23

Gisteren hadden Mr. T. en ik 23 jaar ‘verkering’. Dat vierden we afgelopen vrijdag door lekker samen uit te gaan eten. Dat was niet alleen lekker, maar ook best nodig. Af en toe is het allemaal zo druk dat we een beetje naast elkaar leven. Ik zit niet bepaald zo in elkaar om de dingen z’n beloop te laten en ik trek echt wel aan de bel als ik iets niet meer tof vind, Mr. T. heeft die neiging echter veel minder. Hij vindt het nogal snel goed allemaal. En is wat dat betreft ook wel een beetje gemakkelijk uitgevallen. Mooi dus deze q-time met een goed gesprek én lekker eten.

Gisteren draaide Mr. T. weer een bardienst en De Student vierde sinterklaas bij Haar Lief dus De Scholier en ik moesten ons samen vermaken. Dat deden we in de bioscoop. De Scholier en ik gingen samen naar ‘Wonder‘. Ik las een paar jaar geleden het boek en vond het prachtig en ontroerend. Dat het verfilmd was wist ik eerlijk gezegd niet totdat ik laatst een reclame zag. Die film moest ik zien en dat gebeurde dus gisteren. Wat een prachtige film. Echt, die moet je gaan zien.

Allemaal willen we de hemel

Ach lieve mensen, wat lees ik toch mooie boeken de laatste tijd. Heerlijk! ‘Allemaal willen we de hemel‘ van Els Beerten was ook weer zo’n boek.

Jef droomt ervan om een held te worden, liefst samen met zijn beste vriend Ward. Voor zijn zus Renée hoeft dat heldendom niet zo nodig. Zij heeft genoeg aan Ward, zijn hemelse saxofoonspel, en zijn fluwelen blik. Maar het is 1943. Midden in de oorlog. Aan het oostfront wordt een bikkelharde strijd gevoerd tegen de Russen. De Duitsers lijden er grote verliezen en hebben dringend dappere jongemannen nodig om hen bij te staan. Voor de jongens een gedroomde kans om held te worden. Voor volk en vaderland. Voor een betere wereld. Ward vertrekt liever vandaag dan morgen. Maar zo denkt lang niet iedereen er over.

Het boek schijnt eigenlijk een jeugdboek te zijn, maar in mijn ogen is het nog een best ingewikkeld boek. Zo is het, zeker in het begin, best heel lastig om te snappen welk personage het betreffende hoofdstuk ‘vertelt’. Beerten vertelt haar verhaal vanuit vier personages (Jef, Renée, Remi en Ward) en springt continu op en neer in de tijd. Haar manier van schrijven is echt heel mooi, weer zo typisch lieflijk Belgisch zou ik bijna willen zeggen zonder daarmee denigrerend over te willen komen. Ik vond de cadans in het boek gewoon echt heel erg tof.

Opnieuw een boek rondom de Tweede Wereldoorlog, maar nu vanuit Belgisch perspectief. Ik vond het interessant om te lezen hoe de indoctrinatie richting Jef en Ward gedaan wordt en bedacht me hoe raar het menselijk brein werkt. Renée worstelt met haar gevoelens voor Ward en de kleine Remi is letterlijk en figuurlijk de kleine Remi. Hem wordt niets verteld met als gevolg dat hij de raarste dingen gaat denken. Beerten heeft wat mij betreft in ieder geval een geweldig boek geschreven.

Wat wel een beetje balen was, was het feit dat er aan het eind van het boek ongeveer 12 hoofdstukken twee keer geplaatst zijn. En omdat het boek steeds zo’n sprongen in de tijd maakt, weet ik dus eigenlijk niet of onder die tweede keer dat die hoofdstukken geplaatst zijn andere hoofdstukken hadden moeten zitten. Ik denk het niet, want ik las het boek op een logische manier uit.

En dan vallen de ballen

Soms, soms is het even allemaal net te veel. Te veel gezeur, te veel gedoe, te veel gedachten, te veel je best doen, te veel druk, te veel zorgen, te veel alles. Een paar weken geleden was het al een keer te veel en afgelopen dinsdag was het ook weer te veel. Ik vind het heel vervelend dat dat beide keren dan ook nog bij mijn ouders gebeurde, maar daar kan ik nu niets meer aan doen.

Afgelopen dinsdag was de druppel -zoals zo vaak- een kleinigheidje: De Student vond dat ik niet goed/enthousiast genoeg reageerde op iets wat ze vertelde, dat ik boos en afkeurend keek en ze vond ook nog ik alles maar moet onthouden. En toen vielen de ballen. Ik voelde me zo verdrietig, zo te kort gedaan ook. Ik heb het zo ongelooflijk druk, mijn hersens staan nooit stil, ik probeer voor alles en iedereen het goede te doen en soms gaat het dan even niet meer. Ik heb het gezicht dat ik heb en mensen zeggen vaak dat dat niet al te vriendelijk kijkt. Maar ik zal er me moeten dealen, met dat gezicht. En dan het verwijt krijgen dat je afkeurend kijkt terwijl je je van geen kwaad bewust bent hakt er wel in.

