Granaatappel

Saar zei ooit ‘ns tegen mij dat ze de pitjes van granaatappel zo lekker vindt. Dus ik dacht pas ‘laat ik er maar ‘ns een keer een kopen’. Dus tja, toen lag die granaatappel een tijdje te liggen en ik dacht: het moet er nu toch van komen. Operatie granaatappel dus.

Wat ziet zo’n vrucht er van binnen interessant uit. Moeder natuur weet toch maar mooie dingen te creëren.

Ik vond de ‘bloederigheid’ van het bevrijden van de vruchtjes nog best meevallen. Maar het lospulken/friemelen van de pitjes dat kostte verdullemes veel tijd.

Uiteindelijk had ik vier mooie fruithapjes voor Mr. T., Ova, Saar en mezelf klaar. En lekker dat het was!

Eet jij ooit granaatappel?

De familie Wachtman & De verborgen kinderen

Christiaan Alberdingk Thijm schreef met ‘De familie Wachtman‘ een aansprekend boek rondom een actueel thema.

Philip Wachtman in de problemen wanneer hij door een uitspraak van de rechter zijn geheim prijs moet geven: hij heeft 411 nakomelingen. De wetenschappelijke carrière van Philip Wachtman zit in een dip. Zijn promotieonderzoek over de anonimiteit van de spermadonor is overbodig geworden en hij dreigt gepasseerd te worden voor een benoeming tot hoogleraar. Hoe anders vergaat het zijn vriendin, de succesvolle stemactrice Freya de Koning. Als stem van het populaire kindpersonage Felicity bevindt zij zich op het hoogtepunt van haar roem. Maar er is een groot gemis. Freya is op haar negenendertigste nog kinderloos. Het ligt aan Philip, denkt Freya. Maar Philip weet dat hij niet de oorzaak kan zijn. Wachtman heeft naar schatting 411 nakomelingen; het gevolg van bovenmatig praktijkonderzoek bij de spermabank van zijn vriend, dokter Dumortier. Door een uitspraak van de rechter dreigt Wachtman zijn geheim prijs te moeten geven. Achtervolgd door zijn verleden en door een studente die zegt dat ze zijn dochter is, moet hij op zoek naar zichzelf. Gaandeweg komt hij tot de conclusie dat hij niet is wie hij dacht te zijn.

Wat een heerlijk boek is dit. Een prachtige schrijfstijl, een sympathiek en tegelijk onsympathiek personage, bijzondere gebeurtenissen, mooie zinnen (Een zin als: “Een mens komt niet altijd aan op zijn bestemming, maar je bestemming is altijd waar je bent gekomen.” bijvoorbeeld is toch om te smullen.) De hoofdstukken met Wachtman worden in de derde persoon verteld, die met Freya in de ik-persoon. Dat maakt het afstandelijke van Wachtman ook nog ‘ns extra duidelijk. Het boek is af en toe behoorlijk bizar, maar dat maakt het nog leukerder. Kortom: lezen dit boek.

Het tweede boek in dit blogje vond ik ook GEWELDIG. Wat een mooi, aangrijpend en ontroerend boek is ‘De verborgen kinderen‘ van Elizabeth Byler Younts.

Elizabeth Byler Younts schetst in ‘De verborgen kinderen’ een aangrijpend beeld van de psychiatrie in Pennsylvania, 1937. De veertienjarige Brighton kent alleen het leven binnen de grauwe muren van gesticht Riverside. Hier wordt ze opgevoed en onderwezen door verpleegster Joann. Brighton weet niet dat Joann geheimen bewaart die een sleutel vormen tot haar verborgen verleden. Een verleden dat Brighton vasthoudt in het sombere Riverside. Brightons enige vriend en lotgenoot is de albinojongen Angel. Samen besluiten ze te ontsnappen. Maar weglopen is één ding, voorbereid zijn op de buitenwereld is iets heel anders. Zonder geboorteakte en geld zijn ze overgeleverd aan de genade van vreemdelingen, die niet altijd het beste met hen voor hebben… ‘De verborgen kinderen’ is een hartverscheurende historische roman over de kracht van vriendschap en de schoonheid die schuilt in de grote en bedreigende buitenwereld.

Oh, hoe er vroeger met psychiatrisch patiënten omgegaan werd. Verschrikkelijk gewoon. De hardheid in het huis, het platspuiten van patiënten, gedwongen sterilisaties en lobotomieën die uitgevoerd werden. En in die wereld groeien Brighton en Angel op. Als ze uiteindelijk ontsnappen weten ze helemaal niets over hoe ze zich moeten redden in de buitenwereld. Helemaal niets. Ze weten niet hoe je met de trein reist, kennen de waarde van geld niet, weten niet hoe je een hamburger bestelt … helemaal niets. Echt een heel bijzonder boek.

Dus sorry lieve lezer: ik zadel je weer op met twee boeken op jouw leeslijst. Welk boek zou jij het eerst gaan lezen?

3×5 = 15

Gossie, mijn 15de blogverjaardag vandaag. A long, long time ago plaatste ik mijn allereerste blogje en sindsdien volgden er velen.

Af en toe twijfel ik wel over of ik door moet gaan, maar steeds geven de leuke en positieve dingen van het bloggen de doorslag. En ik vind het nog steeds heel erg tof om al mijn schrijfsels terug te lezen of om iets op te zoeken.

De laatste keer dat ik ontlurkte (wat betekent dat je je lezers die nooit of zelden reageren vraagt om voor één keer (en liefst stiekem ook wel vaker) te reageren door op z’n minst te laten weten dát ze meelezen en wellicht dat ze dan ook nog even aangeven hoe lang ze al meelezen of iets anders van zichzelf vertellen of wat dan ook) is inmiddels ook al weer drie jaar geleden. Dus: lieve mensen die vaak meelezen maar zelden of nooit reageren: grijp je kans en reageer!

En pak een appelflap of zijn gezonde(re) neefje of nichtje.

Tweede corona’verjaardag’

Vandaag vier ik mijn 51ste verjaardag. Of nou ja, vieren, dat zal hem ook dit jaar niet echt worden. Vorig jaar zag ik Sarah en die verjaardag ging logischerwijs niet door. Ik vond dat eerlijk gezegd toch wel heel erg jammer. Maar ja, we waren toen vooral bezig met het overlijden van mijn schoonvader. Corona speelde mee natuurlijk, maar meer op de achtergrond. We hadden immers andere zorgen. Drie dagen eerder overleed mijn schoonvader en op de 26ste zouden we hem gaan begraven.

Mijn schoonvader en ik deelden ook jarenlang dezelfde verjaardag. Twee jaar geleden vierden we nog dat we samen 145 werden. Ook daaraan is een eind gekomen. Ik moet zeggen dat ik, toen ik alweer ruim 26 jaar geleden in de familie kwam, niet verwacht had dat wij nog zo lang onze verjaardagen samen zouden kunnen vieren. Maar dat werd, gelukkig, wel realiteit. Stiekem ben ik wel een beetje bang dat vanaf nu mijn verjaardag altijd een klein rouwrandje zal hebben.

Wie had ooit kunnen vermoeden dat ook mijn 51ste verjaardag nog in het teken van corona zou staan. Geen bezoek, geen feest, niks, nada, niente. Of nou ja, natuurlijk wel iets. Een klein beetje.

