Toen ik acht jaar oud was, ging ik onderduiken. Ik nam afscheid van mijn vader en moeder en dacht dat het maar een paar weken zou zijn. Maar het duurde en duurde maar, er kwam geen eind aan en ik heb hen nooit meer gezien. Mijn vader was Charles de Jong. Hij stierf in Auschwitz en hij was zevenendertig. Mijn moeder was Catharine Spiero en ze stierf samen met haar moeder, Sara Verveer. Mijn moeder was negenentwintig en mijn … mijn oma was zesenvijftig.
De ouders van mijn vader waren David de Jong, hij werd achtenvijftig en stierf samen met zijn vrouw, Hesseline Lion, en zij werd zevenenvijftig. Mijn vader had één zus. Zij werd negenendertig en stierf op dezelfde dag als haar kinderen: Serina Mozes en David Mozes. Serina was mijn lievelingsnichtje en zij werd vijftien en David was maar drie maanden ouder dan ik. Ik speelde altijd met hem en hij werd negen. En ze zijn allemaal in Auschwitz gestorven.
Hun vader stierf in Sobibor. Hij werd vierenveertig. De broer van mijn moeder werd vierenveertig en stierf in Auschwitz. Een andere broer was tweeëndertig en hij stierf in Midden-Europa. En zijn vrouw was zesendertig en stierf in Auschwitz. En hun kinderen … en hun kinderen, Nico en Robbie, stierven toen ze vier en drie jaar waren en de oudste werd … leefde … na de oorlog, maar hij heeft zichzelf opgehangen na de oorlog.
En dan was er ook nog een zus van mijn moeder en zij werd zevenentwintig en stierf in Auschwitz. En ik wil jullie dit vertellen. En ik heb hen de rest van mijn leven gemist.
Een passage uit het boek ‘Ver-geet-mij-niet‘ van Bart van Es. Een passage die gelezen en gezien moet worden vind ik, vandaar dat ik dit logje ermee begin.
Oxford-hoogleraar Bart van Es verliet Nederland jaren geleden, maar één verhaal uit zijn kindertijd verliet hem nooit: het verhaal van het jonge Joodse meisje Lientje dat door zijn grootouders verborgen werd gehouden voor de nazi’s. Ze voedden het meisje op als hun eigen dochter, maar decennia na de oorlog werd het contact plots verbroken. Wat is Lientjes verhaal? En wat veroorzaakte die diepe breuk?
Op een dag besluit Van Es Lientje op te zoeken. Ze is inmiddels in de tachtig en woont in Amsterdam. Er ontstaat een bijzondere vriendschap tussen hen, ook al brengen Liens verhalen verschrikkelijke gebeurtenissen aan het licht.
‘Ver-geet-mij-niet is een verhaal over tegenstrijdigheden – over grote moed en vrijgevigheid, maar ook over verkeerde intenties en diepe wonden. Over hoe onze pijnlijkste ervaringen ons vormen en hoe we daarmee in het reine kunnen komen, zelfs een mensenleven later.’
Ik vond dit een bijzonder ontroerend en een ‘de ogen openend’ boek moet ik zeggen. Want het laat vooral ook zien hoe ontheemd Lien (en dus ongetwijfeld heel veel onderduikkinderen) zich voelde na de oorlog. Hoe ze moest leren leven zonder haar familie, hoe er veel niet besproken en uitgesproken werd, hoe dat verwijdering creëerde en onbegrip veroorzaakte. Ik was onthutst om te lezen hoe men na de oorlog met de Joodse overlevenden omging, hoe de Rijkscommissie voor Oorlogspleegkinderen OPK opereerde in geval van Joodse kinderen die tijdens de oorlog ondergedoken hadden gezeten en van wie de ouders de oorlog overleefd hadden, ik had nog nooit gehoord van Le-Ezrath Ha-Jeled die de strijd aanging met de OPK. Bizar om zoiets te lezen.
Lien verblijft tijdens de oorlog op meerdere adressen, op één adres wordt ze gebruikt als sloof en ook aan seksueel misbruik ontkomt ze niet. Na de oorlog wil ze terug naar de familie Van Es maar in eerste instantie zeggen zij ‘nee’, dankzij Took Heroma mag ze uiteindelijk toch naar het gezin Van Es. Het oorspronkelijke ‘nee’, het niet gewenst zijn heeft echter -opnieuw- littekens veroorzaak bij Lien. Niet gewenst zijn, geen bodem hebben, nergens bijhoren, geen zekerheid hebben: het vormt Lien en maakt haar het leven moeilijk. Ze trouwt, krijgt kinderen en kleinkinderen, maar het verleden verwerkt ze niet. Uiteindelijk doet ze zelfs een zelfmoordpoging. Het is onthutsend om over haar leven te lezen. Lien en Bart spraken zelf over hun boek bij Pauw. Dat fragment is hier te zien. Gelukkig gaat het dan goed met haar. Eindelijk.
Uiteindelijk wordt het contact tussen Lien en de familie Van Es verbroken. De auteur schrijft daarover de volgende zin: Het is zoiets onnozels, een ruzie over een verjaardagsfeestje, vergeleken met een geschiedenis die hen samenbracht tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog. En dat is denk ik ook zo, maar mensen zijn nu eenmaal mensen met al hun onzekerheden, angsten, boosheid, frustraties en twijfels. Het feit dat er zo lang dingen niet uitgesproken werden, kan niet anders (denk ik) dan een escalatie veroorzaken. Maar wat jammer, wat jammer toch. Ik had Lien zo graag een fijn leven en gewenst gevoel gegund.
Er staan veel foto’s in het boek. En ook brieven en versjes uit het poëziealbum van Lien. Het maakt het boek levendig en nog realistischer. Het boek geeft ook een heleboel informatie over hoe bepaalde zaken destijds gingen en is wat dat betreft ook nog ‘ns heel interessant.
Op pagina 11 staat onderstaande foto die in de jaren 30 in Scheveningen gemaakt is:

Het is verschrikkelijk om vervolgens op bladzijde 214 te lezen dat van deze groep mensen (waaronder de ouders van Lien, twee tantes en een oom) maar één iemand (het meisje met de bal) de Tweede Wereldoorlog overleefd heeft. Wat een opgave moet dat zijn, met zo’n verdriet je leven verder te moeten leven.
Ach, ik weet helemaal niet of jij dit logje helemaal leest (ik hoop het) en ik weet dat ik ook wel heel erg vaak over de Tweede Wereldoorlog schrijf en misschien ben je dat wel beu. Maar jemig, het mag gewoon niet vergeten worden! Nooit! Als alle ontevreden en verongelijkte mensen op de wereld zich ‘ns wat beter verdiepen in de gebeurtenissen van toen, zouden ze dan niet misschien beseffen dat we het gewoon heel goed hebben nu? Dat we wat liever voor elkaar moeten zijn? Dat we niets hebben aan elkaar veroordelen en verrot schelden? Dat we moeten ophouden met elkaar in hokjes te stoppen en te praten over wij en zij, dat we …, dat we … Tja …
Het boek leest gemakkelijk, is soms best wel wat saai (ja, saai, zelfs in deze context), maar het is echt de moeite waard om het te lezen. Het zet alles in perspectief. Alles! Doen hoor!