Ik maak(te) me zorgen over hoeveel ik vergeet de laatste tijd maar inmiddels heb ik dat wel een beetje terzijde kunnen schuiven (verschijnsel overgang in combinatie met veel in mijn hoofd heb ik bedacht). Ik heb al jaren pijn. Dag in dag uit. En af en toe ga ik daarvoor naar de huisarts, maar die kan me niet helpen. Ik heb al zoveel verschillende therapieën en dingen geprobeerd, maar niets hielp/helpt.  Ik maak me zorgen om hoe het met mijn moeder gaat omdat zij grote zorgen heeft over een broer van haar en misschien vanaf vandaag ook nog om een zus die vanmiddag de uitslag van een onderzoek krijgt. Ik maak me nog met vrij grote regelmaat zorgen om De Scholier die het af en toe nog verdraaide lastig heeft en soms ook wel een beetje om De Student (al valt dat reuze mee).  En ik baal van de drukte en de trubbels (dat logje schreef ik ook al in november logje zie ik, zou het misschien aan de tijd van het jaar liggen?) en het feit dat Mr. T. en ik al 100.000 keer tegen de kinderen gezegd hebben dat ze gewoon hun tas op moeten ruimen en dat ze best een keer iets op mogen rapen als ze iets op de vloer zien liggen en dat ook die spullen op de trap het best leuk vinden om mee naar boven genomen te worden. En als De Student dan zegt dat het haar echt niet boeit hoe haar kamer erbij ligt dan zeg ik dát mij dat ook niet boeit, maar dat de woonkamer toch echt een ander verhaal is. En dat lijkt dan weer niet te landen. En alles in mij denkt dan ‘Mr. T. zeg jij nou ook ‘ns wat, laat mij niet altijd de hete kolen uit het vuur halen’, maar Mr. T. zwijgt meestal. En daar baal ik dan weer van. En pfffffft …

Wat de rol van de overgang in het geheel is weet ik niet. Ik ben (ik klop het even af) al weer een hele tijd verlost van de opvliegers en had ze dus niet eens heel lang en hoop oprecht dat ze weg blijven. En misschien ben ik me wel helemaal niet bewust van hoe ik ‘uiterlijk’ ben, maar ik heb toch echt het idee dat ik best gelijkmatig van humeur ben en eigenlijk veel lieverder dan pak ‘m beet 10 jaar geleden. Milder ook. Wat ook beaamd wordt door anderen, dus daar zit zeker een kern van waarheid in. En ik doe echt wel mijn best om mijn ‘opvliegendheid’ onder controle te houden. Juist omdat ik weet dat ik fel uit de hoek kan komen. Maar wat er binnenin allemaal gebeurt, ik heb geen idee wat de hormonen allemaal aan het doen zijn.

Wat me frustreert is de moeizame relatie die ik met mijn broer heb. Als je überhaupt al kunt spreken van een relatie. Er zijn zoveel dingen ongezegd en ik erger me aan behoorlijk wat dingen. Zijn totale gebrek aan inlevingsvermogen, zeker in de tijd voordat De Scholier geboren was, zijn opstelling in de voorbereidingen richting het feest van mijn ouders (sorry mam, maar ik voelde me zo niet fijn bij het feit dat hij steeds maar geen sjoege gaf als er iets moest gebeuren), het feit dat hij en ik in dezelfde vriendengroep zitten en dat hij bij geen enkele begrafenis/crematie aanwezig is de laatste tijd (en we hebben -helaas- van heel wat ouders van vrienden afscheid genomen in de laatste maanden), zijn verongelijkte ‘ze laten me allemaal zitten’ terwijl ik vind dat dat toch wel heel anders zit en zo zijn er nog wel meer dingen richting hem en mijn schoonzus waarover ik van alles vind maar die ik maar wegstop in verband met de lieve vrede.

En dan hebben we nog het gedoe op het werk dat maar niet over wil gaan en de negatieve spiraal waar we toch, ook al wil ik het niet, zitten.  Mijn twee collega’s zijn er echt helemaal klaar mee en ik snap hen helemaal, want zij zijn degenen die de uren van de vertrekkende secretaresse op moeten gaan vangen. Dat betekent dat ik uit de wind blijf wat dat betreft (ergens ook wel terecht denk ik omdat ik sowieso al met het minste uren de grootste kern draai) maar ik begrijp hun frustratie heel erg goed. De afgelopen jaren, gedurende dat hele fusietraject, hebben een zware wissel op me getrokken en het lijkt vooralsnog nog niet echt beter te worden. Terwijl het werk zelf echt zo gaaf is, daar haal ik zoveel voldoening uit. Gelukkig maar.

Mr. T. heeft gedoe met zijn voetbalteam en omdat De Scholier in zijn team zit heeft zij daar ook weer wel wat last van, want ze is ‘nu eenmaal de dochter van de leider’. En man, man, man wat een kinderachtige troela’s zitten er in het team. Zo flauw wat er gebeurt, maar het kost ook weer kruim en gedoe.