Zo ga ik vanmiddag bij mijn ouders tosti’s eten. Mr. T. en Ova zijn werken, Saar is op school en ik werk (oh joy) thuis. Dus die break bij mijn ouders is van harte welkom.

En vanavond laten wij de lekkerste spare ribs ter wereld bezorgen die we met z’n vijfjes (want uiteraard is ook Ova Haar Lief van de partij) zullen nuttigen. Maar ja, dat is het dan wel zo’n beetje. Niet leuk. Ik houd namelijk van verjaardagen vieren. En nou maar hopen dat ik mijn 52ste verjaardag wel kan vieren. Dat heb ik verdiend, vind ik.

25 maart 1923 – 22 maart 2020

Op zondag 22 maart 2020 overleed mijn schoonvader aan corona. In de dagen daarvoor bevonden we ons in een bizarre rollercoaster: mijn schoonvader zo ziek, regels vanuit het verzorgingshuis, thuis in quarantaine, hoop en vrees, verdriet en herinneringen ophalen, onzekerheid en dan het einde … 

Mr. T. en zijn zussen zorgden tot 22 maart ruim een week lang 24/7 intensief voor hun vader. Eigenlijk mocht dat niet (meer) want de verzorgingstehuizen gingen op slot. Wat een geluk (raar om over geluk te spreken eigenlijk) was het dat ze alle drie al een paar dagen totaal onbeschermd bij hun vader geweest waren en voor hem gezorgd hadden. Het was voor hen een vanzelfsprekendheid: wij zorgen voor papa. De verzorging kan alles aan ons overlaten: wij zorgen voor papa. En dat deden ze. Ik vind dat zo ongelooflijk knap.

Op 19 maart 2020 ging ik met de meiden naar het verzorgingstehuis. We hebben het geluk dat de kamer van mijn schoonvader op de begane grond is waardoor dit mogelijk is (we mogen immers niet naar binnen), we kunnen via het slaapkamerraam zijn kamer inkijken. Hij ligt, helaas, met zijn rug naar ons toe. Maar hij hoort ons wel. Nog zie ik zijn arm langzaam naar boven komen, hij wuift zwakjes en zegt ‘tot weerziens’. Zijn vaste groet. Mr. T. staat binnen bij zijn vader en kijkt naar mij … drie dagen later sterft mijn schoonvader. Het protocol treedt in werking. 

Het afscheid was vreemd. Mijn schoonvader is ruim twee dagen ‘weg’ geweest. Pas op dinsdagavond mochten we in het rouwcentrum gaan kijken. De dag erna mocht hij, gelukkig toch nog, naar zijn geliefde buurtschap. Vanaf daar ging zijn laatste reis naar de begraafplaats, naar zijn vrouw.

In plaats van een bidprentje schreven de kinderen een uitgebreide rouwkaart met zijn levensverhaal. Foto’s en een kaarsje complementeerden de kaart. Er mogen maximaal 30 mensen naar de kerk komen. Mensen die niet bij de uitvaart konden zijn konden de livestream volgen en dan het kaarsje branden.

De uitvaart op de 26ste maart was raar en onwerkelijk. Groepjes mensen die bij elkaar staan, geen armen om andere schouders, geen knuffels. Alleen je eigen bubbel. In de grote kerk 28 mensen, in groepjes, apart zittend verspreid over de voorste banken … En toch was het goed in die kerk.

Op het kerkhof was het anders: je staat onwennig te staan, wat nu? En dan allemaal apart naar huis. Unheimisch en verdrietig. Een van onze neven zei later dat hij nu pas zag hoe belangrijk koffietafels zijn: ze bieden ruimte voor het delen van verdriet en herinneringen. 

In haar boek ‘De kracht van samen’ heeft Hella van der Wijst op een heel mooie manier geschreven over deze gebeurtenissen. Ik las het verhaal gisteren nog een keer en het raakt me steeds weer. Hoe Mr. T. en zijn zussen opgroeien en hoe zorgen voor elkaar vanzelfsprekend werd. Hoe ze die zorg jarenlang gaven aan hun moeder en daarna aan zijn vader. 

We zijn een jaar verder. Normaliter worden er in de katholieke kerk maandelijkse gedachtenissen gehouden voor overledenen. We hebben dat niet gedaan voor mijn schoonvader. Gisteren echter was het jaargetijde voor mijn schoonvader. Daarna bezochten we het kerkhof. Een van mijn zwagers had een mooi bloemstuk gemaakt dat we op het graf van mijn schoonouders plaatsten. Aansluitend hebben we, sorry weer een coronaovertreding, mijn schoonzussen en hun partners hier voor de lunch uitgenodigd (uiteraard zaten we op gepaste afstand van elkaar door een vergrote tafel). Sinds augustus waren we niet meer met z’n zessen bij elkaar geweest dus het mocht wel een keer vonden we. We vierden een klein beetje mijn aanstaande verjaardag die ik altijd zal blijven delen met mijn schoonvader …

De Dienst

Zo hé, dat was een gave podcastserie over de AIVD. Met ‘De Dienst‘ laten zij Nederland mennismaken een fictieve case. Eigenlijk is die case niet eens zo interessant (vind ik dan), het zijn vooral de verschillende medewerkers die aan het woord komen die het een heel fijne podcast maken. En een erg informatieve ook nog. Met heel fijne stemmen ook nog. Kortom: een genot om naar te luisteren.

Door het fictieve verhaal te volgen hoor je stapje voor stapje wat de AIVD allemaal doet, wanneer men wat doet en wat men allemaal wel mag (en vooral ook niet mag: de regels zijn erg strikt).

De publieke opinie kan (is) vaak erg tegen de overheid zijn, en met name de woordvoerder vind ik bijzonder treffend dingen verwoorden. Wat quotes:

De AIVD zit tussen James Bond en Das Leben der Anderen in. En afhankelijk van de casus waarin je zit vinden mensen ons heel erg gaaf of heel erg eng. Ertussenin zit niet zo heel veel. Mijn collega’s werken dus bij een organisatie die continu in dat spectrum beweegt. Waarbij de sympathie niet altijd groot is, terwijl de inzet wel heel groot is.

Een woordvoerder kan niet alles vertellen. De meest spannende dingen kan ik niet vertellen, de dingen die duiden en wellicht begrip opleveren kan ik niet vertellen.

De meeste successen, de dingen waar we tros op zijn die we kunnen, die we weten, die zo belangrijk zijn voor dit land, daar kunnen we niets over zeggen. Dat is soms echt heel frustrerend.

Het is best ingewikkeld als mensen in de buitenwereld dingen zeggen over dat ze met ons zouden samenwerken: ik kan niet zeggen dat het niet zo is, maar ik kan ook niet zeggen dat het wél zo is. Veel mensen zeggen dat ze in contact met AIVD staan, dat is bijna altijd niet waar. Maar dat kunnen wij niet zeggen.

Journalistieke aandacht voor ons werk is heel goed, een van onze taken als AIVD is het beschermen van de democratische rechtsorde. Dat doen wij op onze manier.

Interesse van de journalistiek in wat we doen en hoe we het doen is heel goed. Maar we kunnen niets vertellen. Soms overtreft de werkelijkheid fictie.

