me nu dus afvraag: is er iemand die naar aanleiding van mijn lyrische logje over ‘Een klein leven’ dat boek ook echt is gaan lezen? En zo ja, wat vond jij er eigenlijk van?

Stoppen

In september 2009 zette De Student haar eerste schuchtere passen op het voetbalveld en nu, na acht seizoenen, hangt ze haar kicksen aan de wilgen. En hoe jammer ik dat ook vind, ik snap het ook wel want ze is druk. Druk met school, druk met vriendinnen, druk met de liefde en ook druk met werken. Werken kan ze in feite in schoolweken alleen op donderdagavond (de komende twee maanden ook niet omdat ze een korte stage loopt op donderdag en vrijdag) en dat zet weinig financiële zoden aan de dijk. Ze zou er echter iedere zaterdag zeer welkom zijn om te helpen, maar dat kon in verband met het voetbal niet.

Op dit moment voetbalt De Student in MO19 en volgend jaar zou ze naar de dames gaan. Bij de dames voetballen betekent op zondagochtend het veld op en zou dat bij thuiswedstrijden misschien nog wel te doen zijn, bij uitwedstrijden betekent het dat je best heel vroeg op moet. En dat vroege opstaan matcht dan weer niet echt met uitgaan.

De Student trapt een heel aardig balletje en is een van de besten van het team. Ze is al jaren aanvoerder en ruimt als stopper de boel -meestal- netjes op. Maar nu is het dus klaar. Sinds een half jaar gaat ze met een achternichtje één keer per week naar de fitnessschool en dat bevalt onder andere zo goed omdat ze dat niet op vaste tijden hoeft te doen. Dat was met het voetbal natuurlijk wel het geval: trainen op woensdag en een wedstrijd op zaterdag. Het is de bedoeling dat ze minstens twee keer in de week gaat sporten. Of dat één keer naar de fitness en een keer hardlopen is of twee keer fitnessen maakt me niet zoveel uit, maar ik vind het wel belangrijk dat ze in beweging blijft. Zeker gezien het feit dat ze astmatisch is en ‘sterke’ longen dan wel erg belangrijk zijn.

Ik zal het best missen, die zaterdagmiddagen langs de lijn om naar haar team te kijken. Gelukkig denkt De Scholier nog lang niet aan stoppen en die gaat, als het goed is, vanaf komend seizoen op groot veld spelen, dus dan worden die wedstrijden ook leuker om te bekijken.

Onder welke sport zat (zit) jij en hoeveel jaar deed (doe) je die? En als je niet meer sport, waarom besloot je om te stoppen?

Heimwee

Gisteren vertrok De Scholier op kamp. Zoals ieder jaar sluit groep acht de basisschoolperiode af met een kamp en dat is dit jaar niet anders (al valt het wel erg vroeg dit jaar). Anders dan De Student destijds ziet De Scholier als een berg op tegen het kamp. Zoals jullie weten heeft De Scholier het niet altijd gemakkelijk in de groep en dat maakt best begrijpelijk dat ze er niet heel veel zin in heeft.

Maar om het helemaal alleen aan de groep te wijten, dat klopt ook niet echt: vorige week immers was het voetbalkamp en daar wilde ze ook niet aan meedoen (net als vorig jaar). Ik denk dat de conclusie dus ook voor een deel kan zijn dat De Scholier gewoon last van heimwee heeft.

Van Dale omschrijft heimwee als ‘ziekelijk verlangen naar huis’ en ik denk dat dat wel een beetje klopt wat De Scholier betreft. Maar het verlangen begint al ver voordat ze moet gaan en dat is toch wel verrekte lastig want het kost haar veel kruim. Die vier dagen dat ze weg is, komt ze heus wel door. Hoop ik. Denk ik.

Gisteren heb ik haar uitgezwaaid en overmorgen komt ze alweer thuis. Omdat ik dan naar Noordwijk moet (nog een nawee van de Koningsspelen, hoe cool is dat dan wel niet, logje volgt ongetwijfeld?) heeft Mr. T. een halve dag vrij genomen om haar heel hartelijk welkom thuis te heten. Maar hoe leuk het in Noordwijk ook zal zijn, wat zal ik blij zijn als ik haar snoetje weer zie.

En jij: last van heimwee? Of je kinderen misschien? En wat valt er eigenlijk aan te doen?

Het labyrint en De blindganger

Ik vond het een vrij bizar boek dat ‘Het labyrint‘ van Sigge Eklund, dus eigenlijk weet ik niet eens wat ik van het boek moet vinden.

Vier volwassenen, één ontvoerd meisje. Maak kennis met Åsa, de wanhopige moeder die alles doet om haar verdwenen kind te vinden, en Martin, de overspelige echtgenoot, tevens hoofdverdachte. Voor collega Tom is Martin een held, hij doet alles om in diens gunst te komen. En hoe past Katja, de schoolverpleegkundige, in dit verhaal? Het labyrint is een puzzel vanuit vier perspectieven die stukje bij beetje onthult hoe het vier mensen vergaat uit de meest nabije omgeving van de grote afwezige in het verhaal: het spoorloos verdwenen meisje zelf.

Een boek met rare personages en bijzondere verstandhoudingen al trok het boek op de een of andere manier ook wel. En ik wilde natuurlijk ook weten hoe het boek uiteindelijk afloopt. Maar daar kan ik natuurlijk niets over schrijven want stel dat je besluit het boek toch te lezen, da kan ik dat hier moeilijk neerzetten. Laten we zeggen dat ik tegelijkertijd verrast én teleurgesteld was over het einde van dit boek.

Zo mogelijk nog bizarderder echter is ‘De blindganger‘ van Igor Znidarsic.

Op een dag verdwijnt Lodewijk de Graaf, CEO van De Graaf & De Jong Advocaten, spoorloos. Omdat er zeer sterke aanwijzingen zijn voor een misdaad, belandt de aak op het bureau van rechercheur Bianca Uithuizen van politie Oost-Nederland. Een slepend zakelijk conflict en de riante erfenis passeren als mogelijke motieven de revue, maar verdwijnen bij gebrek aan concrete aanwijzingen al snel in de prullenmand. Ondanks intensief onderzoek blijft de vermissing een raadsel. Bianca ziet zich genoodzaakt het dossier bij gebrek aan aanknopingspunten te sluiten. Net als ze de zaak begint te vergeten, wordt in een bos op de Veluwe vastgoedhandelaar Onno van Schijndel gevonden. Hij is levend gespietst aan een paal waarop hij tergend langzaam een onmenselijke dood is gestorven. Bianca en haar collega Joris van der Zand doen er alles aan om het raadsel tot op de bodem uit te zoeken, maar ook deze zaak lijkt onoplosbaar totdat tijdens de sloop van een oude boerderij onder vloer in een soort grafkelder het bijna vergane lijk van Lodewijk de Graaf wordt aangetroffen. Hij blijk enkele maanden daarvoor levend te zijn begraven …

Goed: bizar. Een ander woord kan ik er niet voor bedenken. En ook niet echt een boek dat je gelezen moet hebben. Als ik jou was zou ik er dus niet in beginnen.