En toen vielen de ballen dus en moest ik huilen. Stil huilen. En het bleef lange tijd stil. Geen idee wat mijn ouders dachten, wat Mr. T. dacht, De Scholier en De Student. En ik huilde, stilletjes. En kreeg ook nog snot uit mijn neus. En ik was verdrietig, vooral verdrietig. Omdat ik zo mijn best deed en ik het verwijt van De Student zo onterecht vond. Het is heus niet zo dat jullie (en dan vooral jij Kier natuurlijk) je zorgen om mij moeten maken want ik heb een heel fijn leven. Ik ben keigelukkig met de meiden en met Mr. T., maar soms, soms verlang ik naar niets hoeven, geen rekening hoeven houden met, gewoon lekker zen zijn …

Gezien

Ik zag laatst twee cabaretiers waarvan de ene me wat teleurstelde en de andere me een geweldige avond bezorgde. Ook zag ik een zeer indrukwekkende film. Die film had ik te danken aan Liesbeth en ging over een gezamenlijke interesse.

Allereerst de eerste cabaretier: Braboneger. Zijn show zag ik al weer een paar weken geleden samen met Mr. T. De show zelf zit prima in elkaar hoor, daar valt niets van te zeggen, maar ik had hem op de een of andere manier wat scherper, ruwer verwacht en dat was dus helaas niet het geval. Maar verder heb ik me, al zittend op de eerste rij nog wel, prima vermaakt. 

De tweede cabaretier was René van Meurs en wow, gaf me die daar even een geweldige show! Echt heel erg grappig met een heel mooie rode lijn erin. Het was een try-out en juist omdat het een try-out was weet ik nog steeds niet zeker of de licht- en geluidstoring in de show nu wel of niet de bedoeling was. Als het niet de bedoeling was, dan heeft hij het perfect opgelost en als het wel de bedoeling was, dan is de zogenaamde storing echt geweldig verwerkt in de voorstelling. Als je de kans krijgt en je houdt van cabaret dan moet je echt naar een voorstelling van Van Meurs. Ook hier weer op de eerste rij, maar gelukkig geen onderdeel van de show geworden.

En wat ga ik dit jaar theater-/concerttechnisch nog allemaal zien?

  1. Van der Laan & Woe
  2. Marc-Marie Huijbregts
  3. Leon van der Zanden
  4. Frank Boeijen
  5. Depeche Mode
  6. Elbow

Drie keer cabaret dus en alle drie al vaker gezien en drie keer muziek. Frank Boeijen is wat mij betreft altijd top en dat geldt ook door Depeche Mode. Ik verheug me enorm op Elbow want ik vind die muziek echt geweldig. En mocht je denken ‘Elbow, who the fuck is Elbow?’, ik wed dat je dit nummer wel kent.

De DVD die ik van Liesbeth kreeg heet ‘Naked among wolves’ en gaat over concentratiekamp Buchenwald. De film gaat over een driejarig Joods jongetje dat, in een koffer, Buchenwald wordt binnengesmokkeld en wat dat teweeg brengt onder de gevangen. Het jongetje komt twee weken voor de bevrijding van het kamp in het kamp aan en er zijn een paar mannen die het jongetje uit willen leveren want zij horen de geruchten over de naderende bevrijding en willen dat -uiteraard- meemaken en niet op het laatste moment door een dergelijke risicovolle gebeurtenis het leven laten. Er zijn ook een aantal mannen die het jongetje willen verbergen want ‘als we de jongen niet redden, wat zijn we dan voor mensen …’. Het boek is -deels- gebaseerd op het verhaal van Stefan Jerzy Zweig. Ik vond het een heftige en indrukwekkende film die aan de ene kant het diepzwarte van de mens laat zien en aan de andere kant het goede van de mens.

Liesbeth, bedankt voor de DVD en omdat ik denk dat dit soort verhalen nooit vergeten mogen worden wil ik hem naar een volgende geïnteresseerde sturen. Wil je de film dus zien? Laat dat even weten in een reactie. Als er meer reacties zijn zal ik hem verloten.

54 Minuten & Wat ze achterliet

54 Minuten‘ is een mooi boek met een heftig thema.

10 :00: De directeur van Opportunity High School beëindigt haar toespraak en verwelkomt alle leerlingen voor het nieuwe semester.

10 :02: De leerlingen staan op om naar hun klassen te gaan.

10 :03: De auladeuren gaan niet open.

10 :05: Iemand begint te schieten.

Uiterst minutieus volgt 54 minuten vier jongeren tijdens een schietpartij op een middelbare school. Verteld vanuit verschillende perspectieven kom je achter de motieven van de schutter en word je als het ware de terreurdaad ingezogen.

In eerste instantie moet je heel even in het boek komen, maar al snel weet je wie wie is en ontdek je langzaam maar zeker hoe de verhoudingen zijn van de verschillende personages tot de schutter. Het is bizar hoe doorgedraaid deze is en wat hij voor verschrikkelijke ellende aanricht. En tegelijkertijd ligt er ergens ook wel een soort van begrip op de loer. Een beetje begrip …

Een mooie quote uit het boek vond ik deze van Fareed: je kunt je dierbaren niet altijd bij je houden. Je kunt niet altijd je hele leven op één plek blijven. Verandering hoort bij het leven. Maar zolang jij je herinneringen koestert en gaandeweg nieuwe maakt ben je altijd thuis, waar je ook bent.