Ik vertel heel graag over mijn werk maar kan dat normaliter niet. Deze podcast geeft me de gelegenheid om te laten zien wat we in deze organisatie doen. welke rollen mensen hebben.

Ik ben ervan overtuigd dat er mensen zullen zijn die, mochten ze de podcast luisteren, alles weg zullen wuiven als niet waar en bullshit. De complotmensen zeg maar. Maar wow, wat worden ook juist deze mensen enorm beschermd mochten ze in het vizier van de AIVD komen. Want jemig, wat moet de AIVD aan veel regels voldoen. Terecht natuurlijk, maar soms ook wel heel erg lastig lijkt me. Alles moet verantwoord worden en juridisch in orde zijn. Het lijkt af en toe dat de privacy van kwaadwillenden boven de veiligheid van de bevolking gaat. Het is een telkens terugkerend dilemma. Ik vind de vragen die Liesbeth Rasker daarover stelt en de opmerkingen die ze erover maakt echt heel erg to the point en ik zou eigenlijk precies hetzelfde willen weten.

Ik zou nog heel veel over deze podcast kunnen vertellen want hij was echt interessant maar roept ook nog zoveel gevoelens en gedachten op. Er zit niets anders voor je op: luisteren!

Wat populisten willen en wat wij niet moeten doen

Wat een goed artikel weer van Chris Klomp. Neem de tijd om het te lezen zou ik zeggen! En ja, het is een lang artikel, maar het is zo verrekte interessant wat Klomp schrijft.

Tegelijk ben ik bang dat de mensen die het artikel écht zouden moeten lezen dat niet doen omdat het hen niet past …

Oh en ja, vergeet vandaag niet te stemmen!

Populisme is giftige snack

De verkiezingen staan weer voor de deur en wat de uitkomst ook zal zijn, het populisme heeft zich definitief gevestigd in Nederland. Terwijl half Nederland valt over de laakbare capriolen van kat-in-nood Thierry Baudet, wordt de al even populistische PVV waarschijnlijk de tweede partij van Nederland. We zijn verslaafd geraakt aan dat wat uiteindelijk slecht is voor ons allemaal.

Het populisme zit wereldwijd in de lift omdat het meteen bevrediging geeft voor onze individuele boosheid, onvrede en onmacht. Simpele ‘oplossingen’ voor complexe problematiek. Niet meer zorgvuldig nadenken en afwegen, geen ruimte voor oprechte twijfel, maar een eenvoudige en snelle ‘oplossing’ voor dat wat ons bezighoudt. Het ‘wonderdoekje’ van de politiek. Verleiding als wapen.

Uitwassen

In de afgelopen week vielen mij twee uitwassen van het populisme op. Ten eerste was daar lijsttrekker en partijhopper Joost Eerdmans, die in een debat met Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren een vliegtaks afwees. Een extra belasting op vliegen om het milieu te ontlasten.

Eerdmans kwam niet meteen met een stevig doortimmerd verhaal over we hoe de dreigende klimaatcrisis dan wel effectief aan kunnen pakken, maar ging op het korte termijngevoel van een deel van de bevolking zitten. Hij was namelijk van mening dat je ‘burgers’ die één keer per jaar naar Spanje op vakantie willen, niet op kan zadelen met een paar tientjes extra kosten.
Laat dat eens op u inwerken.

We staan volgens wetenschappers aan de vooravond van een enorme klimaatcrisis, die het leven op delen van onze planeet zelfs praktisch onmogelijk kan maken (met een vluchtelingenstroom tot gevolg), en de leider van een politieke partij maakt zich zorgen over een meerprijs van enkele tientjes voor een korte hedonistische vakantie.

Korte termijn

Dat is populisme. Louter kijken naar de korte termijn, naar het kleine ongemak van de burger. Naar de instant bevrediging van de eigen hedonistische wensen op dat moment. Fuck de lange termijn, fuck de ander, fuck problemen die inspanning en een zekere mate van opoffering vergen. Lang leve het ik.

Feitelijk is het vergelijkbaar met de voortdurende opstelling van Forum voor Democratie. Een partij die doodleuk maar helemaal ontkent dat de mens onderdeel is van de klimaatcrisis en mordicus tegen de tijdelijke coronamaatregelen is omdat de heilige vrijheid van mensen kennelijk boven de volksgezondheid én de gehele zorgsector gaat. Het recht om te knuffelen en na 21.00 uur over straat te lopen versus ziekte, mogelijk overlijden en een vastlopende zorg (met nog meer doden tot gevolg).

Tsjechië

Het tweede wat mij afgelopen week opviel was een reportage uit Tsjechië. Een land dat inmiddels de coronabrandhaard is van Europa, met een vier tot vijf keer hogere besmettingsgraad dan elders en een snel oplopend dodental, nu al 23.000 doden op 10 miljoen inwoners.

Uit de reportage bleek dat politici daar lange tijd grote moeite hebben gehad met het opleggen van strenge coronamaatregelen, omdat dit nu eenmaal slecht valt bij de burgers. Het bracht een wanhopige arts tot het terechte standpunt dat de overheid niet moet luisteren naar de wil van het volk, maar naar de mening van de experts.
En dat is eigenlijk precies wat populisme is. Politici die menen te weten wat de wil van een volk is en daar onverkort beleid op wensen te maken. Of het nu verstandig is of niet. U vraagt, wij draaien. Dat klinkt natuurlijk democratisch, maar is het beslist niet.

Volkswil

Ten eerste omdat de wil van een volk helemaal niet te meten is, het is altijd slechts de tijdelijke mening van een deel van de mensen en dan ook nog eens van een luid roeptoeterend deel. Ten tweede omdat in een moderne democratie de wil van de meerderheid niet de absolute norm is (omdat een minderheid dan nooit rechten zal hebben), ten derde omdat de meeste landen in de wereld een indirecte democratie hebben (politici die de burger vertegenwoordigen) en ten vierde omdat de ‘wil van het volk’ heel sympathiek klinkt, maar weinig waard is als de mening van die groep tot stand komt op basis van nepnieuws, framing en leugens.

Dat laatste is misschien wel het meest zorgelijke en storende aan populisme en feitelijk een directe aanval op wat een volwassen democratie zou moeten zijn. De leugen als motivator, het willens en wetens misleiden van de kiezer tot het maken van een ook voor hen verkeerde keuze.

Griepje

Als je bijvoorbeeld net als Baudet werkelijk denkt dat het coronavirus maar een ‘seizoensgriepje’ is en louter een groepje kwetsbaren treft, dan kun je als kiezer prima kenbaar maken dat coronamaatregelen volstrekt onnodig zijn. Probleem is dat je dat dus wel denkt op basis van een aantoonbaar verkeerde veronderstelling. De vraag dient zich dan aan wat de waarde is van de wil van een deel van de bevolking als die heilige wil aantoonbaar wordt bepaald door evident foutieve informatie.

Het is als de jonge drankrijder die een ernstig ongeluk veroorzaakt, maar tegenover de rechter stellig beweert dat dranklimieten in het verkeer onzinnig zijn omdat hij naar eigen zeggen na zes biertjes nog veilig kan rijden. Je eigen beperkte inschattingsvermogen, onkunde en onwetendheid als norm der dingen.