Bijzonder trouwens dat de schrijfster van dit boek Nederlands is, haar boek in het Engels schreef en dat het later in het Nederlands vertaald is.

* * *

Het eerste boek van Ellen Marie Wiseman vond ik geweldig dus ik was erg benieuwd naar ‘Wat zij achterliet‘.

1929: de achttienjarige Clara ontmoet de Italiaanse immigrant Bruno en een vurige relatie ontbrandt. Als haar vader Clara en Bruno niet kan scheiden, laat hij Clara arresteren en naar een luxe krankzinnigengesticht brengen. Na de beurscrash gaat Clara naar een gigantische staatsinrichting zonder enige menselijkheid, waar ze wordt vergeten. Tot Clara een kind krijgt en Bruno probeert haar te bevrijden. 1995: de zeventienjarige Izzy leeft, sinds haar moeder haar vader doodschoot, in pleeggezinnen. Als ze helpt met een museumproject vindt ze Clara’s dagboek. Geïntrigeerd zoekt ze uit wat er met Clara is gebeurd, wat een ommekeer wordt in haar eigen leven.

Wiseman stelde me absoluut niet teleur. Ook dit boek is aangrijpend en mooi verteld. Het is bizar hoe het leven van Clara zich ontvouwt als zij, volkomen gezond van geest, in het gesticht opgenomen wordt en de behandelmethodes zijn er verschrikkelijk. Ik werd gegrepen door hoe haar leven zich vervolgens ontvouwt maar al te veel kan ik daar niet over vertellen hier, want dan zou ik teveel verklappen. De verhaallijn rondom Izzy is dan misschien wel wat minder aangrijpend en ook wel iets minder interessant, ook dat meisje is gevormd door een aantal bepalende gebeurtenissen in haar leven. Izzy is overigens niet klein te krijgen en dat vond ik wel heel erg fijn om te lezen.

Je zou eigenlijk allebei deze boeken moeten lezen, als je je maar aan een boek wilt wagen, dan moet het toch echt dat van Wiseman zijn.

Inlevingsvermogen

Ik vraag me echt af of kinderen nog opgevoed worden met een soort van ‘inlevingsvermogen richting anderen’ of ‘even nadenken voordat je handelt’. Ik waag het af en toe te betwijfelen en ik baal daarvan omdat door dat soort gedrag andere kinderen gekwetst kunnen worden. En ja, ik weet best dat af en toe gekwetst worden bij groter groeien hoort, maar soms zou ik gewoon willen dat het eens een tijdlang goed gaat zonder dat je ellenlange gesprekken voert met een verdrietige dochter die weer ‘ns een keer de deksel op haar neus krijgt.

Ik ben echt keitrots op hoe mijn dochters in elkaar zitten, maar soms denk ik wel ‘ns  ‘had ik ze maar wat harder gemaakt’, terwijl ik best weet dat ik dat helemaal niet tof zou vinden. Maar pfffft … De Student staat inmiddels gelukkig hartstikke stevig in haar schoenen. Ze is keilief voor anderen, maar laat ook niet meer het gras voor haar voeten wegmaaien. Ze is, kortom, een jonge zelfbewuste vrouw die stevig in het leven staat. Ze heeft nog steeds haar momenten van onzekerheid, maar gelukkig praat ze daar dan wel over. We voeren af en toe de fijnste gesprekken ever. Top!

Maar ach, dan hebben we natuurlijk nog De Scholier: een meisje met een hartje van goud, maar het is allemaal zo moeilijk voor haar. En ze wil er zo graag een keer echt bijhoren. En ze dácht dat ze erbij hoorde …

Er was eens een voetbalteam. In dat voetbalteam zitten een stuk of 15 meisjes. Een deel bestaat uit het oude team en de rest is nieuw. Er is best wat gedoe in het team omdat het onderling niet allemaal even goed akkedeert (zoals we dat hier zeggen, al begrijp ik dat het van oorsprong een Vlaams woord is). Een dikke maand geleden bedenkt één van de meisjes dat ze een sinterklaassurprise gaat organiseren met een aantal meisjes uit het team. Ze maakt een groepsapp aan en nodigt een stuk of 7 van de meisjes uit. Ook De Scholier ontvangt een uitnodiging. De reactie van De Scholier is tweeledig: ‘jeeee, wat fijn dat ik mee mag doen’ maar ook ‘dat kun je niet maken ten opzichte van de rest’. Zij meldt dat laatste ook in de groepsapp ‘het is eigenlijk niet leuk dat we de rest buitensluiten’ en stelt daarom voor ‘met het hele team iets te doen’. Dat laatste wordt radicaal door de anderen waarna De Scholier voorstelt de lootjes dan via lootjestrekken.nl te trekken en het er tijdens de trainingen niet (te veel) over te hebben. Ze krijgt vervolgens weer reacties als dat ‘ze best na de training lootjes kunnen trekken’ en ‘boeien, we doen het gewoon zo’. De Scholier geeft nog wat tegengas, maar legt zich er uiteindelijk ook bij neer. Ze is tenslotte veel te blij dat ze mee mag doen.

Ik mag van haar alle appjes lezen en ik ben trots op hoe ze redeneert en hoe ze reageert in de groepsapp. Ik vraag me nog even af of ik het er met de leiding over moet hebben, maar besluit om me nu eens een keer nergens mee te bemoeien. Dom wellicht maar ja. Het lootjestrekken na de training ontaardt in een drama. Huilende meisjes, verdrietige meisjes en verontwaardigde meisjes. En De Scholier helemaal van slag ‘ik had het toch gezegd mama, dat ze het niet moesten doen’ … Zij ziet het en snapt het. En ik zie het en snap het. Maar een heleboel kinderen zien het niet of willen het niet zien en willen het niet snappen.

Ik prijs me gelukkig met de openheid van mijn dochter en het feit dat ze zoveel thuis bespreekt want toen ik het naderhand met een andere moeder over het hele voorval had was die moeder niet eens op de hoogte van dat het gespeeld had. Soms denk ik dat ik teveel met de meiden bespreek, maar tegelijkertijd denk ik oprecht dat we er goed aan doen. Maar ja, wat is wijsheid. Ik weet het niet (meer). Inmiddels heeft de leiding van het team in teamverband met alle meisjes gesproken en is de sfeer binnen het team besproken en duidelijk gemaakt dat ze allemaal gezamenlijk (deels) verantwoordelijk zijn voor de sfeer. Uiteindelijk is dat hele surprisegedoe trouwens een stille dood gestorven. Dat vind ik dan ook weer bijzonder …

Er was eens eens schoolklas. De Scholier zit lekker in haar velletje waar het het voortgezet onderwijs betreft, maar het is allemaal nog hartstikke kwetsbaar. Hoe kwetsbaar, dat merkte ik afgelopen dinsdag toen ik, wat eerder thuiskwam van mijn werk en een hevig snikkende dochter aantref. Ach nee toch, wat is er aan de hand? In haar klas zitten 13 meisjes. Een van de meisjes heeft besloten om een surprise te organiseren. Ze nodigt 8 meisjes uit voor de surprise. De Scholier is er dit keer helaas niet bij. En ze is zo verdrietig, zo verdrietig.

En pffffft, ik weet het gewoon ook niet meer. Waarom nou toch? Wederom begrijp ik het niet. Net zoals het geval was met het voetbalteam snap ik niet dat kinderen zo in elkaar zitten. Zo weinig oog hebben voor anderen, voor hoe anderen zich kunnen voelen als zij zich buitengesloten voelen. Of dat gevoel nu wel of niet terecht is. En ik word er ook boos en verdrietig van. De Scholier vond (en vind) het gelukkig nog steeds heel tof op school, maar het doet wel wat met haar zelfvertrouwen. Weer is ze blijkbaar niet goed genoeg om mee te mogen doen. Dit keer laat ik het er niet bij zitten en sein ik de mentor in met het verzoek om het een en ander bespreekbaar te maken.

Ik vind echt dat je niet met iedereen vriendjes kan zijn en dat je dat ook niet moet willen. Dat zeg ik ook steeds tegen De Scholier. En ik vertel haar dat het prima is dat er dit soort initiatieven zijn en dat het nog vaak genoeg zo zal zijn dat ze ergens niet voor gevraagd zal worden en dat je ook niet altijd weet wat de reden van het ‘niet-vragen’ is (misschien mag het wel niet van de ouders of is er een andere praktische reden of misschien is het echt omdat ze jou niet leuk vinden en dat mag ook. Jij vindt tenslotte ook niet iedereen leuk. Toch?) en dat het ook heus wel ‘ns zo zal zijn dat zij anderen niet gaat vragen en alles wat ik haar al zo vaak heb uitgelegd vertel ik haar weer opnieuw en ik vertel haar dat ik trots op haar ben en heel, heel, heel veel van haar houd maar stiekem huil ik vanbinnen. Gewoon: omdat ik zo graag wil dat het ‘ns een keer soepel zou gaan. Want dat gun ik haar zo verschrikkelijk!

Kaduuk

Ach gossie, zie dat teiltje daar zielig staan te wezen. Zielig staan te wezen op de plek waar normaal gesproken onze vaatwasmachine staat. Want tja, die laatste, die is kaduuk. Al ruim een week. En dat is nie tof nie!

We hebben onze keuken zo’n 16 jaar geleden helemaal verbouwd en dat betekent dat alle apparatuur inmiddels ook zo oud is en zo langzaam maar zeker de geest geeft. Dat begon met de combi-magnetron die we dus vervangen hebben. En in dat logje schreef ik ook al over de kuren die de afwasmachine toen al vertoonde. Enfin: we hebben de boel nog ruim een jaar kunnen rekken tot het bittere einde dan toch kwam. De afwasmachinemonteurmeneer kwam vorige week naar de patiënt kijken, maar helaas, de patiënt kon ter plekke niet gemaakt worden. Dus hebben we nu een gat in de keuken.