Plichten

Een echte democratie kent rechten, maar ook plichten. De plicht bijvoorbeeld om je als kiezer op de hoogte te stellen van de ware aard van problemen. Als je die niet goed op je netvlies hebt staan, dan kun je bezwijken onder de verleiding van politici die de waarheid niet dienen.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gegeven dat de PVV het tbs-systeem af wil schaffen omdat het een gevaarlijk systeem zou zijn. Eenieder die wel op zoek zou gaan naar de werkelijkheid, zou al snel kunnen ontdekken dat het systeem niet perfect is, maar juist wel levens weet te redden. Het alternatief, een kale celstraf voor gestoorde daders, zorgt namelijk juist op termijn voor meer gevaar en weer meer slachtoffers.
Een politicus die dat gegeven bewust negeert, speelt met de veiligheid van burgers. Een gevaarlijk spel voor extra zetels in de kamer. Populair willen zijn ten koste van de veiligheid van de burgers waar je nu juist voor op stelt te komen.

Egoïsme

Populisme drijft op door onverantwoorde politici aangejaagde en in stand gehouden onwetendheid én het egoïsme van een groep kiezers. Op de instant bevrediging van de eigen persoonlijk wensen ten koste van het collectief. Hypocrisie en tegenstrijdigheid zijn daarbij vaste onderdelen. Het is heel hard schreeuwen dat de zorgcapaciteit onmiddellijk omhoog moet, maar tegelijkertijd roepen dat de zorgpremie nooit mag stijgen omdat ‘hardwerkende burgers’ dat niet kunnen betalen.

Populisme werkt verslavend omdat het zo sterk appelleert aan ons eigen egoïsme. Dat wat wij zelf op dat moment persoonlijk willen en eisen tegenover dat wat voor veel meer mensen op termijn goed uit zal pakken. Het is bovendien gemakkelijk scoren. Niemand wil extra kosten, dus is het erg goedkoop om te stellen dat klimaatmaatregelen te duur zijn. Het levert applaus op, maar geen oplossing.

Huishoudboekje

Als populist weet je dat veel mensen niet veel verder zullen kijken dan hun eigen huishoudboekje. Je weet dat velen niet op zoek gaan naar de harde waarheid dat klimaatmaatregelen met het verstrijken van nutteloze jaren alleen maar duurder uit zullen pakken.

Het is beslissen om een dijk niet te verzwaren en te verhogen in de knagende wetenschap dat een eenmaal weggespoelde dijk veel meer geld gaat kosten om te vervangen. Nog los van de persoonlijke schade. Of eigenlijk: gewoon ontkennen dat een dijk versterkt moet worden omdat het wel mee zal vallen met die verhoging van het waterpeil. Wegkijken 2.0

Snack

Het hele systeem van het populisme werkt omdat best veel mensen akelig vaak zullen kiezen voor de eigen wensen en behoeften op korte termijn. Zoals velen kiezen voor een snack of ongezond eten omdat dit meteen bevrediging geeft en goedkoop is. De effecten op de langere termijn zijn voor later, na ons de zondvloed.

Mensen zijn er nu eenmaal slecht in om keuzes te maken die pas veel later een positief effect zullen hebben. Zoals verstokte rokers niet zullen stoppen, ook al weten ze dat de kans erg groot is dat ze er vroegtijdig aan zullen overlijden. Zo werkt het helaas met klimaatproblemen ook. Als je het ziet, ben je te laat.

Definitie

Er zijn veel definities in omloop over het populisme. Zoals deze: ‘een populist is sterk in het gebruiken van alledaagse taal, kan complexe zaken begrijpelijk vereenvoudigen en komt de gewone man en vrouw tegemoet in zijn/haar politieke programma’.

Eigenlijk zegt deze definitie alles. Het gaat om het vereenvoudigen van complexe zaken. Dat klinkt best redelijk, maar is een groot probleem. Complexe zaken zijn niet voor niets complex. Een maatschappelijk probleem is vaak zo ingewikkeld omdat veel factoren meespelen die je niet alleen moet doorgronden en uitleggen, maar waar je ook nog apart beleid op moet maken. Doe je dat niet, dan zul je nooit tot een echte oplossing komen.

Slecht

Zo is misdaad zelden het gevolg van het gedrag van een slecht mens. In de aanloop naar strafbaar gedrag speelt een veelheid aan omstandigheden mee: opvoeding, kansen, scholing, netwerk, ontwikkeling, beïnvloeding, psychische klachten, verslaving en ga zo maar door.
Een populist zal het worst zijn. Het is immers veel makkelijker om te stellen dat een individuele crimineel slecht is en dus onverkort kaal opgeborgen moet worden. Klaar. Wat er na zijn of haar vrijlating zal en kan gebeuren, is kennelijk niet van waarde. Dat er alweer een nieuwe lading boefjes in de rij staat omdat je de nog steeds bestaande voorwaarden voor een crimineel bestaan volkomen hebt genegeerd, is niet interessant voor de populist.

Het gaat immers niet om een goede oplossing, maar om het tegemoetkomen van de ongeïnformeerde en boze burger. Een snelle oplossing waarbij willens en weten weg wordt gekeken van de dramatische gevolgen later. Instant bevrediging.
Een echte politicus met oog voor een oplossing zal proberen om alle facetten aan te pakken. Om herhaling te voorkomen. En zal daar vervolgens onverkort de populist weer tegenover zich treffen. Want extra scholing of ondersteuning voor een crimineel is natuurlijk weer koren op de molen van de boze kiezer. Die kijkt niet naar wat op de lange termijn mogelijk kan werken, maar wat nu tegemoetkomt aan het eigen urgente gevoel van vergelding.

Rancuneleer

Met die conclusie zijn we gekomen aan een belangrijk onderdeel van het populisme: de rancuneleer. Echte populisten (links of rechts) zetten zich af tegen de elite. De zittende macht. En dat doen ze niet voor niets. Ze weten namelijk dat een deel van de kiezers niet tevreden is over hun eigen leven. Soms is dat daadwerkelijk (deels) de schuld van slecht beleid (te ver doorgevoerd kapitalisme bijvoorbeeld), maar vaak is het ook een optelsom van eigen fouten en falen. Van gemiste kansen.

Net als bij complotdenkers is het externaliseren van eigen falen een vast onderdeel van boze kiezers. Het is immers makkelijker om de ander luidkeels de schuld te geven van fouten, dan om zelf in de spiegel te kijken en eigen verantwoordelijkheid te nemen.

Weerstand

Weerstand tegen de ander en rancune met betrekking tot de ander behoren standaard tot het populisme. Het is eigenlijk een ongewenst uitvloeisel van het gelijkheidsideaal dat in onze samenleving is gekomen door de Verlichting. Het populisme drijft op het idee dat iedere burger (mits hier geboren..) gelijk is en dus ook dezelfde welvaart en welzijn op kan eisen. Een mooi idee, maar in de praktijk natuurlijk nooit te realiseren.
We zijn niet gelijk als het aankomt op kansen. Mensen hebben verschillende capaciteiten en vaardigheden en beginnen bovendien vanuit een ander startpunt. Het maakt nogal verschil of je met een beperkt IQ in een achterstandsbuurt opgroeit met één ouder die totaal geen interesse in je heeft of met een hoog IQ in een welvarende buurt met ambitieuze ouders die je (ook geldelijk) ondersteunen.