En in dat gat staat nu een teiltje. Waar we allemaal braaf onze vuile vaat inzetten omdat ik er een enorme hekel aan heb dat dat allemaal op het aanrecht verzameld wordt. Want dat staat tenslotte zo rommelig nietwaar?

En we wassen nu braaf, 1, 2 of 3 keer per dag af …

Ik hoop dat de afwasmachine nog gerepareerd kan worden (tot op heden nog niets van de patiënt gehoord, al lijkt me dat niet heel vreemd. Ook nog niets van de monteur gehoord overigens.) en als dat niet het geval is, dan zal er toch een nieuwe moeten komen. Ik hoop wel dat het dan de komende tijd wel even klaar is met kapotgaande apparatuur.

Update: het bovenstaande schreef ik op 10-11 en op 13-11 kwam de afwasmachinemonteurmeneer een gefixte machine terugplaatsen. Hoera ende hoezee!!!

Welke huishoudelijk apparaat zou jij absoluut niet kunnen missen?

Pee

Nou, die hebben we er niet bepaald in. Verre van zelfs. De Student heeft namelijk haar propedeuse, beter bekend als Pee, gehaald! Hoera, hoera, hoera. Wat een opluchting bracht dat bericht bij De Student teweeg en dat gold uiteraard ook voor ons.

Het is potjeverdulleme ook balen hoor als je op 0,1 na net niet voldoende studiepunten haalt om je Pee te behalen. De herkansing was eind oktober en wat heeft ze geblokt. Echt dagen aan een stuk leren, leren, leren. Dus aan haar inzet lag het echt niet (de eerste keer overigens ook niet). Ze vond het tentamen ook nu weer erg moeilijk en had geen idee …

Afgelopen vrijdag kwam dan het verlossende bericht: gehaald! Twee van haar studievrienden moesten ook herkansen en haalden het helaas allebei niet. Ik geloof dat van de pak ‘m beet 150 studenten die in september 2016 begonnen zijn maar amper 40% uiteindelijk het eerste jaar met goed gevolg afgesloten heeft. En daar is De Student er dus één van. We zijn keitrots op haar!

Nu kan ze aan de slag met het zoeken van twee stages voor in het derde jaar. Iemand nog een kanjer nodig? Ze zoekt een stage op het gebied van het verpakken (van ontwerpen tot maken) van levensmiddelen en wil zich tegelijkertijd focussen op duurzaamheid. Ze zoekt zowel een stage voor het binnenland en een voor het buitenland.

Als we elkaar terugzien (lezen, lezen, lezen!)

Ik dacht, laat ik hierboven in de titel maar vast aangeven dat je het boek hieronder echt, echt, echt moet lezen. Want wat heb ik genoten van ‘Als we elkaar terugzien‘. Ik weet heus wel dat dat dit keer een prima vertaling is van de originele titel ‘When we meet again’, maar eerlijk gezegd word ik dan van de Engelse titel een beetje nostalgisch en van de Nederlandse titel vooral een beetje kriebelig maar dat geheel terzijde.  En ook de kaft van de Nederlandse versie slaat totaal nergens op, zeker niet in vergelijking met de originele, maar ook dat wederom geheel terzijde. Maar verder zal dit boek je, hopelijk, net zo betoveren als het mij deed. Wat een prachtig en indrukwekkend verhaal.

Columniste Emily denkt dat ze alles kwijt is: haar baan, haar familie en haar grote jeugdliefde. Dan ontvangt ze van een geheime afzender een prachtig, mysterieus schilderij: een portret van een vrouw, die ze direct herkent als een jonge versie van haar onlangs overleden grootmoeder. Er staat geen afzender bij, alleen een handgeschreven briefje met de boodschap: Hij bleef altijd van haar houden. Emily besluit op onderzoek uit te gaan. Wie heeft haar het schilderij gestuurd? Wie heeft het gemaakt? En kende de schilder haar oma? Ze komt op het spoor van dramatische gebeurtenissen in oorlogskampen waar Duitse krijgsgevangenen werkten voor Amerikaanse boeren, en soms verliefd werden op Amerikaanse vrouwen. Door wat ze ontdekt komen ook Emily’s eigen levensverhaal, de relatie met haar vader en hun pijnlijke geschiedenis in een ander licht te staan. Zal ze eindelijk de kracht vinden om de confrontatie met het verleden aan te gaan?

Het boek is prachtig, heeft twee heel mooie verhaallijnen en op een zeer mooie en indringende wijze vertelt Kirstin Harmel het verhaal van de hoofdpersonages. De verhaallijn vanaf 1943 is niet alleen mooi en aangrijpend, het verhaalt ook over dingen waarvan ik weinig wist (zoals het feit dat er vele Duitse krijgsgevangenen tijdens WOII in Amerika werkten) en behandelt ook nog de verschrikkelijke rassensegregatie in het zuiden van Amerika. Maar man, man, man, wat is het vooral een heel mooi deel dat prachtig en indrukwekkend de gevoelens en gedachten van Peter en Margaret weergeeft.