Verzilveren

Deze dynamiek zorgt van nature voor ongelijkheid en uiteindelijk dus onvrede. Het is aan de politiek om iets te doen aan het kleiner maken van die ongelijkheid, maar het populisme is naar aard helemaal niet gebaat bij oplossingen. Het populisme heeft misstanden en ongelijkheid heel hard nodig om populair te kunnen blijven. Om de heersende onvrede uit te vergroten en te verzilveren en de kiezers bewust op te hitsen tegen de zittende macht.

Ook dat is het gevaar van populisme. Een echte populist gedijt alleen bij boze en ontevreden kiezers en heeft dus ook geen belang bij mensen die tevreden zijn met oplossingen die aantoonbaar werken. De haat en de rancune zijn essentieel om zelf relevant te blijven.
Het is de dwingende reden voor populisten om een vijandbeeld in stand te houden of desnoods zelf te bedenken. Wij tegen zij. De burger tegen de pers. De autochtoon tegen vluchtelingen. De zich achtergesteld voelende provinciaal tegen de witte wijn sippende Randstedeling.
Het zoeken naar werkbare oplossingen en verbinding gaat immers alleen maar ten koste van het eigen bestaansrecht en de eigen zucht naar macht.

Stemmen

Persoonlijk snap ik best waarom sommige mensen op een populist stemmen. Zeker als je door de bomen het bos niet meer ziet, je levensomstandigheden niet best zijn en een je een hekel hebt gekregen aan maatregelen die je op dit moment tijdelijk belemmeren in je leven en werk.

De vraag is echter wat je er mee opschiet. De extremen in de politiek hebben er een handje van om geen verantwoordelijkheid te nemen als het er echt om gaat. Baudet (FvD) ziet zichzelf consequent als slachtoffer van alles en iedereen en verzet zich als gevolg daarvan ook tegen alles en iedereen. Geert Wilders (PVV) komt iedere verkiezingen weer met nieuwe bizarre en ongrondwettelijke standpunten, waarvan hij weet dat de traditionele politieke partijen er nooit mee in zullen gaan.

Reservebank

Het is alsof je vlak voor iedere belangrijke voetbalwedstrijd de trainer en je medespelers bewust in het gezicht slaat, om daarna maar weer eens mokkend en mopperend op de reservebank plaats te nemen.
Een stem op een populist is een stem op de zijlijn. Op de kantlijn van de politiek. Woedend buiten de lijnen roepen dat het allemaal anders moet. Feitelijk consequent afhankelijk van wat andere partijen beslissen en doen.

Het is nutteloos ageren tijdens vermoeiende achterhoedegevechten; de kansloze strijd tegen een samenleving die al onomkeerbaar aan het veranderen is. Of het nu om Zwarte Piet gaat, de noodzaak om met open grenzen Europees samen te werken of de onvermijdelijke invloed van andere culturen die we ooit zelf uitnodigden om ons zware werk te doen.
Wie altijd maar aan de zijlijn staat, zal nooit echt mee kunnen doen en alleen maar kwader worden.

En dat is precies wat populisten willen dat u doet.

Eén jaar

Dit weekend een jaar geleden werd mijn schoonvader ernstig ziek. Volgende week een jaar geleden stierf hij. Het is gewoon al een jaar geleden! Als ik terugkijk is, vind ik, het jaar toch voorbijgevlogen. En wat een jaar was het … Een jaar vol van contrasten, een jaar waarin de mensheid zich van zijn beste én van zijn slechtste kant liet zien. Een jaar van hoop en vertrouwen maar ook een jaar van onenigheid en spanningen.

Voor het werk ben ik druk met het ‘herdenken’ van één jaar corona. Dat woord plaats ik bewust tussen aanhalingstekens want ik vind het niet echt passen om iets te herdenken als je er nog middenin zit. Daarbij vind ik ook dat herdenken bij 4 en 5 mei en de bevrijding in september hoort.

Ik denk wel dat we iets heel passends gaan doen en het mooie vind ik dat het iets blijvends wordt dat zo lang als nodig, of gewenst, is uitgebreid kan worden. Voor één jaar corona ben ik informatie aan het verzamelen geweest. Ik wist dat het heftig was in onze gemeente, maar als ik wat cijfers naast elkaar leg, dan zie ik dat er in maart/april 2020 een oversterfte was van bijna 250 mensen. Nou kun je zeggen dat dat op een inwoneraantal van 80.000 nog niet eens 0,5% en dus niet veel is, maar dat is het dus wel. Dat is heel veel. En stel je ‘ns voor: 250 mensen met gezinsleden en familieleden en vrienden en kennissen. In onze gemeente kende bijna iedereen wel iemand (of meerdere personen) die overleden waren aan corona of die (ernstig) ziek waren. Er zijn ook gezinnen die drie overlijdens hebben (moeten) doorstaan. Of mijn vriendin: allebei haar ouders. In ons dorp in amper 6 weken tijd 13 mensen overleden … en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dát is corona. Iedere wappie of ontkenner is van harte welkom hier om even met mij of willekeurig welke dorpsgenoot te komen praten.

Waren al die overleden mensen dan dat zogenaamde ‘dor hout’ waar over gesproken wordt? De meesten waren inderdaad al op leeftijd, maar niet iedereen en zeker niet de ernstig ziekten die er gelukkig wel doorheen kwamen maar die nu nog revalideren of restverschijnselen hebben. Maar wie bepaald of iemand ‘dor hout’ is? En is het niet juist een teken van beschaving dat je goed voor alle mensen die bij die maatschappij horen zorgt? Ongeacht leeftijd, ongeacht geloof, geslacht, 100% gezond of beperkt door een geestelijke of lichamelijke beperking? Is dát niet juist een teken van beschaving?

En ja, natuurlijk is het verschrikkelijk voor alle culturele instellingen, voor de horeca, voor zzp’ers, voor andere bedrijven en alle anderen die getroffen worden door corona. Gelukkig zijn er regelingen. Opmerkingen als ‘dat die niet toereikend zijn’ die snap ik (soms) best, maar ik kan er ook niet zoveel mee. Voor zover ik weet is ons land toch een van de landen die het meeste geld pompt in alle sectoren die getroffen zijn. (Regelingen waar overigens ook weer op grote wijze misbruik van gemaakt wordt, maar dat terzijde.) En mocht het dan nog steeds moeilijk zijn ga tijdelijk elders aan de slag. Zoals bijvoorbeeld mijn vriendin van mij die haar eigen reisbureau(tje) had en die nu al weer geruime tijd bijspringt bij de GGD. Waar een wil is is een weg. Toch?

Al die boze mensen steeds, daar word ik dan weer boos van. En verdrietig. Want ondanks alle restricties en ondanks al het ‘gewiebel’ van het kabinet hebben we het nog steeds hartstikke goed. Toch? De meesten van ons zeker. En ja, ik baal ook van al de maatregelen en ja, ik baal er ook van als ik de meiden weer moet teleurstellen en ja, ik wil ook weer een keer naar het theater, naar het restaurant en naar de stad en ja, ja, ja ik wil ook weer gewoon naar het werk … Maar dat kan niet. Nog niet. En ja, dat vaccineren gaat me niet snel genoeg, maar jemig wat voor nut heeft het om daar eindeloos op te wijzen. Het geeft alleen maar meer weerstand.