Ook het deel waarin Emily en een aantal mensen rondom haar de hoofdrol spelen is echt heel erg mooi gedaan. Emily is vaak gekwetst in haar leven en soms dacht ik ‘kom op meid, probeer te vergeven’, maar dat is voor haar erg moeilijk. En waarom dat dan is, moet je echt zelf even lezen.

Er staan werkelijk prachtige levenswijsheden in het boek en er staan geweldig mooie zinnen in die ik af en toe opnieuw las om ze maar goed te onthouden. Wel jammer, dat dat dan vaak toch niet echt beklijft. Eén quote van Ralph Waldo Emerson wil ik je echter niet onthouden ‘Jezelf zijn in een wereld die voortdurend probeert iets anders van je te maken is een geweldige prestatie’. Die Emerson speelt overigens sowieso een grote rol in het boek en ook dat heeft Harmel geweldig gedaan. Of wat te denken aan een zin in de trant van ‘als je je leven laat bepalen door het verleden, dan bind je je vast aan een versie van de wereld die niet meer bestaat’.

Net als het eerste boek dat ik Kirstin Harmel las heb ik opnieuw van dit boek genoten en ik hoop dat jij jezelf dat ook gunt. Want echt: dit boek is echt puur genieten!

 

Moeilijk

Laat allereerst heel, heel duidelijk zijn dat ik (seksueel of anderszins lichamelijk) ontoelaatbaar gedrag verwerp en dat ik vind dat mensen gewoon van elkaar af moeten blijven. Zeker als een van beide partijen dat duidelijk aangeeft. Laat dat heel erg duidelijk zijn.

Maar ik vind alles wat er gebeurt rondom #metoo wel heel erg veel eigenlijk. En ik vind het af en toe moeilijk om -wederom in mijn ogen- hoofd- en bijzaken te scheiden. Want wat de een als seksueel getint beschouwt, zal een ander zo niet oppakken. En dat hoeven dan niet per se mannen tegenover vrouwen te zijn die hier verschillend over denken. Ook vrouwen denken verschillend over wat wel of niet toelaatbaar is zo bleek uit een aantal gesprekken die ik er met collega’s, De Student en twee vriendinnen over voerde.

Ik vroeg aan De Student of ze ervaringen had met vervelende aanrakingen. ‘Ja, duh, natuurlijk’, was haar reactie. Ik stond even perplex en vroeg aan haar wat haar ervaringen dan waren. ‘Gelukkig’ ging het alleen over ‘in haar kont knijpen’ en op mijn vraag wat ze dan doet reageerde ze met ‘heel erg boos kijken’. En dat helpt altijd. Op mijn vraag of ze het vervelend vond haalde ze haar schouders op. Ik weet niet wat ik hier nu van moet denken. Als zij het niet erg vindt, of er zo laconiek onder reageert, moet ik dat dan niet ook doen? Hoe erg is ‘in je kont knijpen’? Ik weet het niet. Het hoort niet. Maar het gebeurde haar alleen tijdens het uitgaan en, zo zegt ze, dan is het toch niet zo erg? Uh okay, als jij het zegt. ‘Als het op school of op het werk zou gebeuren’ dan zou ze het heel anders oppakken gaf ze nog aan en dan zou ze er zeker iets van zeggen. Misschien niet meteen op dat moment, maar wel hier thuis of tegen Haar Lief. En dat vond ik vooral heel erg goed om te horen. En ik weet nog dat ik vroeger ook wel ‘ns in mijn kont geknepen werd. Maar echt heel veel schade heb ik daar niet van ondervonden om het zo maar ‘ns te zeggen. Maar goed, zo denk ik erover, een ander kan er heel anders over denken. En dat mag. Maar tegelijkertijd mis ik ook wel enige vorm van relativering. Terwijl ik tegelijkertijd ook meteen denk dat ik het niet voor andere bepaald. Moeilijk dus.

Wanneer gaat iets over een grens? Ik weet het oprecht niet. Misschien gaat iets de ene dag wel over de grens en de andere dag niet. Voor een deel ligt het er misschien zelfs aan hoe je zelf op dat moment in je vel zit. Het ene moment kan die ene opmerking bikkelhard aankomen terwijl dezelfde opmerking op een ander moment je volkomen koud laat. Kan het dan ook niet zo zijn met aanrakingen? Is er verschil tussen in een kont of in borsten knijpen? Het is echt heel stom, maar ergens zeg ik ja. In je kont lijkt mij toch minder erg, dan in je borsten. Maar waarom denk ik dat dan? Omdat in je kont waarschijnlijk van achteren gebeurt en dat andere van voren? Of zo? Ik heb echt geen idee. Moeilijk. Gaat mijn neef, die af en toe mijn nek masseert, een grens over? Wat mij betreft niet. Maar misschien zou hij dat wel doen als hij dit bij een collega zou doen? Is die arm om een collega slaan ontoelaatbaar gedrag? Soms wel, soms niet. Maar hoe weet je dat dan? En geldt dat dan alleen als het om twee verschillende seksen gaat, of ook bij man-man en vrouw-vrouw? Moeten we echt heel krampachtig omgaan met elkaar wel of niet aanraken? Moeilijk.