Ben ik een schaap? Een klakkeloze volger? Maakt het uit wat ik ben? Nee toch? En als ik dan iets ben, dan graag zo’n zachte stem want dat past mij het beste.

Mmmm, ik merk dat ik weer ‘ns in herhaling val. Al probeer ik er niet al te veel over te bloggen, soms ontkom je er niet aan.

Want waar ik het eigenlijk over wilde hebben is het feit dat het al bijna een jaar geleden is dat mijn schoonvader overleed. Mr. T. is erg bezig met alles wat er een jaar geleden gebeurd is, hij is een beetje zoekende en stillekes. Hij herdenkt momenteel. En dat is goed. Na dit jaar zal het beter gaan. In alle opzichten. Daar ben ik van overtuigd.

Moederland

Zoals je inmiddels wel weet ben ik helemaal into de podcast momenteel. En af en toe luister ik afleveringen van ‘Lezen in het donker‘ waarin met auteurs gesproken wordt over hun werk(en). Zo luisterde ik vrij recent de aflevering met Inge de Bever over ‘Moederland‘. Ik vond het verhaal van De Bever dermate interessant dat ik besloot het boek te kopen en dat boek las ik laatst uit.

Een Nederlandse studente trouwt in 1980 met een Turk en komt daardoor in aanraking met een haar onbekende cultuur, taal en samenleving. Wat betekent dat voor haar leven? Hoe verovert ze een plek binnen haar schoonfamilie, hoe ervaart ze het reilen en zeilen van alledag in Turkije? Wat valt haar op, wat maakt ze mee, en hoe verandert dat in de loop van vier decennia? Een rode draad in ‘Moederland’ is de relatie tussen de hoofdpersoon en haar Turkse schoonmoeder. Hoewel de verschillen aanvankelijk groot lijken, blijken er gaandeweg toch veel overeenkomsten te zijn tussen deze vrouwenlevens. Vanuit het gedeelde besef dat vrouwen overal te maken krijgen met dezelfde dilemma’s maken argwaan en behoedzaamheid plaats voor waardering en solidariteit. In de autobiografische roman ‘Moederland’ laat Inge de Bever een huwelijk en een leven zien in twee landen en culturen. Een rijk boek, waarin het vreemde vertrouwd wordt en uiteindelijk heel herkenbaar blijkt te zijn. In een prachtige stijl, vaak humoristisch, soms ontroerend, komen grote levensthema’s bijna terloops voorbij.

Ik vond dit werkelijk een prachtig boek. Gemakkelijk lezend, vol humor en interessante weetjes. Regelmatig groot drama maar ook de nodige zelfspot. Ook haar zorgen om (ver)harde(nde) oordelen over buitenlanders komen aan bod. Het was ook heel erg interessant om te lezen over de verhouding tussen Inge en haar schoonmoeder en hoe er wederzijdse meer en meer begrip ontstaat.

Een aanrader. Juist omdat het uit het leven gegrepen is.

Rose eten

Gisteren aten we rose eten! En lekker dat het was. Ik vond het recept op eatertainment.nl en heb er wel een aantal dingen in aangepast.

Ingrediënten voor 4 personen:

  • 500 gram voorgekookte rode bieten
  • 500 gram voorgekookte aardappelschijfjes
  • 2 eieren
  • 200 gram crème fraîche
  • sap van 1 limoen (in het recept staat citroen, maar ik had nog een limoen liggen)
  • peper (in het recept staat ook nog zout, maar ik kook zelden met zout)
  • 1 prei
  • 12 dadels
  • 200 gram witte kaas (in het recept staat geitenkaas, maar daar houd ik niet van. In plaats van feta kocht ik, soort van per ongeluk, witte kaas.)
  • 50 gram walnoten (in het recept staat hazelnoten, maar ik heb een enorme zak met walnoten liggen dus die mochten meedoen).
  • 40 gr broodkruimels/panko (ik gebruikte gewoon paneermeel)

En hoe maak je dit werkelijk zalige gerecht?

Ovenschaal invetten en gekookte rode bietjes in schijfjes snijden en op de bodem leggen.

De aardappelschijfjes op de bietjes leggen.

Crème fraîche, eieren, limoensap en peper mixen. Schenk het over de aardappelschijfjes en bietjes.

Prei in halve ringen snijden en daar weer overheen.

Dadels en kaas in stukjes snijden en die over de prei verdelen.

Walnoten en paneermeel daar weer overheen.

In een voorverwarmde oven op 210°C gedurende een half uur.

In het recept staat 25 minuten op 200°C maar wij hebben een verschrikkelijke oven die met vrij grote regelmaat niet doet wat we van hem (ik denk dat een oven mannelijk is) verwachten. En dan nog zijn met name de aardappelschijfjes nog niet echt goed warm.

Maar enfin: als het klaar is heb je gewoon een heerlijk bordje eten met roze saus! Mooi aan dit gerecht is dat je echt heel veel verschillende smaken proeft. Een aanrader dus.

En dat ook nog even in ‘de nationale week zonder vlees‘. Ik ben, zeer tot frustratie van mijn dochters, van mening dat je, als je vegetarisch wilt eten dan ook zonder vleesvervangers kookt. Ha, dat vinden zij niet echt, maar  hé, zolang ik de baas ben in de keuken. Laatst hadden wij per ongeluk een vegetarische rookworst van Unox in huis en echt, ik zeg het niet snel, maar wat was dat ongelooflijk vies. Als dat dan een vleesvervanger is, geef mijn portie dan maar heel snel aan Fikkie. Al denk ik dat Fikkie hier ook niet mee blij mee zou zijn.

Ook eerder kookte ik al wel een enkel gerecht met vleesvervangers, maar ik vind er eerlijk niets maar dan ook niets aan. Dus als ik vegetarisch kook, dan is het ook ‘echt’ vegetarisch.

Gebruik jij vleesvervangers? En ben je daar tevreden over?

Gewoon. Bloot

Ik moet zeggen dat de hele commotie rondom het programma ‘Gewoon. Bloot‘ eigenlijk langs me heen is gegaan. Totdat ik onderstaande column las.

En daar heb ik dan weer wel een mening over. Want al die meningen altijd maar weer, daar word ik nou zo ongelooflijk moe van. En het seksualiseren van ‘bloot’ daar heb ik ook wel een mening over. Waarschijnlijk kunnen jullie die wel raden.

Wat ik van het programma vind, dat weet ik niet want ik heb net nog niet gezien en ga het ook niet kijken. Ik denk eigenlijk dat ik het wel prima vind. Als je het interessant vindt, kijk het dan vooral. En als je het niet interessant vindt of je gaat je er enorm, ontiegelijk, verschrikkelijk over opwinden, kijk het dan vooral niet. En laat het daar dan bij. Toch?

Wat vind jij?