Maar er is natuurlijk een wereld van verschil tussen ‘in je kont geknepen worden’ en je macht misbruiken en anderen intimideren of tot seks te dwingen of andere nare dingen met hen uit te halen. Dat is hartstikke, verschrikkelijk fout en pervers. En het is goed dat er nu over gesproken wordt terwijl ik tegelijkertijd een beetje het idee heb dat het allemaal te ver gaat. Dat dit soort zaken niet via de media horen te worden gespeeld. Dat de daders zo openbaar aan de schandpaal genageld worden. En terwijl we weten dat hoge bomen veel wind vangen en dat hun carrières vaak over zijn na een dergelijke beschuldiging. En terwijl we weten dat er vrij regelmatig ook verhalen opduiken over valse aangiftes. En nogmaals: als iemand schuldig is, dan vind ik het volkomen terecht dat hij of zij verantwoording aflegt voor zijn/haar daden. Maar toch, toch heb ik hier moeite mee. Maar ik heb inmiddels bijna altijd moeite met dingen die in de media komen omdat ik de media maar eng vind.

Uiteraard heb ik veel bewondering voor de vrouwen en mannen die zich nu laten horen en ik hoop dat het heel snel zo is dat het taboe rondom seksueel misbruik verdwijnt en dat slachtoffers niet eerst jaren met hun trauma’s rondlopen voordat ze zich uitspreken. Dat er goede mogelijkheden komen om aangifte te doen en dat de slachtoffer goed geholpen worden. Maar meer nog hoop ik dat de daders eindelijk eens zullen snappen dat het zo niet hoort. Dat ze met hun tengels van anderen af horen te blijven. Ongeacht hun positie, ongeacht dat korte rokje dat dat leuke meisje aanheeft, ondanks de macht die ze over die ander hebben. Dat hoop ik. Maar ik denk dat dat een utopie zal zijn.


Zoals wel vaker met dit soort complexe zaken is het weer een behoorlijk warrig logje geworden. Het is dus, nogmaals, oprecht niet mijn bedoeling om mensen te kwetsen met het bovenstaande. Echt: als je slachtoffer bent dan hoop ik dat je hulp krijgt, dat er mensen om je heen zijn die je troosten en altijd naar je luisteren, dat je je vertrouwen in anderen weer terugvindt en dat de dader zijn/haar straf niet ontloopt. Ik probeerde met dit logje vooral mijn eigen gedachten wat op een rijtje te krijgen en ik moet bekennen: dat lukte me nauwelijks.

Hoe ervaar jij deze hele actualiteit?

Schone Slaapsters

Geweldig genoten van wederom een dikke pil van Stephen King. Hij schreef ‘Schone Slaapsters‘ overigens samen met zijn zoon Owen.

Over de hele wereld gebeurt er iets vreemds als vrouwen in slaap vallen; ze worden langzaam omhuld met een coconachtig weefsel – en ze worden niet meer wakker. Maar als het weefsel dat hun lichaam omhult wordt aangeraakt of aangetast, worden de vrouwen agressief en enorm gewelddadig. In het Amerikaanse stadje Dooling verspreidt het virus zich vanuit de vrouwengevangenis en gaat het over op alle gevangenen, met uitzondering van één. Er doen al snel verhalen de ronde over deze Evie: is ze een medische rariteit of het kwaad dat het virus veroorzaakt? De achtergebleven mannen in het stadje, overgelaten aan hun primaire instincten, raken slaags met elkaar terwijl de sheriff van Dooling, Lila Norcross, vecht om wakker te blijven. Ondertussen ontwaken de vrouwen die in slaap zijn gevallen in een compleet nieuwe wereld…

Ik ben helemaal niet van de horror, maar een vleugje fantasy in boeken vind ik echt heel erg tof en King beheerst dat genre natuurlijk als geen ander. Een van zijn allerbeste boeken vind ik ‘De Beproeving’, maar ook andere boeken waar ik al een aantal logjes aan wijdde smaken naar meer.

Ook het uitgangspunt van ‘Schone Slaapsters’ spreekt tot de verbeelding. Wat gebeurt er met de maatschappij als alle vrouwen langzaam maar zeker in slaap vallen. Nou dat is over het algemeen niet best. Ik mag wat dat betreft hopen dat vader en zoon King vooral voor hun boek de boel zo uit de hand laten lopen en dat de realiteit anders zou zijn mocht dit ooit, ooit, ooit in het eggie gebeuren. Er zijn best wel wat kanttekeningen te geven op het verloop van het boek (en ook het einde is uiteindelijk toch snel bereikt) maar die hebben mij totaal niet gestoord. Ook alle korte zijweggetjes die de auteurs nemen om personages sprekender te maken vond ik erg goed geslaagd. Kortom: ik heb genoten van dit boek.

Wat denk jij dat er met de wereld gebeurt als alle vrouwen zomaar ineens in slaap vallen en niet meer wakker worden?