En boek nummer vijf

In het logje van gisteren had ik ook ‘De bergen zingen‘ van Nguyễn Phan Quế Mai op kunnen nemen, maar dat zou aan dit boek geen recht doen. Sommige boeken verdienen immers een eigen plekje nietwaar?

Het meeslepende verhaal van de familie Tran. Een levendig portret van vier generaties in Vietnam in de twintigste eeuw. De jonge Huong groeit op tijdens de oorlog in Vietnam. Haar ouders en ooms hebben zich aangemeld bij het leger en vertrekken via de Ho Chi Minh-route om te vechten tegen het Amerikaanse leger. Huong blijft met haar oma achter in Hanoi. Het dagelijks leven is moeilijk, maar haar oma, geboren in 1920, vertelt Huong haar eigen levensverhaal. Over de Franse bezetting van Vietnam, de Japanse invasie, haar leven op de boerderij en hoe ze die met haar zes kinderen gedwongen moest verlaten door de landbouwhervormingen.

Samen vormen de verhalen een ontroerend, persoonlijk portret van het leven in Vietnam tijdens de twintigste eeuw, dat verhaalt over de vier generaties van deze familie, en over hoe ieder lid gevormd is door de geschiedenis van Vietnam.

Tja, wat kan ik ervan zeggen? Gewoon lezen. Het is een ontroerend mooi maar tegelijkertijd ook regelmatig bikkelhard boek waarin we de familie Tran volgen gedurende een groot deel van de twintigste eeuw.

4 op een rij

Ik frommel weer even vier boeken in een blogje. Want anders schiet het niet op met al die boeken die ik lees.

Allereerst is daar ‘De schaduw van mijn moeder‘ van Nikola Scott.

Hoe ontdek je de waarheid over het verleden als de enige persoon die erbij was niet meer leeft? 1958. De jonge Elizabeth wordt naar het landgoed van de rijke familie Shaw gestuurd, zodat ze de laatste dagen van haar zieke moeder niet hoeft mee te maken. Daar wordt ze verliefd, zonder iemand in de buurt om haar te waarschuwen voor haar naïviteit. Tientallen jaren later denkt Addie dat ze, ondanks hun moeizame relatie, alles weet over haar recent overleden moeder Elizabeth. Wanneer er een vreemde vrouw voor de deur staat die beweert dat ze Addie’s zus is, is ze verbijsterd. Is Addie’s hele leven dan één grote leugen? Addie moet zien te achterhalen wat er tijdens die ene zomer is gebeurd, die zonovergoten zomer waar haar moeder nooit over sprak, en de nacht die het leven van een jong meisje voor altijd veranderde.

Lekker leesvoer wat mij betreft. Maar niet een boek dat echt blijft hangen of waar je nog ‘ns aan terugdenkt. Het is natuurlijk wel bizar hoe men, nog niet eens zo lang geleden, met ongetrouwde zwangere vrouwen omging.

 * * *

Van Ellen Marie Wiseman las ik al eerder boeken dus ik was erg benieuwd naar ‘De wezenmoeder‘. Ook het feit dat dit boek over de Spaanse griep gaat maakt het natuurlijk een boek dat (helaas) past bij deze tijd.

Philadelphia van 1918. De Spaanse Griep verspreidt zich in een razend tempo door de stad. Vooral in de achterbuurten waar veel immigrantengezinnen wonen, is het besmettingsrisico hoog. In een van de vele benauwde appartementen moet de dertienjarige Duitse Pia Lange na de dood van haar moeder in haar eentje voor haar twee babybroertjes zorgen. Als het eten op raakt, is ze gedwongen om hen alleen thuis achter te laten om op zoek te gaan naar voedsel in de afgesloten stad. Maar ook Pia blijkt besmet met het virus. Onderweg valt ze flauw, om pas dagen later wakker te worden in het ziekenhuis.

Bernice Groves is in diepe rouw gedompeld na het overlijden van haar zoontje, en vervuld met verbittering: vanwege de immigranten die elkaar verdrongen bij het ziekenhuis, kon haar zoontje niet geholpen worden. Als ze Pia haar huis ziet verlaten, besluit ze impulsief om de jongetjes mee te nemen. Zo begint een sinistere missie: Bernice steelt steeds meer kinderen van immigrantengezinnen. Ze brengt ze onder bij Amerikaanse gezinnen die een kindje hebben verloren, zodat de kinderen zullen opgroeien als “echte Amerikanen’.

Als Pia eindelijk terugkomt in het appartement, ontdekt ze dat haar broertjes verdwenen zijn. Een jarenlange zoektocht begint. Zal Pia haar broertjes ooit nog terugzien?

Met dit boek las ik nu vier boeken van Wiseman: twee (1 en 2) ervan vond ik geweldig, het derde mwah en dit is, helaas ook een mwah-boek. Ik vond het allemaal nogal onwaarschijnlijk en het boek was ook wel in heel simpele stijl geschreven. Jammer dus.

 * * *

En dan stap ik over op twee boeken van Nederlandse schrijvers. Allereerst is daar ‘Ze was 16‘ van Marlies Allewijn.

De zestienjarige Janna uit Zeeland moet in het voorjaar van 1944 plotseling gaan werken voor de Duitse militairen die in haar dorp zijn gestationeerd. En dat naast het huishouden en de zorg voor haar ouders. Als haar vrienden haar vragen ‘een klusje op te knappen’, zit Janna gevangen tussen twee uitersten: blijft ze haar werk voor de Duitsers doen, die toch best aardig tegen haar zijn? Of kiest ze voor de onzekere zaak van het verzet? De ontmoeting met de knappe Willem brengt een lichtpuntje in de ellende.
Zeventig jaar later wordt de dan zestienjarige ras-Amsterdamse Ize door haar ouders ‘verbannen’ naar dat stomme en suffe Zeeland, waar haar oma woont. Ize zit zó niet te wachten op een zomer vol saaie boeren. Dan vindt ze een foto van Janna, een meisje dat erg op haar oma lijkt. Als haar oma schrikt en haar vraagt ‘dit hele verhaal’ met rust te laten, is Ize’s nieuwsgierigheid gewekt.

Een boek met in de hoofdrol een meisje met de, vind ik, mooiste naam van de wereld moet ik natuurlijk lezen. En als het dan ook nog over de Tweede Wereldoorlog gaat dan vind ik het nog toffer. Ik vond het een leuk boek om te lezen, maar niet heel erg bijzonder. Wat ik wel vond was dat er in het boek heel rake dingen gezegd en gedacht worden door, met name, Janna. Ik had ze nog op willen schrijven, maar op de een of andere manier was ik steeds niet in de gelegenheid om dat te doen. Verder vond ik wel dat er veel bozigheid bij vooral Ize is. Is dat bedoeld als typisch pubergedrag? Ik weet het niet, ik herken het niet moet ik zeggen.

 * * *

In januari las ik de eerste twee boeken van Josephine Rombouts en in ‘De weg naar Cliffrock Castle‘ vertelt ze over hoe ze überhaupt in Schotland terecht zijn gekomen.

Josephine Rombouts en haar man raken op een dood spoor als blijkt dat hun zoons niet goed gedijen in het Nederlandse onderwijssysteem. Daarom besluiten ze te reageren op een advertentie die een nieuw bestaan in een ecogemeenschap in Schotland belooft. Als ze zijn aangekomen in de Schotse Hooglanden, blijkt de realiteit daar rauwer dan de ecologische droom die hun was voorgespiegeld.
De weg naar Cliffrock Castle beschrijft het vertrek uit Nederland, de weg langs onderwijsbegeleiders en leerplichtambtenaren, een strafzaak en het opbouwen van een nieuw leven in een ander land. Josephine moet in haar nieuwe woonplaats leren omgaan met een manische landeigenares, een pyromane Japanse monnik, stugge Schotse medebewoners, veel sneeuw en een spookdorp. Als ze hoort dat op een naburig landgoed, Cliffrock Castle, een witte cottage beschikbaar is en een huishoudster wordt gezocht, grijpt ze deze onwaarschijnlijke strohalm met beide handen aan.

Ik moet zeggen dat ik de eerste twee boeken veel leuker (en gelardeerd met humor) vond dan dit derde deel. Maar ja, in dit derde deel valt er eigenlijk ook weinig te lachen. De waarheid zal ongetwijfeld een beetje in het midden liggen, maar man, man, man, wat krijgen Josephine en Tjibbe het voor de kiezen waar het het Nederlandse onderwijsstelsel betreft. Het is triest dat ze uiteindelijk geen andere weg zien dan uit Nederland vertrekken.


Naar welk boek zou jouw voorkeur uitgaan?

Dat kan mijn kleine nichtje ook

Momenteel zit ik middenin de podcast ‘Dat kan mijn kleine nichtje ook‘ en ik vind het zo leuk om te luisteren. In deze podcastserie nemen Gisbert van Balen en Noortje Velthuizen je mee de wereld van de kunst in.

Tot dit moment luisterde ik de afleveringen over Piet Mondriaan, Vincent van Gogh, Karel Appel, Kazimir Malevitsj, Charley Toorop en Rembrandt van Rijn en Gisbert en Noortje vertellen je van alles over de betreffende kunstenaars en hun leven. En naast dat het, vind ik dan, superinteressant is, doen ze dat ook nog ‘ns op een heel naturelle en fijne manier.

De meesten volgen ook een beetje een vergelijkbare weg, van pure armoede naar uiteindelijk excelleren in wat ze maken. En verkoopt de ene in zijn leven één schilderij, de ander is al op redelijk jonge leeftijd behoorlijk succesvol. De meeste kunstenaars blijken ook niet echt heel gemakkelijke mensen geweest te zijn.

Ik heb nooit geweten dat Victory Boogie Woogie een ‘onaf’ schilderij van Mondriaan was. Hij stierf voordat hij het kon voltooien. Desalniettemin schijnt het doek momenteel € 58.000.000,= waard te zijn. Dát vind ik dan toch weer absurd.

Héél trouwe lezers weten dat ik van de oude meesters ben, dus met Rembrandt kan ik beter uit de voeten en ook Van Gogh vind ik (bijna altijd) mooi. Bijna dus, want van ‘De aardappeleters’ word ik een beetje down.


Het is bijzonder om te horen dat men blijkbaar niet blijkt te weten hoe het ‘zelfportet’ van Malevitsj opgehangen moet worden. Wat ik wel weet is dat hij een behoorlijk apart zelfbeeld had. 😉

En dit werk hieronder van deze Rus blijkt uniek in zijn soort te zijn. Je ziet: ik kan hier niets mee. Maar dat neemt niet weg dat ik het een zeer leuke aflevering vond.

De werken van Karel Appel vind ik best heel leuk. Kleurrijk vooral. Ik weet nog dat we ooit een schilderworkshop (of nou ja, we schilderden eigenlijk vooral schilderijen na) en dat een vriendin van me een Appel maakte. Die was uiteindelijk het mooiste.

Noortje spreekt in de serie over Charley Toorop uit dat ze een beetje naar wordt van haar zelfportretten. Toorop schijnt het ook wel behoorlijk lastig gehad te hebben. Een echte kunstenaar leeft voor de kunst, en oh glazen plafond, soort van: als je dan ook nog moeder bent dan wordt het allemaal wel heel moeilijk. Tegelijk bleek uit de podcast dat ze ook nogal een bemoeizuchtig mens was want ze had een mening over de kunstzinnige weg die haar zoon Edgar moest volgen.

Wel mooi trouwens: drie zelfportretten uit drie verschillende levensfases (1934, 1944 en 1954).



Het feit dat de serie in coronatijd is opgenomen geeft een bijzonder sfeertje aan de podcast. Gisbert en Noortje mogen vaak helemaal alleen door de musea dwalen en hebben dan ook alle tijd om hun beschouwingen los te laten. Ik heb nog 7 afleveringen van deze eerste reeks te gaan, maar ik las dat ze afgelopen maand weer met een nieuwe reeks zullen starten. Leuk! Ik ben benieuwd welke kunstenaars ze dan voor het voetlicht zullen brengen.

Welke van de schilderijen spreekt jou het meeste aan?

Reisje om de wereld

Een beetje ongehoorzaam waren we gisteren eigenlijk wel. Want we nodigden mijn moeder en mijn vader uit voor een etentje. En yja, twee mensen uitnodigen dat mag eigenlijk niet. Maar hé, je moeder wordt maar één keer 76 jaar. Toch? En we zaten heel keurig met ons vijfjes (Ova Haar Lief hoort al lang bij ons gezin) aan de ene, bijgeplaatste, tafel op anderhalve meter afstand van mijn ouders die aan de andere tafel zaten.

De meiden kookten: Ova maakte een Oosterse kippensoep en Malvapudding uit Zuid-Afrika en Saar maakte een Mexicaanse bonenschotel.

En op wat verkeerd pannengebruik na ging dat heel goed (zo gebruikte Ova de braadpan voor haar soep waardoor Saar een te kleine pan moest gebruiken voor haar bonenschotel). Maar het was vooral heel, heel erg lekker allemaal!

Dat de keuken een behoorlijk slagveld was nadien deerde ons niet heel erg. Ik moet ook zeggen dat ik, terwijl de meiden kookten, al teenentander aan kant maakte. Mr. T. mocht dus na afloop van ons geslaagde diner de zooi in de keuken opruimen.

De Mexicaanse bonenschotel was echt heel erg lekker, alleen ik begrijp de pasta in een ‘Mexicaans’ recept dan niet helemaal. Maar echt heel erg vonden we dat allemaal niet. Het ging schoon op!

Ik begrijp niet heel goed waarom Malvapudding Malvapudding heet want het is, in mijn ogen, een soort van taart. Maar wow, lekker! Met wat slagroom en vanille-ijs is het een toe om U tegen te zeggen.

De meiden gaven oma ook allebei een cadeautje en ik had twee ‘wereldreisachtige’ cadeautjes gekocht. Een puzzel van de Geirangerfjord omdat ze heel erg van Noorwegen houden en een boekje over het fietsten van de Friese Elfstedentocht omdat ze die dit jaar, willen gaan doen. Al hoop ik eerlijk gezegd dat hun camper hen dit jaar ook gewoon naar het buitenland zal brengen. Wat zou dat fijn zijn!

Mijn ouders hebben genoten en ik ook! Dus ook al braken we de regels soort van, ik heb er geen seconde spijt van.